M.c. Escher

Beoordeling 8.5
Foto van een scholier
  • Verslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3312 woorden
  • 13 juni 2020
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
CKV
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Inhoud

Inleiding. 3

H1 Het leven van Escher 4

H2 Wat is de stijl van Escher?. 7

H3 Wat zijn de vergelijkingen en verschillen tussen de werken van Escher en andere kunstenaars uit zijn tijd?. 10

Conclusie. 12

Nawoord. 13

Reflectie. 14

Bronnenlijst 16

Urenverantwoording. 17

Inleiding

Vorig jaar ben ik op een regenachtig moment het museum van M.C. Escher in gevlucht. Zijn meest bekende werken had ik natuurlijk vaker gezien en deze hebben mij ook altijd geboeid.

In het museum zag ik nog zoveel meer indrukwekkende kunststukken van hem dat mijn interesse in hem gewekt was. Het gebruik van de wiskundige vormen, overgangen en herhalingen vind ik heel bijzonder.  Het bezoek aan het museum was eigenlijk te kort om er goed in te kunnen duiken maar wel lange genoeg om allerlei vragen omhoog te laten borrelen zoals; Hoe was Escher? In welke stijl werkt Escher? Wat gebruikt Escher als inspiratie?

Dit onderzoek geeft mij de kans om deze vragen te kunnen beantwoorden.

Mijn hoofdvraag is:

Hoe komt het dat Escher zo duidelijk opvalt in de kunstwereld?

Om hier antwoord op te kunnen geven heb ik het onderzoek uitgewerkt in drie deelvragen:

  • Hoe was het leven van Escher?
  • Wat is de stijl van Escher
  • Wat zijn de vergelijkingen en verschillen tussen de werken van Escher en andere kunstenaars uit zijn tijd

Je gaat lezen over het leven van Escher en hoe hij zo beroemd is geworden

H1 Het leven van Escher

M.C. Escher (Maurits Cornelis Escher) is geboren op 17 juni 1898 in Leeuwarden. Hij was de jongste zoon in het gezin Escher. Zijn vader heette George Arnold Escher en zijn moeder Sara Gleichman. De familie woonde in een pand aan de Grote Kerkstraat in Leeuwarden. Eschers vader was een waterbouwkundig ingenieur en ook een van de acht ‘watermannen’ die door de keizer uitgenodigd waren om in Japan te werken

Toen Escher 5 jaar oud was is de familie naar Arnhem verhuist. Hier heeft Escher last gehad van vele ziektes. Hiervoor moest hij langere tijden naar een kinderpension in Zandvoort. Later in 1906, toen Escher volledig opgeknapt was mocht hij terug naar zijn ouders en zijn broers.

Dit wil je ook lezen:

School was een ware nachtmerrie voor Eschers. Het begon toen hij in de tweede klas was blijven zitten, met alleen een voldoende voor handtekenen. Hij had tekenles van zijn leraar Van der Haagen. Daar leerde hij dat hij een grote passie had voor tekenen en schilderen. Ook ontdekte hij linoleumsnede. Hij interesseerde zich uiteindelijk ook niet meer in de rest van de vakken.

Escher had een erg goede band met zijn broers en samen met hen kreeg hij  een brede opvoeding. Hij kreeg les in timmeren en in piano spelen. De pianoles kreeg hij van een zeer beroemde docente. Later koos hij ervoor om cello te gaan spelen en ook daar kreeg hij les van een beroemde componist. Hun vader nam ze overal mee naartoe en gaf ze les in techniek en sterrenkunde.

 In 1919 begon hij zijn architecten opleiding aan de school van Bouwkunde en Sierende kunsten op advies van Richard Roland Holst, Een beeldend kunstenaar uit die tijd. Al snel had hij door dat bouwkunde niet iets voor hem was maar hij was wel erg geïnteresseerd in de grafische lessen van Samuel Jesserum de Mesquita. Ook Mesquita is onder de indruk van zijn werk. Escher besluit grafisch kunstenaar te worden.

