Vasco da Gama

Vasco da Gama

Hij was de leider van de eerste expeditie van Portugal naar India over zee.

Op 8 juli 1497 vertrok de vloot van vier schepen en 118 bemanningsleden uit Lissabon.

Ze waren van plan om naar Kaap de Goede Hoop te varen, het westelijkste punt van Afrika. Een paar jaar daarvoor heeft Bartolomeus Diaz deze kaap ontdekt.

Tijdens deze tocht buigt hij iets af naar het westen, waardoor hij maar nog op een afstand van 1000 kilometer van Zuid-Amerika af zit. Hij is dan dichter bij Zuid-Amerika dan Afrika.

Daarna buigt hij alsnog af naar het oosten, en bereikt in november 1497 Kaap de Goede Hoop. Hierna vaart hij langs de oostkust van Afrika naar Malindi, Kenia. Vanaf hier krijgt Vasco da Gama hulp, een gids leidt de schepen naar Calicut, een belangrijke haven voor veel Indiase producten. Hij komt daar op 23 mei 1498 aan.

In India probeert hij te onderhandelen, maar dit gaat erg moeizaam.

Vasco da Gama komt met de helft van zijn bemanning weer terug in Portugal in 1499.

In 1502 begint Vasco da Gama aan zijn tweede expeditie naar India.

Deze keer reist hij met een vloot van twintig schepen en 800 bemanningsleden. Hij vaart langs de kust van Afrika en bezoekt sommige dorpen. Hij dwingt ze schatten te geven door te dreigen met brandstichting. Op 1 oktober 1502 plunderde hij het schip de Mîrî, Hij nam alle bezittingen mee. Daarna liet hij het schip tot zinken brengen met 380 pelgrims aan boord.

Toen ze aangekomen waren in Calicut, probeerde hij handel te drijven, dit werd weer geweigerd waarna Vasco da Gama de stad bombardeerde. Daarna ging hij naar de Indiase stad Cochin, hier werd wel gehandeld. In 1503 keert hij terug met een enorme buit.