Kanker

Inleiding

Ik hou mijn spreekbeurt over kanker, omdat ik een paar mensen ken die kanker hebben. Verder leek het mij ook een interessant onderwerp omdat er best veel mensen kanker hebben.

Ik heb geprobeerd om duidelijk te maken hoe kanker kan ontstaan en hoe het genezen kan worden.

Ik heb voor mijn spreekbeurt informatie gehaald van internet, en ik heb een boek uit de bibliotheek gehaald.

Hoe ontstaat een tumor?

In ons lichaam vindt celdeling plaats. De informatie om de celdeling te regelen en te controleren ligt vast in onze genen.

Maar doordat onze cellen worden blootgesteld aan schadelijke invloeden kunnen ze beschadigen. Normaal zullen de genen de schade herstellen. Een cel kan echter ook onherstelbaar beschadigd raken. Op den duur kan dit veranderingen in de genen veroorzaken. De celdeling raakt dan ontregelt en er staat een overmatige celdeling, die tot een tumor leidt.

Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumors. Alleen bij kwaadaardige tumors is er sprake van kanker. Bij goedaardige krijgt ons lichaam de celdeling weer onder controle en verspreiden de cellen zich niet meer door het lichaam. Soms wordt een goedaardige tumor verwijderd omdat het tegen omliggende cellen drukt, en zo erg vervelend is. Een voorbeeld van een goedaardige tumor is een wrat.

Bij een kwaadaardige tumor krijgt ons lichaam de celdeling niet meer onder controle. Een kwaadaardige tumor drukt niet alleen de omliggende organen opzij, maar kan ook daarin binnengroeien en/of uitzaaien.

Bij een kwaadaardige tumor kunnen er ook cellen loskomen. Die cellen worden dan via het bloed en/of via de lymfe verspreid. Zo kunnen er kankercellen in andere organen terechtkomen en daar uitgroeien tot een tumor. Dit is uitzaaiing.

Kan je worden genezen?

Of je genzen kan worden van kanker hangt af van:

· de soort kanker die je hebt · wanneer het ontdekt is · de gezondheid van de patiënt

Er zijn nu een aantal manieren om kanker te behandelen, namelijk:

· Chemotherapie · Bestraling · Operaties

Deze methodes geven geen garantie op genezing.

Bij een chemotherapie en bestraling worden niet alleen de kankercellen aangepakt, maar ook de gezonde cellen hebben er ernstig onder te lijden. Dit heeft als gevolg dat het lichaam verzwakt waardoor het immuunsysteem wordt aangetast.

Ook kunnen er tijdens de operatie kankercellen in de bloedbaan terechtkomen, waardoor de kanker na een paar jaar weer terug kan komen.

Chemotherapie

Een chemotherapie bevat een aantal medicijnen die ervoor zorgen dat kankercellen niet verder kunnen groeien en zich niet meer kunnen vermenigvuldigen (kankercellen vermenigvuldigen namelijk veel te snel en ze gaan niet op tijd dood). Doordat het proces zo even stopt, kan het lichaam ontdekken of een cel kwaadaardig is. Is een cel kwaadaardig, dan krijgt de cel een opdracht om zichzelf te vernietigen. Op deze manier wordt geprobeerd een tumor te verkleinen en uitzaaiing te voorkomen.

Bijwerkingen

Doordat een chemotherapie ook schadelijk is voor gezonde cellen heeft een chemotherapie ernstige bijwerkingen:

· De patiënt kan nog zieker worden · De patiënt kan ernstige hart- en darmproblemen krijgen · misselijkheid · vermoeidheid · immuunsysteem wordt beschadigd · patiënt kan komen te overlijden

Bestralen

Je hebt inwendige bestraling en uitwendige bestraling.

Bij inwendige bestraling wordt er radioactief materiaal in of bij de tumor aangebracht of in het orgaan waar de tumor is verwijderd.

Bij uitwendige bestraling komt er straling uit een apparaat en dringt van buitenaf door in de kankercellen.

Afhankelijk van de soort kanker verschilt de soort van de bestraling en de duur ervan. Als iemand al een operatie heeft ondergaan, en de tumor is al verwijderd, dan kan diegene een bestraling krijgen tegen de pijn. Dat hoeft dan maar een enkele keer te gebeuren. Maar bij bijvoorbeeld een lymfoom, moet een patiënt zelfs meerdere dagen per week of zelfs meerdere weken achter elkaar bestraald worden.

Bijwerkingen

Bestraling werkt vooral op sneldelende cellen. Dus op kankercellen, maar ook op andere gezonde cellen zoals bijvoorbeeld een haarcel en een huidcel.

Welke bijwerkingen er optreden hangt af van de plaats die bestraald wordt.

Een algemeen verschijnsel is vermoeidheid

Roken en kanker

Zware rokers hebben ongeveer 60 keer meer kans op het krijgen van longkanker dan niet-rokers, en matige rokers ongeveer 15 keer. Ook andere soorten kanker zoals blaaskanker, slokdarmkanker en alvleesklierkanker kunnen door roken veroorzaakt worden. Verder draagt roken ook nog bij aan het ontstaan van leverkanker, maagkanker, nierkanker, sommige soorten leukemie en darmkanker.

Als je stopt met roken daalt de kans op kanker geleidelijk aan. Na tien jaar hebben zware rokers nog 20 keer meer kans op kanker dan niet-rokers en bij matige is dat 2 keer.