In 1922 is Escher klaar met school maar hij kan zijn draai niet vinden in Nederland. Tot 1924 reist hij met vrienden door Spanje en Italië. In Spanje bezoekt hij onder meer het Alhambra met zijn islamitische decoraties en bijzondere architectuur.
 
In Italië heeft hij de Zwitsers-Russische familie Umiker ontmoet. En daarmee ook zijn toekomstige echtgenote Jetta. Ze trouwden in 1924, en kregen drie zoons: George, Arthur en Jan. Nu braken er eindelijk goede jaren aan. Hij kwam hierbij emotioneel tot rust.
Hij bleef werkzaam als grafisch ontwerper. Zijn ouders en ook zijn schoonouders steunden hem niet bij deze keuze. Zijn ouders hadden liever dat hij verder was gegaan met muziek, sterrenkunde of godsdienst.

De jeugd van Escher heeft veel invloed gehad op zijn manier van kunst maken. Het tekenen wat hij al deed toen hij 7 jaar was , de linoleumsnede bij Van der Haagen  en zeker ook de lessen van de Mesquita. Je ziet in het werk van Escher ook kenmerken terug van de grafische technieken die hij leerde van de Mesquita. Ook de reizen die hij had gemaakt en de landen die hij had bezocht hadden invloed op de kunst die hij maakte. In Italië was het vooral het landschap met de bergen wat hem boeide. De prenten uit Italië waren realistisch en legden de nadruk op verte, diepte en hoogte

Dat wiskunde één van de vakken was waarin Escher wel goed scoorde zie je duidelijk terug in de manier waarop hij kunst maakte. Hij gebruikte wiskundige vormen om een misleiding van het oog te maken. Hij kon dan ruimte, diepte en hoogte creëren. De prenten zijn heel grafisch en lijken technisch helemaal te kloppen. Als je beter kijkt komen de onmogelijkheden naar voren. Een goed voorbeeld hiervan is de prent Belvédère, dit is een prent die hij heeft gemaakt in mei 1958.

Het oog wordt als het ware gedwongen om deze onmogelijkheden te volgen, en maakt dat je er dan ook naar blijft kijken.

Door zijn broer, een professor in de geologie, is Escher rond 1920 ingewijd in de geheimen van kristallografie. Kristallografie is een vakgebied tussen scheikunde en natuurkunde in. Het houdt zich bezig met alles wat te maken heeft met kristallen, waaronder kristalgroei, macroscopische kristalvorm en andere macroscopische eigenschappen van roosterstructuren.[1]

Het verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Toch blijft het bezoek aan het kasteel in het Alhambra[2] één van zijn grootste inspiratiebronnen voor zijn werk. Hij heeft hier de geometrische figuren bestudeert.  De wand- en vloermozaïeken waren erg gecompliceerd en dat kun je ook goed in zijn werk terugzien.

Nadat hij in 1924 zijn zoons kreeg, gingen Escher en zijn vrouw naar Rome. Hier hebben ze als gezin gewoond tot 1935. Daarna zijn ze naar Château-d'Œx in Zwitserland. Ze kozen hiervoor omdat ze het niet eens waren met de heerschappij van Mussolini. Zwitserland bleek niet iets te zijn voor Escher, dus, in 1937, is de familie naar Ukkel, Brussel, verhuisd.

Na 4 jaar ging het gezin weer terug naar Nederland, en verhuisde naar de Nicolaas Beetslaan 20 in Baarn. Daar werd hun huis overgenomen door de Duitsers in 1943 en gingen ze wonen aan de Van Heemstralaan 56. Vanaf 1955 tot 1970 woonde Escher aan de Van Heemstralaan 28. In die tijd verhuisde zijn vrouw terug naar Zwitserland. In deze tijd was Escher het productiefst en maakte hij de meeste prenten.

Als laatst is Escher in 1970 verhuisd naar een rusthuis in Laren, het Rosa Spier Huis. Dit was een speciaal rusthuis voor kunstenaars. Hij overleed na twee jaar op 73-jarige leeftijd in Hilversum en werd begraven in Baarn op de Nieuwe Algemene Begraafplaats.

