Piet Mondriaan

Piet Mondriaan Algemeen Pieter Cornelis Mondriaan wordt op 1872 in Amersfoort aan de Kortegracht geboren. Hij wordt gedoopt in de Nederlandse Hervormde Kerk en krijgt een Christelijke Opvoeding. Hij heeft een oudere zus Christien (1870-1939) en 3 jongere broers, Willem (1874-1945), Louis (1877-1943) en Carel (1880-1956). Zijn vader is hoofdonderwijzer van de eerste Christelijke lagere school in Amersfoort. In 1880 verhuist het gezin naar Winterswijk waar Mondriaan Sr. Hoofd wordt van de lagere school voor Christelijk Nationaal Onderwijs. In 1886 gaat Piet Mondriaan na 8 jaar van school om zicht voor te bereiden voor het behalen van de Akte L.O. Handtekenen. In 1889 behaalt hij de Akte L.O. Handtekenen. Hij gaat tekenles geven op de school van zijn vader en bereidt zich ondertussen voor op de Akte M.O. Handtekenen en Perspectief, met behulp van gepensioneerde Amsterdamse tekenleraar Jan Braet von Ueberfeldt (1807-1894). In 1890 exposeert hij 2 van zijn werken op de Tentoonstelling van Kunstwerken en Levende Meesters in Den Haag, en in 1892 behaalt hij de Akte M.O. Handtekenen en Perspectief, hij krijgt een studiebeurs van Koningin Emma en verhuist naar Amsterdam, en gaat wonen aan de Kalverstraat. Daar volgt hij veel opleidingen, en wordt hij lid van het Genootschap Kunstliefde waar hij tot 1909 regelmatig exposeert. In 1893 staat hij ingeschreven bij de “Grote Schildersklasse”. En hij wordt in 1894 lid van de Amsterdamse kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae en St. Lucas. In 1895 verhuist hij weer naar de Ruysdaelkade, en hij schildert als vrij kunstenaar voornamelijk landschappen. En geeft om in zijn levensonderhoud te onderzien, tekenlessen. In 1897 verhuist hij naar de Ringdijk in Amsterdam en in december weer terug naar de Stadhouderskade, en hij exposeert voor het eerst bij de Arti et Amicitiae en St. Lucas waar hij tot 1910 bijna jaarlijks aan exposities deelneemt. Piet schildert in 1900 onderwerpen uit de stad en omgeving van Amsterdam; afgemeerde boten, baggermolens, fabrieksterreinen en landschappen. De 10 jaar daarna is hij voornamelijk langs de rivier Het Gein te vinden met zijn vriend en vakgenoot Simon Maris en Arnold M. Gorter. Hij leert Albert van den Briel kennen (1881-1971) met wie hij jarenlang nauw contact houdt. In 1903 trekt hij in bij zijn broers Louis en Carel in Watergraafsmeer. In 1904 vestigt hij zich in Uden om tot rust te komen, maar in 1905 keert hij weer terug naar Amsterdam. In 1909 overlijdt de moeder van Piet Mondriaan. In 1910 wordt hij lid van de Parijse Kunstenaarsvereniging Société des Artistes Independants. Dan blijft hij een tijd in Parijs wonen. In 1914 exposeert hij in Zürich en Praag en stuurt 16 werken (compositie 1 t/m 16) naar Kunsthandel Walrecht in Den Haag, En bezoekt in de zomer zijn zieke vader en kan wegens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet terugkeren naar Parijs . En verblijft dus daarna in Arnhem, Amsterdam, Domburg en Laren. In 1917 maakt hij is wat anders dan landschappen hij maakt “een compositie met kleurvakken”. En is medeoprichter van het blad ‘De Stijl’ en publiceert hierin 12 hoofdstukken “De nieuwe Beelding in de Schilderskunst”. In 1920 maakt hij zijn eerste neoplastische schilderij “Compositie met geel, rood, zwart, blauw en grijs. Vanaf dat moment