Het Apocalypsmotief

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 5e klas havo | 1901 woorden
  • 20 november 2001
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
18 keer beoordeeld

Het Apocalypsmotief “Het grote gebeuren”, van Belcampo en “De komst van Joachim Stiller”, van Hubert Lampo zijn de twee boeken, waarover wij onze presentatie houden, met als gekoppeld onderwerp “het Apocalypsmotief”. Apocalyps is een naam voor Joodse en Christelijke geschriften uit het begin van onze jaar telling, waarvan de schrijvers overtuigd waren van het naderende einde van de wereld, terwijl zij meenden te weten hoe dit laatste oordeel verlopen zou. Deze visioenen en profetieën staan o.a. gedetailleerd in “de openbaring van Johannes”, het laatste boek van het Nieuwe testament. In “Het grote gebeuren” gaat het over de jongste dag, de dag waarop er rechtgesproken zal worden over het goede en het kwade. Het verhaal speelt zich af in het Overijsselse stadje Rijssen, waar de schrijver in zijn jeugd opgegroeid is. In dat Rijssen plaatst de schrijver zichzelf als volwassene, die er na tientallen jaren weer is teruggekeerd. Het begint op een avond met het verschijnen van een aantal uiterst vreemde dieren in de huizen. Er gebeurt verder niets opzienbarends die nacht, maar de volgende morgen ziet alles er toch anders uit dat anders. Het hele dorp zit vol met vreemde beesten. Toch gaat iedereen gewoon zijn gang en doet de dingen die moeten gebeuren. De psychologische verklaring van Belcampo luidt: “schrik hield hen in het spoor”. Wanneer mannen te paard het dorp binnen stormen: de apocalyptische ruiters, zijn de zaken niet meer te ontkennen. Vanuit openingen in de dichtgesluierde lucht komen engelen en duivels. Ze komen ieder om het zijne te halen en daar maakt de schrijver zich dan ook wel zorgen om. Door zich te vermommen in een duivelspak, weet de schrijver de duivels voor de gek te houden en durft zich weer in de stad te vertonen om te zien hoe het er daar aan toe gaat. Het beeld, wat hij daar te zien krijgt, bestaat vrijwel alleen uit het wegvoeren van de mensen. Over het algemeen kan Belcampo zich wel vinden in de keuzes, die werden gemaakt, Alleen de volgens hem aardige mensen bleven bespaard. Deze goedkeuring leidt tot medewerking om wanttrouwen te ontlopen. Hij neemt op bescheiden wijze deel aan het straffen van de kwaden, maar hij bedenkt zich dan, dat hij meer zou kunnen doen. Hij wil dan bij twijfelgevallen de doorslag kunnen geven. Er schiet hem dan een persoon binnen, bij wie hij dat in positieve zin zou willen doen. Die persoon is een vrouw die een buitenechtelijke relatie heeft met Belcampo. Uiteindelijk vindt hij de vrouw en hij weet haar naar de hemel te krijgen. Wanneer het proces slaagt, blijft Belcampo over als laatste mens in Rijssen. Wanneer Belcampo een paar vermoeide en bedroefde engelen ontmoet, blijkt dat ze naar hem op zoek zijn en ze nemen hem mee naar de hemel. In het boek “de komst van Joachim Stiller”, is de verteller een ikpersoon, namelijk Freek Groenevelt. Hij is schrijver en hij werkt bovendien op de stadsredactie van “de Scheldebode”. Wanneer Freek op een dag in een café zit te studeren kijkt hij naar buiten en ziet hoe vier arbeiders rustig de straat openbreken, zodat het verkeer opgehouden wordt. Wanneer de straat eenmaal opengebroken is leggen ze de keien zo na enige tijd weer op hun plaats, zonder enige werkzaamheden verricht te hebben. Op aandringen van de baas van het café besluit Freek een stukje over het voorval te schrijven in “de Scheldebode”. Maar enkele dagen na het voorval in de Kloosterstraat ontvangt de hoofdredactie van de krant een brief van de wethouder van openbare werken, waarin men het voorval ontkent. Naar aanleiding van deze brief bezoekt Freek de wethouder, die toegeeft dat hij wist dat de straat opengebroken was, maar dat het niet door zijn technische dienst is gedaan. Aldus de wethouder is het niet de eerste keer dat er zoiets is gebeurd. Freek is het zat en hij stelt voor de zaak te vergeten. Een dag later ontvangt Freek een brief uit 1919, aldus de poststempel. In de brief wordt voorspeld dat hij een stukje over het voorval in de kloosterstraat zal schrijven, dat hij het inmiddels al gedaan heeft en dat er de komende tijd nog meer gebeurtenissen volgen die voor Freek vreemd zullen zijn. De brief is ondertekend door Joachim Stiller. Freek herinnert zich dat zijn vriend Andreas hem het reclameadres van het literaire jongerenblad Atomium heeft gegeven. Hier ontmoet Freek de aantrekkelijke redactiesecretaresse, Simone Marijmissen, die eveneens een brief van Joachim Stiller blijkt te hebben ontvangen. Hierin staat dat ze Freek niet meer moeten bekritiseren, omdat hij binnenkort een belangrijke opdracht moet uitvoeren. De mensen van Atomium denken dat Freek zelf Stiller is. Freek is beledigd en vertrekt daarom. In de periode hierna ontmoet Freek een oude schoolvriend, die hem graffiti van obscene poppetjes laat zien. Uit een urinoir komt dan een schamel gekleed mannetje te voorschijn en Zijlstra gaat vliegensvlug achter hem aan. Wanneer Freek naar huis gaat, begint het plotseling te regenen en hij schuilt in de boekenwinkel van zijn oude vriend