In Baarn wordt er op meerdere manieren gedacht aan Escher, er is bijvoorbeeld boven de ingang van het gemeentehuis een kunstwerk in glas geplaats. Ook staat er nu een stenen beeld aan het stationsplein. Daarnaast is er een straat in Baarn vernoemd naar Escher.

H2 Wat is de stijl van Escher?

Om deze vraag te beantwoorden kijken weer eerst nog even naar bepaalde tijden in zijn leven die grote invloeden hadden op de stroming van zijn werk.

Toen Escher in 1920 begon te reizen door Spanje en Italië focuste hij zich vooral op realisme. Hij tekende en schilderde natuurgetrouw en zorgde ervoor dat alles klopte. Hij maakte vaak gebouwen, landschappen en steden. In Italië keek hij vooral naar de landschappen omdat hij vond dat hij ze inspirerend en interessant. Hij heeft hier niet lang gewoond omdat hij een andere richting in wou met zijn kunst. In Spanje keek hij minder naar de landschappen maar meer naar de gebouwen.

Hij ging later naar Zwitserland omdat daar de natuur hem niet zo aantrok en hij zich zo beter kon richten op een nieuwe richting. Vanaf dat moment wilde hij zich niet meer bezighouden met realisme, en stapte over op surrealisme. Hier stond vooral centraal dat hij zijn eigen beeldgedachten construeerde. Door deze werken werd hij uiteindelijk beroemd.

Na 1936 heeft hij deze stijl meer ontwikkeld, ook doordat hij een bezoek bracht aan de Alhambra. Rechts is de binnenplaats te zien.

In 1956 heeft Escher Bruno Ernst leren kennen. Bruno Ernst was een wiskundedocent en geïnteresseerd in het werk van Escher. Hij bestuurde het werk van Escher waarbij hij vooral keek naar de mathematische delen. Hij heeft hierdoor zeven verschillende thema’s kunnen opstellen.

  1. Doordringende werelden: Vooral het spiegelbeeld speelt in dit thema een grote rol. Escher vermengde de ene werkelijkheid (de spiegel zelf en de omgeving daarvan) met de andere werkelijkheid (het beeld in de spiegel).
  2. De illusie van ruimtelijkheid
  3. Regelmatige vlakverdeling
  4. Perspectief
  5. Regelmatige lichamen en spiralen
  6. Het onmogelijke
  7. Het oneindige

Door deze waarnemingen kwam hij achter de inspiratie voor de prenten van Escher. Dit waren:

  • De structuur van het platte vlak
  • De structuur van de ruimte
  • De relatie daartussen

Maar in plaats van deze vorige zeven thema’s word het werk van Escher ook wel eens in zes thema’s verdeeld door critici[3];

