Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Orgaandonatie

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 3e klas vwo | 2335 woorden
  • 20 februari 2006
  • 77 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
77 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
ORGAANDONATIE. Inleiding. Wij houden ons betoog over de stelling: “Iedereen moet donor worden!” We willen eerst even een peiling houden, om te zien wie er nu al weet of hij of zij donor wil worden en of die mening aan het eind van ons betoog veranderd is. Er zijn vier keuzemogelijkheden om je in te schrijven voor donor: 1. Ja, ik wil donor worden. 2. Nee, ik wil geen donor worden. 3. Ik laat het over aan mijn familie. 4. Ik laat het over aan een aangewezen persoon. Wie is er voor stap 1?.........etc. Donorregistratie. Waarom registratie? Registratie is niet verplicht. Je maakt zelf de keuze of je wel of geen donor wilt worden. Het is wel belangrijk dat je een donorformulier invult, zodat je nabestaanden op het moment dat jij overleden bent jouw keuze weten en zeker weten dat zij niet de verkeerde keuze maken.
Hoe gaat de donatieprocedure? Als het lichaam van een overledene geschikt is voor donatie, kijkt de arts of diegene is geregistreerd als donor. Wanneer er toestemming is neemt de arts contact op met het orgaancentrum. Deze organisatie zorgt voor het toewijzen van organen of weefsels aan wachtenden. De donatie van Vitale organen zoals het hart, de longen, de huid, de nieren, en de lever kunnen alleen worden gedoneerd als de donor overlijdt op de intensive care. De donatie van weefsel kan wel altijd worden gedoneerd, ook als je thuis overlijdt. Bloed kun je alleen doneren als je nog in leven bent. Wie kan er donor worden? In de wet van orgaandonatie staat dat iedereen vanaf 12 jaar zelf toestemming kan geven voor het doneren van organen na overlijden. Maar er zijn wel een paar uitzonderingen: 1. Onder de 12 jaar. Kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar kunnen niet zelf beslissen of ze donor willen zijn of niet. Als er een kind onder de twaalf is overleden dan maken de ouders of voogd samen met een arts een beslissing. Als de ouders een verschil in de mening hebben dan is donatie niet mogelijk. 2. Van 12 tot 16 jaar
Tot zestien jaar kunnen de ouders of voogd de beslissing van de overledene wijzigen. De donatie gaat dan niet door. Als de ouders of voogd niet te bereiken is dan mag de donatie wel doorgaan. Heeft de overledene Nee ingevuld op het donorformulier, dan mogen de ouders, voogd of artsen dit niet weigeren en word de overledene geen donor. 3. 18e verjaardag
Als iemand van achttien overlijd en hij of zij heeft nog geen donorformulier ingevuld dan beslissen ook de ouders of voogd. Op het moment dat je achttien wordt en je hebt nog geen donorformulier ingevuld, dan krijg je deze op je achttiende thuisgestuurd. Belemmeringen voor donatie zijn: • mensen die in de prostitutie werken of prostituees bezoeken; • mannen die de afgelopen vijf jaar seks hebben gehad met mannen; • iemand die in de afgelopen twaalf maanden seks heeft gehad met iemand uit de vorige twee groepen. Mensen die aan de bovenstaande beschrijving voldoen kunnen besmet zijn met het HIV virus. Mensen die een tatoeage of piercing hebben kunnen wel donor worden tenzij zij die tatoeage of piercing in de afgelopen zes maanden is aangebracht. (Ook HIV besmetting). Als je je laat registreren, kun je niet bepalen voor wie jouw organen en weefsels bestemd zijn. Voor het toewijzen van een orgaan of weefsel is het belangrijk dat de bloedgroep en de weefselkenmerken overeenkomen tussen de donor en de ontvanger. De medische gegevens van alle wachtenden zijn opgeslagen bij Eurotransplant International. Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk, Duitsland en Slovenië zijn bij Eurotransplant International aangesloten. Ontvangers uit Nederland kunnen dus ook uit het buitenland een orgaan of een weefsel ontvangen, ook kan dit natuurlijk andersom. Een donor uit Nederland kan een orgaan of weefsel afstaan aan iemand uit het buitenland. Het donorformulier. Bij een arts of apotheek kun je een donorformulier aanvragen, dit kan ook telefonisch of per e-mail. Deze vul je in naar je eigen keuze. Er zijn vier dingen waar je uit kunt kiezen. 1. Ja. Je besluit donor te worden en bij overlijden een of meerdere weefsels of organen af te staan. 2. Nee. Je besluit geen donor te worden
3. Je laat de beslissing over aan de nabestaanden. Dit betekent dat jouw familie weet dat jij in principe wel donor wilt zijn, maar je laat de beslissing aan hen over. 4. Je laat je beslissing over aan een persoon die je met naam noemt. Deze persoon weet dan dat jij in principe bereid bent om donor te zijn, maar diegene kan een beslissing nemen. Als je na een tijd een andere mening krijgt, kun je opnieuw een donorformulier aanvragen en opsturen met jouw nieuwe mening. Na een registratie of wijziging, krijg je van het donorregister binnen zes weken een bevestiging thuisgestuurd als controle of wel de juiste beslissing is verwerkt. Hersendood Iemand die hersendood is lijkt vaak nog te leven, maar leeft niet meer. Als iemand hersendood is klopt zijn hart niet meer door de prikkels van de hersenen maar door kunstmatige apparatuur, daarom is er ook nog een hartslag te zien op een monitor. Iemand die een ernstig ongeluk of een hersenbloeding heeft gehad kan hersendood zijn. Zo iemand kan nog wel donor zijn, maar dan moeten binnen zo’n drie minuten dat de kunstmatige beademing is gestopt de organen worden getransplanteerd. Na deze tijd zijn de organen niet meer geschikt voor transplantatie Geschiedenis en toekomst. In de oudheid hielden Egyptenaren, Chinezen en Indiërs zich al bezig met huidtransplantaties. Het verhaal gaat dat in 287 na Christus door de chirurgen Cosmas en Damianus al een been getransplanteerd is. Zij vervingen het zieke been van een Romein door het gezonde been van een Moor die kort daarvoor was overleden. De Romein ging vanaf die dag door het leven met een zwart en wit been. • 1905: Eerst hoornvliestransplantatie in Duitsland, Wenen. • 1954: Eerste succesvolle niertransplantatie, in Amerika. (door tweelingbroers) • 1966: Eerste niertransplantatie in Nederland, Leiden. (van moeder op zoon) • 1978: Eerste levertransplantatie in Nederland, Groningen. • 1984: Eerste harttransplantatie in Nederland, Rotterdam. • Sinds 1989: Levertransplantaties in Nederland, Groningen. • 1996: Eerste hart-longtransplantatie in Nederland, ook in Groningen. In de toekomst zal het aantal transplantatie steeds groter worden. De laatste jaren is het ook mogelijk om de dunne darm te transplanteren en in Amerika is voor het eerst een strottenhoofd van een donor gebruikt. Vraag: Wat is xenotransplantatie? Het transplanteren van levende cellen, weefsels of organen van een dier noemen we xenotransplantatie. Dierlijke organen worden niet zomaar door het menselijk lichaam geaccepteerd. Het orgaan zal vrijwel direct worden afgestoten. Om te voorkomen dat dit gebeurt, zijn de organen voorzien van menselijke kenmerken. Er is nog te weinig bekend over de gevaren van deze methode om hem veel toe te passen. Xenotransplantatie is dan ook niet de oplossing om op korte termijn het tekort aan donoren te verminderen. Wel is het tegenwoordig mogelijk om hartkleppen van varkens of een klep die gemaakt is van het hartzakje van runderen bij mensen te transplanteren. Deze dierlijke weefsels worden chemisch behandeld zodat het menselijk lichaam ze niet afstoot.
