Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

“Redde Wie Zich Redde Kan”, geen slechte titel

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Theaterverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 699 woorden
  • 6 april 2006
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
‘ “Redde Wie Zich Redde Kan”, geen slechte titel ’ is de vreemde maar volledige naam van het toneelstuk waarop ik een blik heb geworpen. Het werd gespeeld door de toneelgroep Stan en uitgevoerd in enkele zalen waaronder de Soetezaal in het STUK (Leuven). Dit was ook de laatste toneelopvoering in het STUK dit jaar en het was dus iets speciaals. Maar het was niet alleen speciaal omdat het de laatste opvoering was, maar ook omdat het weer een opvoering was, geschreven door een oude bekende, namelijk Thomas Bernhard met zijn vijf “Dramolette”. Eerst een woord over de toneelgroep. Stan heeft iets met farcen, dit zijn dolle, dwaze grappen of in het woordgebruik van toneel, kluchten. Maar Stan heeft ook iets met Bernhard. Van Molière kun je verwachten dat het burlesk gebracht wordt maar Bernhard is verre van evident. Hier gebeurt het wel en krijgen we een toch wel vreemde mix. Maar wel één die werkt. De groep Stan bestaat uit zes leden, waaronder drie acteurs ‘Jolente De Keersmaeker, Sara De Roo, Damiaan De Schrijver’, twee personen die instonden voor de vormgeving ‘Inge Büscher (kostuums), Thomas Walgrave (licht)’ en niet te vergeten de begeleider ‘Matthias De Koning’. Om toch iets over het toneel te zeggen, het grootste gedeelte van de voorstelling gaat naar wat je eigenlijk mime zou kunnen noemen. Je hebt vooreerst de verkleedpartijen tussen de verschillende stukjes tekst. Wanneer Damiaan De Schrijver een tafel probeert in elkaar te zetten, heb je eigenlijk slapstick. Daartussen heb je dan vijf - of zijn het er zes – stukjes tekst van Bernhard. Tekst waarin Bernhard soms zeer expliciet verwijst naar het zwarte verleden van Oostenrijk en een paar respectabele burgers schetst die, alhoewel ze in één geval zelfs een paar duizend doden op hun geweten hebben, hun weg maken in de naoorlogse maatschappij. Dit is typisch Bernhard, daarom ook een verwijzing naar ‘Professor Bernhard’, een toneelstuk die we eerder gezien en in grote mate subliem vonden. Om terug te komen naar deze opvoering, wij krijgen vooral het gedachtegoed van de toneelspelers te weten en deze zijn ze, in besloten kring, niet kwijt. Je hoort uitspraken die zo passen in de retoriek van het zwart blok, tenminste als je de officiële standpunten terzijde laat. Je hoeft maar te surfen op de aanverwante sites om massa’s dergelijke dingen tegen te komen. Zelfs op de site van Marie-Rose Morel, toch wel de persoon die het zwart blok salonfähig moet maken, vindt je dergelijke taal. Ik heb er de laatste tijd heel wat op rondgesurft, maar dat is een ander verhaal. We dwalen immers voor de tweede maal af. Dit contrast tussen het ‘mime’-gedeelte en Bernhards tekst is zowel het sterke als het zwakke punt van de voorstelling. Enerzijds wordt je stil van de tekst na een potje grinniken om zoveel onhandigheid, anderzijds begint de slapstick zijn eigen leven te leiden en verliest het zijn rol als versterker van de tekst. Vooral Damiaan De Schrijver, de enige mannelijke acteur van dit gezelschap, moet opletten dat de schitterende komiek en entertainer die hij is, de voorstelling niet al te vlug doet afglijden naar wat ze in ‘Het Peulengaleis’ zouden heten: “de show van De Schrijver, Damiaan.” Om nog een eigen mening er aan toe te voegen, ik vond het een prachtig stuk, opgevoerd in het prachtige STUK. Toen ik er aankwam zag ik eerst allemaal oude mensen en vroeg me af of dit toneelstuk die dag wel was maar daarna kwamen allemaal studenten en ik begon me terug op mijn gemak te voelen totdat er ook kinderen kwamen en me dezelfde vraag weer afvroeg. Het was niet alleen een prachtig stuk maar ook een grappig, vooral wanneer de acteurs zich steeds weer opnieuw omkleden en steeds weer moest ik mijn hoofd afwenden, niet van de verschrikking van de man. Neen, ik moest mijn hoofd afwenden omdat ik mijn lach niet kon inhouden wanneer enkele kinderen, één van vijf en één van negen ongeveer, hun hoofd omdraaiden omdat sommige dingen voor aan te zien waren. Na het toneelstuk vroeg ik me eigenlijk af of dit wel een toneelstuk was of een heel gezellig huisje met veel neonlampen waar je meer als drank krijgt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.