  1. Metamorfosen – Escher maakte in deze prenten gebruik van een regelmatige vlakverdeling om zo figuren van de ene vorm in de andere over te laten gaan.
    Een ander woord voor metamorfose is gedaanteverwisseling. Escher maakte in 1937 zijn eerste Metamorfose. Hierin verandert het kleine stadje Atrani via een regelmatige vlakverdeling van vormen uiteindelijk in een persoon of poppetje. Deze houtsnede was duidelijk nog maar een probeersel, en later gaat Escher hier nog veel meer mee bezig.
  2. Kringlopen - In deze kunstwerken gaat Escher weer uit van een regelmatige vlakverdeling. Het verschil is dat Escher hier het onderwerp (een dier of een mannetje) uit de vlakverdeling tot leven laat komen, het onderwerp lijkt drie dimensionaal te worden tot het weer simpele figuren worden. Een mooi voorbeeld van zo een kringloop is Reptielen (1943) of Kringloop (1938).
  3. Oneindigheidsbenaderingen – Escher maakte in deze prenten gebruik van oneindigheid. Hij nam een figuur, en zorgde ervoor dat hij deze zo erg verkleinde, dat hij verschillende maten van dat figuur had en daar uiteindelijk een regelmatige vlakvulling kon creëren. Hiermee creëerde hij een prent die eerder naar buiten een steeds groter figuur had, en later naar steeds kleiner figuur ging. Een goed voorbeeld is zijn werk Cirkellimiet IV (1960) en Draaikolken (1957).
  4. Het conflict tussen de ruimte en het platte vlak – Bij deze prenten heeft Escher ervoor gezorgd dat door middel van een plat vlak af te beelden, hij de illusie geeft dat hij een driedimensionale figuur heeft afgebeeld. Maar hij laat het hier niet bij. Hij zorgt er namelijk wel voor dat hij aanwijzingen in zijn prenten stopt, zodat we weten dat hij geen driedimensionaal figuur weergeeft, maar wel degelijk een tweedimensionaal vorm. Zo geeft het werk Draak (1952) de illusie dat de draak in dit werk zijn staart op een in drie dimensies onmogelijke wijze in zijn eigen staart bijt. Zoals op de foto rechts staat; hij gaat met zijn kop door zijn lichaam heen, hij gaat ook met zijn staart door zijn lichaam en als laatste bestaat een draak helemaal niet, het is een mythe.
  5. Perspectief – In plaats van een horizon en een verdwijnpunt te nemen, en dan door middel van rechte lijnen een goede perspectieftekening te maken. Escher had natuurlijk weer een ander idee. Zijn lijnen zijn niet recht maar gekromd. Hierdoor kregen deze prenten de illusie dat er een cilindervormige of bolvormige afbeeldt is afgebeeld. Escher gebruikte ook vaak meerdere verdwijnpunten. Deze onderdelen komen voor in zijn werk Boven en onder (1947) Relativiteit (1953)
  6. Onmogelijke figuren – Er zijn "ruimtelijke" projecten die je kunt tekenen, maar die je niet na kan bouwen. Het lijkt echter mogelijk om een driedimensionale constructie te bereiken die vanuit een bepaald oogpunt een onmogelijk beeld geeft. Escher heeft een aantal drukwerken geproduceerd waarin deze onmogelijke elementen zijn verwerkt. De bekendste zijn waarschijnlijk Belvédère (1958) en Waterval (1961). Escher ontwierp zijn beroemde onmogelijke kubus in Belvédère. De beroemde wiskundige Roger Penrose bezocht in 1954 een tentoonstelling over Escher in Amsterdam, toen hij daar was op een wiskundige conferentie. De Belvédère-kubus fascineerde hem zo erg dat hij op zijn terugweg ook een onmogelijk personage probeerde uit te vinden. Dit leidde tot de onmogelijke driehoek, een figuur die Escher later zal gebruiken voor zijn volgende werk, waterval.

Maar wat is de stijl nou dan van Escher? Er wordt beweert dat de stijl die gebruikt wordt door Escher op-art is. op-art is een stijl dat vooral bekend staat om optische illusies. Hier ben ik het er niet eens mee, want als je kijkt naar op-art is dat nog steeds erg verschillend met de stijl die Escher gebruikt aangezien op-art meer de kunst is dat je op een plat vlak een soort van driedimensionale vorm afbeeld door middel van strepen, bogen en blokken.
Zoals je hierboven al gelezen hebt, maakt Escher veel meer soorten kunst. En niet alleen op-art. Zijn kunst is in vergelijking met op-art veel levendiger en veel interessanter aangezien er meer gebeurd. Het werk van Escher is zo uniek dat er geen stijl voor is.

H3 Wat zijn de vergelijkingen en verschillen tussen de werken van Escher en andere kunstenaars uit zijn tijd?

In de kunstperiode van Escher waren abstractie en impressionisme de meest gebruikte kunststromingen. Het ging niet meer om het zo goed mogelijk kopiëren van de werkelijkheid maar het was belangrijker dat de wijze waarop naar een onderwerp gekeken werd, werd afgebeeld.

