1) Onderzoeksvraag:
Is de valbeweging een EVB met een constante versnelling ?
2) Hypothese
We denken dat de valbeweging een EVB is met een constante versnelling van 9,81 m/s² want er wordt steeds een grotere afstand afegelegd.
3) Proefopstelling
vb. De tikkertimer zet elke 0,02s een stipje op de tape. Dit heeft te maken met de frequentie van de wisselstroom waarmee hij verbonden is: 50 Hz met een fout van 0,1%.
4) Werkzijze:
Maak de tikkertimer vast aan het statief.
Plaats het statief zo dat de timer over de rand van de tafel hangt.
Neem een gele strook papier van ongeveer 60cm.
Bevestig de massa met klem aan het uiteinde van het strookje.
De ene leerling staat op tafel en houdt het strookje, die onder het carbonpapier van de timer doorgestoken is, gespannen door het vast te plakken aan een andere klem.
Laat de massa vrij vallen en start tegelijkertijd de tikker timer.
De andere leerling grijpt het strookje nadat de tikker timer elke 0,02s een stipje erop heeft gezet.
We hernemen de proef tot elke groep zijn eigen strookje bezit. Noteer je naam.
5) Metingen en berekeningen
Plak het strookje vast op tafel.
Nummer alle dots, begin bij 0...1(=2de dot)...2(=4de dot)...tot op het einde en vul de dotnummers in op onderstaande tabel.
Meet de afgelegde weg steeds vanaf de 0-dot en breng de resultaten ordelijk in de tabel.
Bereken de ogenblikkelijke snelheid v met de juiste formule en vul de waarde in de tabel in.
Bereken de overeenkomende versnelling met de juiste formule en vul de waarde in de tabel in.
Bepaal de gemiddelde versnelling voor deze vrije val.
Dotnummer
Δt (s)
Δx (m)
a=2Δx/Δt²
v=2Δx/Δt
1
0,02s
0,003m
15m/s²
0,3m/s
2
0,04s
0,009m
11,25m/s²
0,45m/s
3
0,06s
0,0107m
5,94m/s²
0,36m/s
4
0,08s
0,0208m
6,5m/s²
0,52m/s
5
0,10s
0,0402m
8,04m/s²
0,8m/s
6
0,12s
0,06m
8,33m/s²
1m/s
7
0,14s
0,0902m
9,2m/s²
1,3m/s
8
0,16s
0,1006m
7,86m/s²
1,25m/s
9
0,18s
0,1303m
8,04m/s²
1,45m/s
10
0,20s
0,1605m
8,03m/s²
1,6m/s
11
0,22s
0,2m
8,26m/s²
1,82m/s
12
0,24s
0,2307m
8,01m/s²
1,92m/s
13
0,26s
0,2709m
8,01m/s²
2,08m/s
14
0,28s
0,3204m
8,17m/s²
2,29m/s
15
0,30s
0,3701m
8,22m/s²
2,47m/s
16
0,32s
0,4202m
8,21m/s²
2,62m/s
17
0,34s
0,4707m
8,14m/s²
2,77m/s
18
0,36s
0,53m
7,34m/s²
3,04m/s
19
0,38s
0,5903m
8,17m/s²
3,11m/s
20
0,40s
0,6504m
8,13m/s²
3,25m/s
<a> = 8,45m/s²
6) Grafieken
Zie ander blad
7) Vragen
- Wat voor een beweging is de valbeweging volgens jou ?
Wij veronderstellen dat het een EVB is.
- Waarom denk je dit ?
Er wordt telkens een grotere afstand afgelegd, wat een versnelling toont.
- De precieze metingen geven voor de valversnelling : a=g=9,81m/s²
- Jouw meting geeft een procentuele afwijking van 13%
- Hoe kan je dit verklaren ?
8) Besluit
Hier wordt in gelijke tijdsintervallen Δt steeds een grotere afstand Δx afgelegd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden