Meningococ

Meningococ De menigococ bacteriën zijn bacteriën die hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging kunnen veroorzaken. Deze bacteriën zit bij een op de vijf mensen in de neus en keelholte zonder dat ze dat ze daar ziek van worden. Ze worden pas ziek als de bacterie zich door de beschermde slijmlaag van de neus heendringt. Het is niet precies bekend waarom sommige mensen wel ziek worden en andere niet, waarschijnlijk heeft het te maken met een verminderde weerstand. Als de bacterie eenmaal door de slijmvlieslaag heen is kan je hersenvliesontsteking krijgen of bloedvergiftiging, het kan ook voorkomen dat je het allebei krijgt. Hersenvliesontsteking wordt ook wel meningitis genoemd en bloedvergiftiging sepsis. De ziekenverschijnselen van meningococ is vaak moeilijk te herkennen omdat het veel op griep lijkt namelijk: • Hoge koorts • Hoofdpijn, vooral bij het buigen van de nek • Spierpijn • Nekstijfheid daarom wordt hersenvliesontsteking ook wel eens nekkramp genoemd. • Misselijk en overgeven
Bij bloedvergiftiging komen er nog wat meer verschijnselen bij namelijk • Rode puntjes op je huid (huidbloedinkjes) die als je er met een glas op drukt niet wit worden • Sufheid

Als er rode puntjes kunnen overal op het lichaam voorkomen. In het begin zijn ze heel erg klein, maar later worden het er meer en kunnen de vlekjes uitgroeien tot blauwe plekken. En daarna tot ernstig aangetaste huid, waardoor het nodig kan zijn om die delen te amputeren, bijv. tenen, vingers, of zelfs hele armen of benen. Het is daarom van levensbelang dat je zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gaat. Om te voorkomen dat de vlekjes meer worden en nog groter. Hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging kan langzaam of heel snel beginnen. Meestal ligt de tijd van besmetting en ziek worden tussen de 2 a 10 dagen in de meeste gevallen is dat op de 3de of 4de dag. Het is nooit duidelijk wanneer je precies besmet bent geraakt. De menigococ bacterie wordt overgebracht door praten, hoesten en niezen want dan komen er piepkleine druppeltjes vrij die iemand anders in kan ademen, en dan kan je dus besmet raken. Je kunt dus ook besmet raken door zoenen en van iemand anders zijn glas drinken. Als er eenmaal iemand ziek is dan krijgt de patiënt antibiotica. In een gezin komt het weinig voor dat er nog iemand ziek wordt, maar meestal krijgt de rest van het gezin uit voorzorg ook antibiotica. Op school komt het heel zelden voor dat er een 2de zieke is, daarom krijgen klasgenoten en leerkrachten geen antibiotica. In Nederland krijgen ongeveer 1250 mensen per jaar de meningococcenziekte meestal zijn het kinderen, omdat ze minder weerstand hebben opgebouwd dan volwassenen, want hoe langer iemand de bacterie bij zich draagt hoe meer weerstand hij ertegen opbouwt Vooral de leeftijdsgroep van 0-5 jaar is vatbaar omdat die nog weinig weerstand hebben en de groep van 14-19 jaar omdat die veel nauw contact hebben in slecht geventileerde ruimtes bijv. in discotheken of op school. Van de zieken overlijdt jaarlijks ongeveer 10% terwijl 20% restverschijnselen van de ziekte overhouden zoals: slechthorendheid, epileptische aanvallen, littekens, geamputeerde delen van het lichaam en blijvende hoofdpijn. Je kunt voorkomen dat je ziek wordt door de meningococ bacterie door goede voeding, zorg dat je niet heel moe wordt, niet niezen in iemand anders zijn gezicht en gebruik papieren zakdoekjes als je verkouden bent, die zijn voor eenmalig gebruik, en door vaccinaties. Sinds 1993 is er een vaccin tegen een bepaalde soort meningitis (HIB) opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma. HIB was tot 1993 de grootste veroorzaker van meningitis voor kinderen tot 4 jaar. Door de invoering van deze vaccinatie komt deze vorm van meningitis nauwelijks meer voor. Meningococcen A komt vooral voor in Afrikaanse landen. Tegen meningokokken B, de grootste veroorzaker van meningitis in Nederland is nog geen vaccin. Sinds augustus 2001 heeft Nederland een nieuw vaccin tegen meningococcen type C. Meningokokken C, komt de laatste jaren steeds vaker voor in Nederland. Daarom heeft minister Borst besloten om een vaccinatiecompagne te houden: alle Nederlandse jongeren van 14 maanden tot en met 18 jaar (dat zijn ongeveer 3,5 miljoen mensen) krijgen een inenting tegen meningokokken C. De minister volgt hiermee het advies op van de Gezondheidsraad. Sinds de vaccinaties zijn er veel minder ziektegevallen in Nederland van Meningococcen C. In totaal moeten ongeveer 3,5 miljoen kinderen en jongeren een vaccinatie krijgen. Voor de zomervakantie 2002 kregen alle kinderen in de leeftijd van 14 maanden tot en met 5 jaar plus de jongeren van 15 jaar tot en met 18 jaar een prik. Na de zomer kregen de kinderen van 6 tot en met 14 jaar de vaccinatie. In september 2002 wordt de meningokokken-C-vaccinatie ook opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (voor kinderen vanaf 14 maanden). Het rijksvaccinatieprogramma zijn de inentingen die ieder kind krijgt vanaf 2 maanden.