Escher richtte zich veelal op de relaties tussen bepaalde elementen, zoals de al eerder benoemde onderdelen; perspectief, onmogelijke figuren, oneindigheidsbenadering, kringlopen, het conflict tussen ruimte en het platte vlak en metamorfosen. De techniek heeft hij zelf ontwikkeld net zoals zijn tekenstijl. Het was totaal uniek en daardoor wisten kunstcritici niet wat ze er van vonden. Het werd door hen niet als kunst beschouwd. Hij was een unieke kunstenaar omdat hij niet creëerde, maar meer construeerde.

Een andere reden waarom Escher’s kunst minder gewaardeerd werd was omdat zijn kunst, in tegenstelling tot de kunst van anderen uit zijn tijd, verveelvoudigd kon worden. Daardoor konden meer mensen van zijn werk genieten en werd het ook beter betaalbaar. Dit was belangrijk want Escher wou dat iedereen van zijn kunst kon genieten. Andere kunstenaars wilden dit niet, zij wilden hun kunst exclusief houden.

In het begin van zijn carrière, rond 1920, was Escher meer bezig met het namaken van landschappen. Dit liet hij achter zich en focuste meer op het mathematische deel. Hij was toentertijd de enige die het op deze manier deed. Hij behoorde destijds ook niet toe aan een bepaalde stroming. Hij deed wat hij wou en liep voor op de kunststromingen uit die tijd.

Er zijn ook duidelijke herkenningspunten tussen het werk van Escher en andere kunstenaars in die tijd. De kunst zoals deze door Escher gemaakt werd zou mogelijk tientallen jaren eerder nog moeilijker als kunst ontvangen zijn. De mathematische stijl werd niet als kunst gezien. Echter in de loop van de 20e eeuw waren er meer kunstenaars die werk maakten waarin duidelijke overeenkomsten zaten met het werk van Escher.

Escher’s kunst werd, zoals al eerder genoemd, niet gezien als kunst. Het was niet zoals de kunst hoorde destijds en was daarom ook geen kunst. Maar als we nu gaan terugkijken naar die tijd, zien we dat er best wel veel overeenkomsten waren tussen de kunststromingen van die tijd en de werken van Escher.

Maar wat zijn nou de vergelijking en verschillen tussen kunstenaars uit zijn tijd en Escher. Ik ga hier proberen antwoord op te geven door Escher te vergelijken met drie kunstenaars.

Om te beginnen was er de kunstenaar Jaap Veldheer. Veldheer bevond net als Escher zich in de jaren twintig en dertig in Italië. Heel veel van zijn werken lijken in dezelfde sfeer te zijn gemaakt. Ook de stijl komt redelijk overheen. Het verschil tussen de twee stijlen van Escher en Veldheer zijn dat de prenten van Escher strakker en systematischer zijn in vergelijking met de prenten van Veldheer zoals goed te zien is als je de prenten De Etna en Castrovalva met elkaar vergelijkt.

Ook Escher’s kunst na 1937 is niet uitzonderlijk. In 1524 is er een kunstwerk gemaakt door Parmigianino dat heel veel overeenkomsten heeft met bepaalde werken van Escher. Dit is een zelfportret in een bolle spiegel. Hier is er, net zoals Escher dat doet in zijn werk, aandachtig gekeken naar de vervorming die hierbij ontstaat.

Daarnaast was er Piet Mondriaan. Hij was een schilder uit 1912 en had een duidelijke overeenkomst met Escher. Mondriaan was een Nederlandse kunstschilder. Hij was net als Escher een voorganger bij de abstracte en non-figuratieve kunst. Hij is vooral wereld- beroemd geworden om zijn latere werk. Dit is de geometrische-abstracte kunst die we allemaal wel kennen. De verticale en horizontale zwarte lijnen en vlakken in primaire kleuren. Mondriaan heeft een serie bomen getekend en in deze serie is te zien Mondriaan een boom verandert in steeds meer basisvormen en de voor- en achtergrond wordt samengevoegd tot 1 onderdeel. Uiteindelijk blijft hij over met alleen nog blokken en primaire kleuren. Maar toch zijn Escher en Mondriaan in de verste verte niet hetzelfde. Escher focust zich meer op de onmogelijkheid. En Mondriaan daarentegen belicht de realiteit in een manier dat eigenlijk helemaal niet meer lijkt op de realiteit. De enige overeenstemming tussen de twee kunstenaars is dat ze er voor zorgen dat mensen urenlang naar hun werk kunnen kijken.