beperkt Mondriaan zich in zijn werk tot gebruik van vlakken in de primaire kleuren en de niet-kleuren zwart, wit en grijs en horizontale en verticale lijnen. In 1921 gaat hij weer terug naar Parijs waar hij tot 1936 blijft wonen en zich bezig houdt met de principes van het Neoplasticisme met kartonnen vlakken in de primaire kleuren. In 1922 heeft hij een Eenmanstentoonstelling ter ere van zijn 50e verjaardag in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Mondriaan schildert veel bloemschilderijen voor zijn levensonderhoud. In 1925 gaat Mondriaan zijn atelier opknappen met gekleurde vierkanten op witte muren. De jaren erna exposeert hij vele werken. In 1927 verkoopt hij zijn eerste werk in Amerika. En hij begint een boek over kunst, leven en samenleving. Mondriaan groeit in de loop der jaren steeds meer uit tot een groot kunstenaar en heeft vele contacten waardoor zijn werken erg goed in de smaak vallen en dus goed verkocht worden, hij wordt wereldwijd beroemd. In 1932 viert hij zijn 60e verjaardag. In 1935 kan hij door ziekte weinig schilderen, en houdt hij zich meer bezig met schrijven. In 1938 gaat hij samen met zijn goede vriend Winifred Nicholson naar Londen door de oorlogsdreiging met Duitsland. In 1939 verklaart Engeland de oorlog met Duitsland. Mondriaan wordt door vriend Holtzman gesmeekt naar New York te komen, maar Mondriaan kan het niet opbrengen te verhuizen. In 1940 krijgt Mondriaan via Holtzman een visum voor Amerika en vertrekt hij op 23 september per schip naar Amerika waar hij op 3 oktober in New York aankomt. Hij gaat er wonen en creëert er zijn vertrouwde omgeving door de muren wit te kalken en gekleurde panelen aan te brengen. In 1942 laat Mondriaan een testament maken en wijst daarin Harry Holtzman als enige erfgenaam aan. En hij begint aan een nieuw project: Victory Boogie Woogie en Broadway Boogie Woogie. De goede verkoop van zijn werk gaat Mondriaan verhuizen naar een groter appartement en laat de muren wit schilderen, en brengt kleurvlakken aan en maakt meubels van fruitkisten, spanlatten en ander afvalhout. In 1944 werkt Mondriaan hard aan Victory Boogie Woogie. Een opgelopen verkoudheid ontwikkelt zich tot een fikse longontsteking. Zijn arts Max Trubek laat hem opnemen in het Murray Hill Hospital, waar Mondriaan in de vroege ochtend van 1 februari op 71-jarige leeftijd overlijdt. Op 3 februari wordt Mondriaan onder grote belangstelling van de kunstwereld begraven op het Cypress Hill Cemetery. Bekende werken van Piet Mondriaan zijn: -Bomen langs de Gein -Conceptuele Appelbomen -Strand bij Domburg -Rouge, jaune, bleu -De Passiebloem -Rode Wolk -Freedom 45-95
Mondriaan schilderde meestal met acryl en olieverf op linnen doeken. Het gemeentemuseum in Den Haag heeft de grootste Mondriaan Collectie ter wereld, waaronder ook het bekende “Victory Boogie Woogie”. De volgende musea en instellingen in Nederland hebben werk van Mondriaan in hun collectie: -Van Abbemuseum in Eindhoven -Museum Belvèdere, in Heerenveen, -OranjewoudBergen Kunstmuseum in Bergen -Museum Boijmans van Beunigen in Rotterdam -Museum de Fundatie in Heino/Wijhe -Gemeentemuseum Den Haag in Den Haag/Scheveningen -Krüller-Müller Museum in Otterlo -Het Mondriaanhuis in Amersfoort -Noordbrabantsmuseum In Den Bosch -Rijksmuseum in Amsterdam -Stedelijk Museum Amsterdam SMCS in Amsterdam.