Welke organen en weefsels + functie: 1. De lever. De lever maakt stoffen aan die nodig zijn voor transport van eiwitten, suikers en koolhydraten door het
bloed. De lever maakt verontreinigd bloed weer schoon en maakt gal, waardoor vetten uit het voedsel opgenomen en verteerd worden. De lever scheidt je lichaam dus van een deel van de afvalstoffen. Dit heet excretie. Een bekende leverziekte is hepatocyten. Hierbij treedt er plotseling een ernstige beschadiging op aan de levercellen, waardoor het functioneren van de lever afneemt. Als gevolg hiervan kan de lever de afvalstoffen niet meer afbreken en ontgiften, zodat de giftige stoffen zich ophopen in het zenuwstelsel. 2. De longen. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee. De long is omgeven door een
longvlies. De lucht die we via de neus of mond inademen, bereikt via de keelholte de luchtpijp. Deze splitst zich in twee grote vertakkingen. Elke vertakking gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere luchtkanalen. Deze monden uit in de longblaasjes. De functie van de longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Met de uitgeademde lucht verdwijnt koolstofdioxide uit het lichaam. Bij longkanker groeit er een plaveiselcel op je longen. Dit wordt ook wel een tumor genoemd. Deze cel breidt zich steeds verder uit, waardoor de functie van de longen wordt verzwakt. Bij een andere vorm van longkanker zijn er een aantal longcellen die heel snel gaan delen, waardoor je een gezwel in je lichaam krijgt. Ook deze verspreidt zich over je hele lichaam. 3. De nieren. Via de nierslagader wordt bloed met afvalstoffen naar de nieren gevoerd. De nierslagader vertakt zich in
een wirwar van bloedvaatjes. Aan het einde hiervan zit een filter en een opvangreservoir. De nier bevat een groot aantal van deze filtersystemen, die zich bevinden in nierschors. Alleen de kleinste deeltjes worden door de bloeddruk via de filters in de opvangreservoirs geperst. Deze deeltjes bestaan zowel uit belangrijke voedingsstoffen als afvalproducten. Van het folter- en opvanggedeelte lopen kleine buisjes naar het nierbekken. Deze buisjes, zorgen voor de heropname van water en voedingsstoffen in het bloed en voor de afvoer van afvalstoffen naar het nierbekken. De afvalstoffen worden, in een geconcentreerde vloeibare vorm, vanuit het nierbekken via de urineleiders naar de blaas getransporteerd. Als je nieren niet meer werken, wordt je lichaam van binnen langzaam vergiftigd. Het is dus zeer belangrijk dat je nieren goed werken. 4. Het hart. Het hart is de belangrijkste spier in je lichaam. Hij is gevuld met bloed en trekt ongeveer 60 tot 80 keer per
minuut samen. Elke keer als de spier samentrekt, pompt het je bloed door je lichaam. Je hart werkt zo hard dat het op 1 dag een tankwagen van 7000 liter vol zou kunnen pompen. De eigenlijke functie van het hart is zuurstof en voedingsstoffen vervoeren. 5. De hartkleppen. De hartkleppen werken als een soort ventiel. Ze zorgen ervoor dat als bloed weggepompt wordt, het
niet meer terug kan stromen. Bij een aandoening van de hartkleppen is er sprake van een afwijking en/of onvolledige functie van een van de vier hartkleppen. De kleppen gaan bijvoorbeeld moeilijk open, of ze sluiten juist niet meer goed, waardoor lekkage optreedt. Bij een aandoening van de hartkleppen heeft de patiënt lang niet altijd klachten. Als het een zeer ernstige vorm is, kun je echter wel last krijgen van bijvoorbeeld kortademigheid en hartkloppingen. 6. De alvleesklier. De alvleesklier heeft twee belangrijke functies . Hij speelt ten eerste, door het aanmaken van
