Er leefden eens in een streek in het noorden van Argentinië een oude man en vrouw die straatarm waren. Ze hadden een kleine hut midden in het gebergte,waar alleen maar bomen groeiden. Niet ver daarvandaan was een dorp met een kleine school
Op een dag toen de twee oude mensen hout gingen sprokkelen, vonden ze een portemonnee met veel geld, die een reiziger had verloren. De oude vrouw raapte hem op en verstopte hem, en zij zei tegen haar man: "Niets zeggen en gaan slapen!" En zij liep naar het dorp en kocht eieren en meel. Zij bakte een enorme hoeveelheid pannenkoeken, die zij bij haar hut over berg en veld uitstrooide. Toen ging zij haar hut in en wekte de oude man en zei tegen hem: "Oudje, je moest toch eens naar school gaan en zien dat je nog wat leert!"
“wat moet ik nou leren, ik ben toch al zou oud!” riep de man uit. “Dat doet er niet toe,” zei de oude vrouw, “ga nu maar wat leren!” En de man liet zich nog twee of drie dagen naar school sturen.
Intussen hadden de eigenaars van de portemonnee met geld het verlies ontdekt en waren op zoek gegaan. En ze kwamen ook bij de hut van de twee oude mensjes en vroegen daar of ze niets gezien hadden. De oude vrouw antwoordde, dat ze niets gevonden hadden, maar de oude man zei: Jawel, we hebben hem gevonden! “Ach, deze oude man is gek!” riep de vrouw, “we hebben immers niets gevonden. Je moet je mond houden, want je bent werkelijk getikt.”
“Welnee, oudje! Herinner je dan niet dat wij de portemonnee hebben gevonden?”
“Zo, zei de oude vrouw, wanneer hebben we hem dan gevonden?”
“Herinner je je dat niet? Destijds toen het pannenkoeken regende, zoveel, dat berg en dal ermee bedekt waren.”
“Zie je nou wel?” vroeg de oude vrouw aan de eigenaars van de portemonnee, “hij bazelt.”
“Geen sprake van,” zei de oude man, “weet je niet meer, dat was toen ik naar school ging.”
“Die oude man is volslagen krankzinnig!” zeiden de eigenaars van de portemonnee, “hoeveel jaren is het al niet geleden dat die naar school ging!”En ze gingen weg.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden