“Kringloop” van de Rages
Rages komen en rages gaan. Het is te vergelijken met het smelten van sneeuw voor de zon. Rages zijn er altijd al geweest, maar wat is nu precies een rage, welke verschillende soorten zijn er en waar moet een goede rage aan voldoen?
Een rage is iets wat kinderen graag willen hebben, omdat ze het hebben gezien bij vriendjes of op tv/radio en op school. Als je er niet aan mee doet, val je meestal buiten de boot. Iemand begint ermee en binnenkort is heel de school eraan verslaafd. Een rage is meestal voor korte tijd ‘in’. Je hebt natuurlijk ook uitzonderingen, denk aan Barbiepoppen of Lego. Dit speelgoed was vroeger een rage, maar is er nu nog steeds. Iedereen is er nog steeds helemaal weg van. Sommige rages blijven terugkomen als ze bijvoorbeeld een nieuw snufje hebben.
Rages zijn er altijd al geweest; ze komen en gaan, komen weer terug en vervangen andere rages. Rages blijven zich aanpassen aan de moderne tijd. Nu zijn er bijvoorbeeld tamagotchis die via Internet werken. Je hebt dus huisdieren “olie”.
Een goede rage zal een tijdje blijven, zal dus een tijd “in” zijn en zijn waarde behouden. Bij Furby’s zag je dat deze na enige tijd zijn waarde verloor. Eerst waren ze voor 100 gulden te koop. Op ten duur lagen ze nog voor 20 gulden in de winkel. Rages moeten dus aan verschillende eisen voldoen. Hieronder staan een paar punten die voor een rage kenmerkend (moeten) zijn:
Verzamelwaarde: een rage is geen rage als kinderen het niet willen verzamelen. (Pokémonkaarten)
Voor jongens en meisjes: Zowel jongens als meisjes moeten er mee kunnen spelen (Pokémonkaarten vooral jongens; Furby voor allebei).
Betaalbaar: Kinderen kopen het van hun zakgeld, het moet dus betaalbaar zijn. (Flippo’s gratis bij chips.)
'Ik ook' effect: kinderen moeten zorgen dat andere kinderen het spel ook willen. Zij denken dan dat ze er bij horen. (Kinderden speelden met Pokémonkaarten, anderen zagen dat dit cool en leuk was.)
Spelelement: kinderen moeten met het ding kunnen spelen. (Flippo’s)
Communicatie: er moet reclame voor gemaakt worden, zodat iedereen weet dat het bestaat. (Pokémon reclames op tv.)
Rages zijn in verschillende soorten in te delen: de
- spelletjesrages
- verzamelrages
- themarages
Bij spelletjesrages staat vooral het spelelement centraal. Het is voor de kinderen belangrijk om met iets te kunnen spelen. Voorbeelden: knikkers, jojo’s, Furby’s, interactieve games. Bij knikkers telt ook hoeveelheid en kwaliteit mee. Dus telt ook het verzamelelement mee: Hoe meer je er hebt hoe beter je bent.
Bij verzamelrages staat de verzamelwaarde centraal; daarna het spelelement. Het gaat hier dus puur om de kwantiteit van het speelgoed. Zoveel mogelijk dingen verzamelen om de loef tegenover andere kinderen af te steken. Hoe meer dingen je van iets hebt, hoe beter je bent in het spel, of hoe beter je bent tegenover andere dingen. Denk hierbij aan: Pokémon, Flippo’s. Vooral bij Flippo’s ging het ook om verzamelen. Hier waren zelfs speciale bewaarmappen voor. Het spelen was dan puur om meer Flippo’s te verwerven.
Themarages staan vooral centraal bij televisieprogramma’s of films. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn: Disney, Looney Tunes, Harry Potter. Het kopen van spullen met het logo van deze rages. Denk aan sokken, ondergoed etc. Hele kledinglijnen, schoolartikelen zijn ontworpen/aangepast met een van deze rages.
Zo lang de markt een goede afzet vindt voor rages en er nog veel mee te verdienen valt zullen rages altijd blijven. Een rage moet natuurlijk wel erg gewild zijn, want anders hebben de winkeliers er ook niets aan. De winkels verdienen er handenvol geld mee. Het is soms niet aan te slepen. Het is net kringloop, ze komen, gaan, passen zich aan en verstoten weer anderen. Het zal een voortdurende concurrentiestrijd blijven voor de verschillende producenten.
REACTIES
1 seconde geleden