hormonen zoals onder andere insuline, een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel. Ten tweede zorgt de alvleesklier voor de productie van alvleeskliersap. Dit alvleeskliersap bevat enzymen die in de twaalfvingerige darm nodig zijn voor de vertering van het voedsel. Door een aantal verschillende oorzaken kan de alvleesklier gaan ontsteken. We spreken dan van pancreatitis. De ontsteking van de alvleesklier kan een paar weken duren, maar kan ook langdurig aanwezig blijven. 7. De dunne darm. De dunne darm is een zeer belangrijk orgaan waar de voedingsstoffen in opneembare stukjes worden ‘geknipt’ door de verteringsenzymen waarna deze stukjes door de darmcellen worden opgenomen en afgegeven aan het bloed. Het oppervlak van de darmwand is bezaaid met vingervormige uitstulpingen waardoor een enorme oppervlaktevergroting ontstaat. Dit oppervlak wordt o.a. gebruikt voor de aanhechting van enzymen en bacteriën die helpen bij de spijsvertering. Een bekende dunne darmziekte is de ziekte van Crohn. Dit is een chronische darmontsteking. Bij deze ziekte moet vaak een deel van de dunne darm worden verwijderd. 8. De huid. Ook de huid kan getransplanteerd worden. Dit gebeurt vooral bij tweede- en derdegraads brandwonden. Door
de donorhuid genezen de brandwonden sneller en kan de kans op ernstige littekens worden verkleind. 9. Bot- en peesweefsel. Bij patiënten met bottumoren kunnen botdelen vervangen worden door stukken donorbot. Beschadigde gewrichten door ongelukken kunnen soms hersteld worden met peesweefsel van een donor.
Aantal donoren Van alle mensen in Nederland heeft 4.7 miljoen mensen van boven de achttien jaar een donorformulier ingevuld. Dit is 37% van de Nederlandse bevolking. 55% van de geregistreerde geeft toestemming voor donatie, 33% geeft geen toestemming en de overige 12% laat de beslissing over aan de nabestaanden Verschillende meningen: Voorargumenten om donor te worden: • Je kunt het leven van zieke mensen verlengen en of redden; • Je hebt toch niets meer aan je organen als je dood bent; • Als jij een ernstige ziekte krijgt, hoop je ook dat jij een donororgaan krijgt; Tegenargumenten om donor te worden: • Familie en vrienden kunnen geen afscheid nemen; - Dit is niet waar. De operatie wordt zo snel mogelijk uitgevoerd, zodat het lichaam gewoon opgebaard kan worden. • Mijn lichaam ziet er heel eng uit na de operatie; - Na een donatie proberen artsen je lichaam zo goed mogelijk op te lappen, zodat je niets meer van de transplantatie kunt zien. Alleen bij een huiddonatie, kan het zijn dat je een aantal littekens ziet zitten. • Ik mag geen donor zijn van mijn geloof; - Daar kan een arts of jijzelf niets aan veranderen. • Ik moet vast voor een donatie betalen; - Ook dit is niet waar. De familie van de ontvangende patiënt betaalt de operatie. Nabestaanden moeten natuurlijk wel de begrafenis of crematie betalen. • Ik weet niet zeker of het voor mensenlevens wordt gebruikt. Misschien gebruiken ze het wel voor experimenten. - Donororganen worden uitsluitend gebruikt om mensenlevens te redden. Als je wilt dat je organen naar de wetenschap gaan, kun je dit zelf aanvragen. Door een ersntig ongeluk verloor Els Schneider op 28-jarige leeftijd haar gezichtsvermogen. Na het ongeluk lag ze lange tijd in het ziekenhuis. Daar leerde ze Bart kennen. Hij werkte toen in het ziekenhuis bij de administratie. Ongezien nam zij hem als haar echtgenoot. Ze trouwden op gevoel. Haar drie kinderen en vijf kleinkinderen heeft ze nog nooit gezien. Verhaal orgaandonatie Na 40 jaar onderging Els een geslaagde hoornvliestransplantatie. “Ik wist wel dat hij prachtig haar had, maar nu kan ik het ook zien.” Els verteld dat haar buurvrouw er heel anders uitziet dan ze verwacht had en dat ze vooral van zichzelf schrok: “Toen ik blind werd, was ik 28. Ik wist dat ik veranderd was, maar dat beeld had ik toch nog steeds van mezelf.”