Iets dat bij mij heel erg opvalt als je kunst uit de twintigste eeuw opzoekt is dat alles kleurrijk is, alles is vrolijk en veel drukker. Eschers werk daarin tegen is vaak zwart-wit en pas in zijn latere jaren begon hij aardtonen te gebruiken. Het merendeel van de kunst die gemaakt werd in de twintigste eeuw is vaak minder precies en dat geeft ook meer het gevoel van vrolijkheid. Zoals eerder aangegeven stond in zijn tijd impressionisme en abstractie centraal. Bij abstracte kunst worden onnodige delen weggelaten, en zo blijft alleen de basisstructuur over. Deze kunst wordt ook wel de kunst van het weglaten genoemd. Impressionisme is het schilderen van een beeld zoals de maker het waarneemt. Ook gingen de schilderijen niet meer over historiestukken, de kerk of propaganda. Het ging niet meer om wat je schilderde.

Iets dat bij mij heel erg opvalt als je kunst uit de twintigste eeuw opzoekt is dat alles kleurrijk is, alles is vrolijk en veel drukker. Eschers werk daarin tegen is vaak zwart-wit en pas in zijn latere jaren begon hij aardtonen te gebruiken. Het merendeel van de kunst die gemaakt werd in de twintigste eeuw is vaak minder precies en dat geeft ook meer het gevoel van vrolijkheid. Zoals eerder aangegeven stond in zijn tijd impressionisme en abstractie centraal. Bij abstracte kunst worden onnodige delen weggelaten, en zo blijft alleen de basisstructuur over. Deze kunst wordt ook wel de kunst van het weglaten genoemd. Impressionisme is het schilderen van een beeld zoals de maker het waarneemt. Ook gingen de schilderijen niet meer over historiestukken, de kerk of propaganda. Het ging niet meer om wat je schilderde.

Escher werkte daarin tegen precies, hij zorgde voor nette rechte lijnen. Hij moest ook zijn lijnen recht maken omdat anders een heleboel van zijn illusies niet zouden werken. Het werk van Escher is ook te herkennen aan vele herhalingen, spiegelingen en andere optische illusies. Escher speelt met onmogelijke ruimtes en perspectief.

Conclusie

Dus, waarom valt Escher zo erg op in de kunstwereld? Escher was een uitzonderlijke kunstenaar.  Je kunt zijn stijl niet direct plaatsen bij andere kunststromingen. Met zijn mathematische vormen was hij eigenlijk zijn tijd ver vooruit. Hij paste niet tussen andere kunstenaars in die tijd die meer abstracte en conceptuele kunstwerken maakten.

Zijn werk was af en toe heel realistisch en vooral erg gedetailleerd maar ging ook vaak over in het surrealistische. Hij mocht mensen graag op het verkeerde been zetten

Hij maakte gebruik van veel verschillende technieken waaronder houtsnede, houtgravure en lithografie.

Escher liet zich in zijn werk niet beïnvloeden door wat er van hem verwacht werd of welke politieke boodschap hij wilde meegegeven.  Door de manier waarop hij zelf tegen zijn kunst aan kijkt, kan hij ook de beschouwer zelf laten onderzoeken wat zo aantrekt in de kunstwerken. Mensen kunnen naar eigen inzicht de kunst van Escher beleven.

[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Kristallografie

[2] https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/2074-alhambra-in-granada.html

[3] https://www.kunstbus.nl/kunst/m.c.+escher.html

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.