Volleybal

Ik ga jullie eerst wat vertellen over hoe volleybal in elkaar zit en daarna ga ik over de training beginnen. Het grootste gedeelte ga ik het over de training en de wedstrijden hebben.

Wat is nou eigenlijk volleybal?
Volleybal is een team sport, je kan het spelen met 2, 4 of 6 personen. Alleen bij de mini’s, ( leeftijdsklasse van 6 t/m 11 jaar) heb je een doorwisseling systeem. Bij de mini’s niveau 1 en 2 is het gooien over het net en weer vangen. Elke keer nadat er gegooid is dan moeten de kinderen doordraaien. Als iemand de bal laat vallen of de bal in het net gooit is diegene af. Deze gaat dan aan de kant zitten totdat iedereen af is of dat iedereen van de andere party af is. Ze beginnen altijd met 4 personen. Je wint dus als je alle tegenstanders uit het veld heb gespeeld. Bij niveau 3 gaat het precies hetzelfde alleen moet de eerste bal onderhands gespeeld worden. Degene die de bal vangt mag hem over het net heen gooien. Bij niveau 4 word de eerste bal ook onderhands gespeel en een ander moet de bal vangen. Diegene gooit de bal weer op en iemand anders moet dan de bal over het net heen bovenhands spelen.
Bij niveau 5 mag er al gesmasht worden.

Na de mini’s kom je bij de jeugd C. Hier speel je op een groter veld, en het net staat hoger. Dit is de leeftijdsklasse 12 en 13. (plaatje veld) Je speelt hier ook competitie, dat is elke zaterdag een wedstrijd spelen maar daar kom in nog op terug.
Hierna kom je bij de jeugd B. Hier krijg je wat meer spel in het veld. Alles gaat net iets beter dan in de C, het veld is bij de B ook wat groter en het net staat hoger. (plaatje laten zien ) Bij de jeugd B heb je een leeftijdsklasse van 14 en 15.
Daarna kom je bij de jeugd A. Hier gaat alles nog weer een beetje beter dan in de B. Het net staat nog weer hoger dan in de jeugd B. Het veld is gewoon even groot gebleven. (Foto’s maken woensdag) Dit is in de leeftijdsklasse van 16 en 17, bij ons ( dynamo neede ) word daar dus niet al teveel aandacht aan geschonken omdat ik en martje ook in de meisjes A zitten en wij zijn nog maar net 14.
Als je dit allemaal hebt gehad dan kan je naar de recreanten. Dames/Heren 1,2,3,4,5,6 of 7. Dames/Heren 1 is dan dus het beste.

Nu ga ik wat vertellen over de spelregels.
Het is de bedoeling dat je een volley maakt over het net ( hier komt de naam volleybal ook vandaan ). Een volley maak je door de bal over het net heen te spelen. Je begint het spel altijd met opslaan. Dit kan je bovenhands en onderhands doen. (laten zien hoe). Als je de bal dan naar de andere kant van het spel hebt opgeslagen, moeten degenen van de tegenpartij de bal passen. Dit kan bovenhands en onderhands. ( laten zien hoe ) De pass word gegeven naar de positie 2/3, ( ik leg zo uit wat de posities zijn) degene die op 2/3 staat, geeft een set-up naar mid of naar buiten. Deze persoon kan dan de bal smashen. (laten zien hoe)
Er zijn ook dingen die niet mogen met volleybal: Het is verboden om het net te raken, dan gaat er een punt naar de tegen partij, ook is het verboden om met je lichaam onder het net door te gaan, over de streep heen. Dit zijn regels die blessures voorkomen. Je mag ook alleen opslaan achter de lijn.
Posities
Je hebt verschillende posities in het veld, 1,2,3,4,5 en 6. (plaatje er bij)
Er zijn verschillende namen voor die posities, je hebt een set-upper, een mid en een passerloper. Ik zal laten zien waar je staat als je 1 van die posities hebt. (plaatje)
Wij, als meisjes A, spelen met een systeem. Dit is ingewikkeld uit te leggen maar ik ga toch proberen om jullie het te laten begrijpen. Als mensen over de vaktermen 1/5 of 2/3 praten dan weet je dat het over systemen gaat. Wij zijn nu bezig met het systeem 1/5 we spelen dit nog niet met de wedstrijden maar met trainen zijn we er al veel mee bezig. Het systeem 1/5 houdt in dat je met 1 set-upper speelt. De rest van het team heeft ook eigen plaatsen in het veld. Dus de set-upper gaat dus altijd naar de positie 2/3.

Training
Ik ga wat vertellen over onze training. We beginnen onze training altijd met een warming-up, dit moet om jezelf warm te krijgen, anders loop je meer kans op blessures. Wij doen dit meestal om eerst een warming-up voor ons zelf te doen. Dit doen we door heen en weer naar het net te lopen. Ondertussen zwaaien we met onze armen en doen hakkebillen en knieheffen enz. Daarna gaan we onze spieren rekken, dit doen we zo : (laten zien).
Als we dat gedaan hebben dan zegt deane of gerrit wat we moeten doen. Dit kan heel verschillend zijn, soms gaan we touwtje springen en een andere keer gaan we lijnen tik doen of dribbelen en dan rondjes om het veld lopen. Dit kan dus heel verschillend zijn. Als we dat hebben gedaan dan gaan we inspelen. Dit doe je door met 2 personen naar elkaar toe te spelen. Dit is om je vingers en armen warm te spelen zodat je minder kans hebt op blessures. Nadat we hebben ingespeeld gaan we oefeningen doen. Dit kan ook heel verschillend zijn. Soms gaan we passen, een andere keer gaan we aanvallen en weer een andere keer gaan we verdedigen of met de opslag aan de gang. Meestal gaan we op de training ook nog met het systeem bezig en aan het eind van de training gaan we nog even partijtje doen.
Helemaal op het laatst van de training moeten we nog even uitlopen dit is ook om blessures te voorkomen.