REACTIES

B.

B.

in het werkstuk staat een stukje over leverziekten. "Een bekende leverziekte is hepatocyten"...Hepatocyten zijn echter 'levercellen' en geen ziekte. Bedoeld zal zijn '(acute) hepatitis

17 jaar geleden

A.

A.

Orgaandonatie vindt altijd plaats voor het overlijden.

Dat orgaandonatie plaatsvindt voor het overlijden is bij het gros van de mensen niet bekend. In alle propaganda wordt gesproken over donatie na het overlijden. Indien bekend zou zijn dat de donatie voor het overlijden plaats vindt zal dat er toe leiden dat nog minder mensen bereid zouden zijn hun organen beschikbaar te stellen. Dit is zeer waarschijnlijk de reden dat ook de overheid spreekt over “na het overlijden”.
Operaties waarbij vitale organen worden verwijderd mogen in Nederland alleen worden uitgevoerd als de patiënt is overleden. Organen uit een stoffelijk overschot zijn niet meer vitaal en dus onbruikbaar. Op het moment dat duidelijk werd dat alleen levende organen konden worden gebruikt voor transplantatie moest een oplossing worden gezocht. Hiertoe is het begrip hersendood ingevoerd. Mensen met ernstig hersenletsel die in een diep coma liggen worden onderzocht op hun hersenfunctionaliteit en worden vervolgens hersendood verklaard. Door vervolgens deze weerloze mensen dood te verklaren ontstaat wettelijke ruimte om bij deze patiënten de organen te verwijderen waarbij de dood onherroepelijk intreedt.
De overheid gaat zo ver dat zij in de wet misleidende teksten heeft opgenomen. In de Wet op Orgaandonatie wordt gesproken over “na overlijden” en “beademing van een stoffelijk overschot”. Het beademen van een stoffelijk overschot is doelloos. Dat de uitneemoperatie zonder narcose plaatsvindt weet vrijwel niemand. Mogelijk horen en voelen de patiënten alles, maar zijn niet in staat dit kenbaar te maken.
Het onderzoek naar de hersendood vindt plaats bij mensen die ernstig hersenletsel hebben opgelopen. Ze hebben hulp nodig van machines en medici om te overleven, om de tijd te overbruggen die ze nodig hebben om te herstellen voor zover dat mogelijk is. Die hulp hebben ze nodig van medici die een eed hebben afgelegd om voor hun patiënten te zorgen. Hun patiënten, niet die van een ander.
Dat herstel neemt soms lange tijd in beslag. Deze patiënten hebben er recht op om die tijd te krijgen. Het recht op leven is een basisrecht van de mens.
Op het moment dat de patiënt door artsen hersendood wordt verklaard leeft de patiënt nog en dat verandert niet door hem dood te verklaren. Zo gaat een patiënt levend naar de operatiekamer.
Op dit moment is er maar één manier om te voorkomen dat je vroegtijdig dood wordt verklaard en levend wordt geopereerd en dat is door zelf een duidelijk NEE invullen in het donorregister. Tenzij je weet wat je kan verwachten en daar niet tegenop ziet. Vul dan een JA in.

7 jaar geleden

F.

F.

hallo ik heb even een vraag want hoe is nou de orgaandonatie in Nederland geregeld?

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.