Kopieer een passage uit het boek die jou bijzonder aanspreekt of die van groot belang is voor het verhaal. Geef daarbij een correcte bronvermelding.
Cal is terug. Hij zit met kussens in zijn rug bij me op het bed. ‘Sorry dat ik zo tekeerging.’
‘Moest je dat van pap zeggen?’
Hij knikt. De gordijnen zijn open en op de een of andere manier is het weer donker.
‘Ben je bang? ’Cal vraagt het heel zacht, alsof hij niet de bedoeling had die gedachte hardop uit te spreken.
‘Ik ben bang om in slaap te vallen.’
'Ben je bang dat je niet meer wakker wordt?’
‘Ja.’
Zijn ogen zijn vochtig. ‘Maar vannacht toch nog niet?
Ik bedoel, je voelt het toch wel?’
‘Vannacht nog niet.’
Hij legt zijn hoofd op mijn schouder. ‘Ik baal hier echt ontzettend van,’ zegt hij.
Bron: Jenny Downham, voor ik doodga, blz. 277
Waarom spreekt deze passage jou aan / waarom is deze van belang?
Deze passage spreekt me aan, omdat Tessa er heel goed mee omgaat. Terwijl ze weet dat ze binnenkort zal sterven, weet ze toch haar broertje gerust te stellen dat ze het zal laten merken wanneer ze overlijd. Ik vind dit een heel zielig moment uit het boek, omdat ze allebei weten dat Tessa binnenkort zal overlijden. En het broertje in het begin heel gemeen tegen haar deed, maar nu het toch wel heel erg vindt dat ze dood gaat, terwijl hij haar eerst dood wenste. Ik vind het heel knap dat Tessa zo moedig is terwijl ze weet dat ze binnenkort er niet meer is. Ze gaat er heel goed mee om en blijft er rustig onder. Ik vind het echt heel knap van haar hoe ze het allemaal oppakt en hoe ze er tegenover staat. Het is heel indrukwekkend. De passage is van belang, omdat Cal nu laat weten dat hij haar toch wel heel erg gaat missen als ze er niet meer is. En dat het allemaal eigenlijk heel erg is wat er aan de hand is en het niet iets gewoons is dat ze op haar 16e al zal overlijden. Deze passage verteld ook dat Tessa best bang is voor de dood, maar dat is logisch omdat ze pas een kind is en zoiets eigenlijk niet zou moeten meemaken.
Welke vertelinstantie is aan het woord? Licht je antwoord toe.
Het verhaal wordt in de ik-vertelinstantie verteld. De verteller is de ik-figuur en is merkbaar aanwezig in het verhaal. Tessa verteld wat ze allemaal meemaakt. Ze is de verteller en een personage in het boek zelf. Je krijgt duidelijk te weten hoe de Tessa zich voelt, waar ze aan denkt en wat ze waarneemt.
Hoe zit het met het tijdsverloop in het boek? Bespreek dat met behulp van de termen terugwijzing, vooruitwijzing, vertelde tijd, verteltijd en (niet-) chronologische volgorde.
De tijd in het boek verloopt in niet-chronologische volgorde. De gebeurtenissen gebeuren op volgorde maar soms kijkt Tessa terug naar haar verleden, die meestal vertellen over hoe het vroeger was met Tessa. Zoals toen ze 12 jaar was en tijdens een vakantie naar een strandhuisje ging aan zee. Hoe gelukkig ze toen was samen met haar ouders. En dat ze met haar moeder zich in de kast ging verstoppen voor haar vader en broertje, en daar hun namen in de kast schreven. Het verhaal begint wanneer Tessa uitvindt dat ze nog maar een paar maanden te leven heeft en het eindigt wanneer ze dood gaat. Er worden geen duidelijke tijden aangegeven in het boek. Alleen de seizoenen dat het zich afspeelt. Dit is ongeveer 5 maanden. De vertelde tijd is dus 5 maanden. De verteltijd is 3 dagen, ik heb het boek in 3 dagen uitgelezen.
Waar speelt het verhaal zich af? Welke informatie geven de ruimtes/plaatsen over de verhaalpersonages?
Het verhaal speelt zich vooral af bij Tessa thuis en in de stad. Er staan geen precieze plaatsen in. Tessa ligt veel in bed vanwege haar ziekte, dus speelt het boek zich grote deels af in haar kamer in bed, of in en rond haar huis.
Benoem van het boek enkele motieven.
- Het lijstje. Tessa had een lijstje gemaakt met de dingen die ze nog wilt doen voor ze overlijd. Zoals seks hebben met een jongen, één dag op alles ja zeggen, een misdaad begaan, etc.
- Liefde. Tessa wilt al aan het begin van het boek een vriendje, omdat ze nog nooit verliefd is geweest. Ze is dus op zoek naar liefde van een jongen. Op een gegeven moment krijgt ze verkering met de buurjongen die bij haar blijft tot ze doodgaat. Haar familie en beste en enige vriendin Zoey geven haar ook veel aandacht, liefde en steun omdat ze leukemie heeft.
- Verdriet. De familie van Tessa vinden het allemaal heel erg dat Tessa leukemie heeft en dat is vaak de reden dat ze veel huilen en zeggen dat ze haar gaan missen.
8. Probeer de titel van het boek te verklaren. Staat er een motto (los fragment uit een ander literair werk) in dit boek? Zo ja, schrijf het dan over en verklaar de relatie met het inhoud van het boek.
De titel van het boek wordt goed duidelijk gemaakt in het boek. Tessa heeft een lijst met dingen die ze wilt doen voor ze doodgaat, vandaar de titel voor ik doodga.
9. Wat is je mening over het boek? Ga op minstens 3 aspecten in en geef een uitgebreide toelichting.
- Ik vond het een heel zielig boek, omdat een meisje van 16 al te maken krijgt met de dood en zich al moet voorbereiden om te sterven, terwijl ze nauwelijks heeft geleefd. En dat ze zo jong zal moeten overlijden, terwijl ze normaal nog een heel leven voor zich zou hebben.
- Ik heb medelijden met Tessa en met haar familie, dat ze Tessa al zo snel gedag moeten zeggen en ze er niks tegen kunnen doen dat ze leukemie heeft. Ik kan me goed in Tessa verplaatsen hoe ze zich voelt en wat ze allemaal doormaakt. Ik zou me zelf ook zo voelen als ik leukemie zou hebben.
- Ik vond het een heel mooi boek. Door de manier hoe het is geschreven, Tessa heeft een heel mooi beeld over hoe de wereld eruit ziet en elke keer wordt dat in details beschreven. Ik vond het zeker een heel mooi boek om te lezen.
Het verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden