The Pianist (2002)

1. Wie heeft de bron gemaakt?

Roman Polanski heeft de bron gemaakt. Roman Polanski is geboren als Rajmund Roman Liebling. In parijs op 18 augustus 1933. Hij is een pools-franse acteur en filmmaker van joodse afkomst. Hij is vooral bekent van films als Repulsion, Chinatown en Rosemary's Baby.

 2. Wanneer werd de bron gemaakt?

De eerste opnames begonnen op 19 februari 2001. Op 2 maart filmde ze in een oud legerziekenhuis. Op 15 maart werden de opnames van de joodse opstand in de getto gefilmd. Op 26 maart waren de opnames in de studio klaar. De film ging in première op het filmfestival in Cannes op 24 mei 2002.

 3. Hoeveel tijd verloopt er tussen het maken van de bron en de feiten die verhaald werden?

Er zit ongeveer 58 jaar tussen.

 4. Heeft de maker zelf bronnen gebruikt of was hij getuige?

De Poolse regisseur Polanski is als kleine jongen zelf getuige geweest van de bezetting van Polen door de Nazi's, de Holocaust en de bombardementen op Warschau.

 5. Is de film gemaakt op de plaats waar het verhaal zich afspeelt?

Niet, want er is weinig terug te vinden van de oorspronkelijke getto dus is de getto en de omliggende stad nagebouwd en in de studio gefilmd.

 6. Wat denk je. Streeft de maker speciale doelen na (sommige makers willen iets verdoezelen of goedpraten, Eigenbelang, ijdelheid, economische belangen, politieke overtuiging, geloof, vooroordelen etc...zijn allemaal factoren die meespelen). Leg je antwoord uit.

Ik denk dat hij sowieso wilt uitleggen dat niet alle Duitsers slecht waren zoals bijvoorbeeld Hosenfeld, want hij wou tenslotte Szpilman helpen en heeft hem eten gebracht.

 7. Hebben de belangen die je bij 6 hebt genoemd invloed gehad op de film?

 Ja, want de film maakt duidelijk dat niet alle Duitsers slecht waren in de oorlog.

 8. Geef een korte samenvatting van de film (min.150 –max. 300 woorden).

Wladyslaw Spilman is een hele goede pianist. Als Duitsland Polen binnenvalt gaat hij naar huis naar z’n familie die hij daar geschokt aan treft. De kranten vertelde wat de joden allemaal wel en niet moesten doen. Op 31 augustus 1942 vertelde de krant dat alle joden in een bepaalde wijk moesten gaan wonen en werden daar afgesloten van de rest van de stad. Al snel werden veel joden geëxecuteerd of gingen vanzelf dood van de honger. In augustus 1942 kwam het bericht dat de joden allemaal werden overgebracht naar kampen. Op de plek van bestemming toen alle joden de treinen in werden gedreven werd Wladyslaw Szpilman uit de menigte gered door een soldaat. Hij is de enige van zijn familie die achtergebleven was. Hij duikt al snel onder in een restaurant waar hij een bekende tegenkomt. Bijna alle joden die overgebleven zijn in de getto krijgen werk. Al snel smeden ze samen en plan en smokkelen eten en wapens naar binnen. Wladyslaw kan het niet meer aan en vraagt aan een van de joden die de stad in mocht of hij een bekende van hem wilde opzoeken. Dit doet hij en mag uiteindelijk bij een bekende tijdelijk in de stad onderduiken. Hij krijgt vanuit een schuiladres die hij uiteindelijk had gekregen te zien dat de opstand van de joden was mislukt. Wladyslaw wordt uiteindelijk ziek, maar overleeft het wel. In Juli 1944, de Duitsers hadden bijna verloren maar hadden Warschau nog wel. De Duitsers knallen het gebouw waar Wladyslaw inzat neer. En hij vlucht. Hij duikt weer onder, in een oud gebouw uit de getto die leeg staat. Hij komt een Duitse soldaat tegen, maar de soldaat doet hem niks en biedt hem hulp aan. Warschau word bevrijd. Hij overleeft de oorlog en pakt z’n leven opnieuw op als pianist.

 9. Waarover gaat de film? Probeer in vijf woorden aan te geven waar de film, volgens jou, over gaat. Leg je antwoord uit.

• - oorlog
• - joden
• - gevechten/opstanden
• - onderdrukkingen (joden)
• - getto

Deze woorden heb ik gekozen omdat het verhaal zich natuurlijk midden in de tweede wereld ‘oorlog’ afspeelt. Het verhaal gaat over de ‘joden’ vervolging in Warschau. De vervolging van joden gaat niet zonder slag of stoot dus vandaar de ‘gevechten/opstanden’ En op het moment dat de Duitsers Warschau binnen vallen komen er allemaal ‘onderdrukkingen’ tegen de joden. Dus vandaar de onderdrukkingen. De joden worden een ‘getto’ ingestuurd en een groot deel van de film speelt zich daar ook af.

 10. Spreekt het onderwerp van de film jou aan? Leg je antwoord uit.

Ja, bijna alle films over de oorlogen spreken me aan en vooral die met Jodenvervolgingen. Ik vindt het gewoon een heel interessant onderwerp en ik blijf er gefascineerd naar kijken.

 11. Verklaar de titel van de film.

The pianist is waarschijnlijk gekozen omdat de hoofdpersoon Wladyslaw Spilman een redelijk bekende pianist is in die tijd en na de oorlog is hij alleen maar bekender geworden, dus vandaar de naam.

 12. Vind je de titel goed gekozen? Leg uit waarom je de titel goed vindt of bedenk een nieuwe titel voor de film.

Het is op zich wel een goede titel, want als hij niet zo goed kon piano spelen was hij waarschijnlijk nooit aan de Duitse soldaat ontkomen. En had hij ook geen baan in de getto.

 13. Een paar vragen naar aanleiding van de film:

 A. In de film zien we dat Joodse jongens zich aansluiten bij de politie die de orde in de getto handhaaft. Niet iedereen was bereid om deze functie op zich te nemen. Leg uit waarom sommige mensen zich wel aansloten bij deze Joodse politie.

Waarschijnlijk hoopte ze zo om langer te leven of gewoon gespaard te worden door de Duitsers door zeg maar over te lopen.

 B. Beschrijf in een aantal stappen welke maatregelen er genomen werden tegen de joden in Warschau.

1. De joden mogen niet meer naar openbare gelegenheden.
2. De joden moesten allemaal een ster op hun jas dragen.
3. De joden mochten niet meer dan 2000 zloty’s hebben.
4. Alle bezitten van de joden werden bezit van de staat.
5. Er werd geweld gebruikt tegen de joden.
6. De joden werden naar een aparte joden wijk geplaatst.