Molijn. In de winkel trekt een oud boek de aandacht van Freek. Hij mag het lenen en het blijkt een analyse van de Openbaring van Johannes te zijn, met als voornaamste kenmerk dat de tijd plotseling op zou kunnen houden. Freek wil meer over de schrijver te weten komen. Wanneer Freek aan het stappen is ontmoet hij in een van de kroegen Simone met haar verloofde. Simone geeft Freek tijdens het dansen een brief van Stiller, waarin hij goedkeurt dat de twee uitverkorene elkaar hebben ontmoet. Door een bevriende bibliothecaris weet Freek er achter te komen dat de analyse door Joachim Stiller was gebeld om te zeggen dat ze Freek niet alleen had mogen laten. Hierna rijden ze samen naar Brussel om de eerste brief door professor Schoenmakers te laten onderzoeken. Hij blijkt inderdaad 38 jaar oud te zijn. Simone blijft slapen bij Freek en ‘s nachts worden ze gewekt door muziek uit de nabij gelegen kathedraaltoren. Niemand lijkt het te merken en Freek zijn horloge staat stil. Stiller belt om te zeggen dat hij vertrouwen in hen heeft. Freek en Simone praten met Geert Molijn over de angst die dit alles met zich meebrengt. Op straat wordt Freek door een man aangesproken, die zegt dat de dood kan komen als een dief in de nacht. Dan treedt er een zonsverduistering op en op de reactie zegt men dat dit jarenlang de ondergang van de wereld heeft geassocieerd. Wanneer Freek en Simone naar het circus gaan worden ze weer met meneer engel geconfronteerd, die freek al eerder had verteld dat de dood kan komen als een dief in de nacht. Freek raakt overspannen en komt erachter dat volgens de analyse in het lopende jaar de aarde zal vergaan. Freek verkeerd in doodsangst die hij associeert met het eind van de oorlog waarin een Amerikaanse militair sterft aan de voeten van Freek. Zijn naam was Joachim Stiller. Simone verteld dat ze zwanger is en freek ontvangt een brief van Stiller, die Freek s’avonds op het stationsplein wilt ontmoeten. Wanneer ze daar aankomen, komt er een blonde man op hen aflopen maar voordat ze elkaar kunnen ontmoeten wordt Stiller door een vrachtwagen overreden. Ondanks dat Freek Stiller niet heeft kunnen spreken vindt hij dat Stiller een nieuwe betekenis aan z’n leven heeft gegeven. Wanneer Freek en Simone besluiten afscheid te nemen van de dode blijkt dat het lijk na drie dagen is verdwenen wat voor Simone en Freek het teken is dat alle ellende voorbij is. 4. Wanneer we ‘het Grote gebeuren’ van Belcampo en ‘de komst van Joachim Stiller’ van Hubert Lampo met elkaar vergelijken zijn er een aantal verschillen aan te wijzen. Ten eerste speelt in de komst van Joachim Stiller het verleden een belangrijke rol. Steeds komt weer de herinnering van de oorlog bij Freek boven. Deze herinnering uit zich vooral op de momenten dat freek vol met angst zit. Dit alles komt ook goed naar boven, wanneer Stiller het grote gebeuren speelt in het verleden geen rol. De Schrijver verwijst een aantal maal naar hoe de mensen waren, maar dat heeft voor de rest niets met de ondergang van de wereld te maken. Ten tweede is er een opvallend verschil aan te wijzen in de reactie van de hoofdpersoon op het Apacolypse. In de komst van Joachim Stiller raakt de Freek helemaal in manie en moet hierdoor zelf naar een psychiater. Terwijl er in het grote gebeuren de hoofdpersoon in eerste instantie paniekerig reageert, maar zich voor de rest niet al te veel zorgen maken. Ten derde is er een verschil aan te wijzen in het feit dat in de komst van Joachim Stiller de hoofdpersoon het hele boek door op zoek is naar de verklaring van alle verschijnselen. Terwijl in het grote gebeuren de hoofdpersoon gelijk te kennen geeft dat hij weet dat de wereld vergaat. Ten vierde is er een verschil in de manier, waarop het vergaan van de wereld getekend wordt. In de komst van Joachim Stiller vergaat de wereld niet echt, en wordt er alleen steeds op bepaalde manieren naar verwezen. Terwijl in ‘het grote gebeuren’de wereld letterlijk vergaat. Ten vijfde speelt in allebei de boeken de ‘openbaring van Johannes een rol, maar in ‘het grote gebeuren’ wordt hiernaar verwezen, terwijl in de komst van Joachim Stiller de hoofdpersoon er zich in verdiept. Wanneer we naar de overeenkomsten kijken tussen de boeken merken we op dat in allebei de boeken een vrouw een grote rol speelt. In ‘het grote gebeuren’ heeft de hoofdpersoon een relatie met Simone die ook brieven van Stiller krijgt. Ten tweede wordt in allebei de boeken benadrukt dat het vergaan van de wereld plotseling komt. In ‘het grote gebeuren’ gebeurt er zonder een aankondiging iets vreemds en in ‘De komst van Joachim Stiller’ wordt Stiller plotseling door een ongeluk weggenomen. En als laatste overeenkomst kunnen we zeggen dat allebei de verhalen goed aflopen. In ‘Het grote gebeuren’gaat de hoofdpersoon naar de hemel en in ‘de komst van Joachim Stiller’ komt er na het verdwijnen van Stiller een eind aan alle angst. V
In het grote gebeuren wordt over het ‘laatste oordeel’ gesproken. Men verwacht dit oordeel en wacht op de dag dat dit komen gaat. In de komst van Joachim Stiller gaat het over de verschijning van Joachim Stiller, waar men op wacht. Zoals al eerder besproken bij de overeenkomsten tussen de 2 boeken is hiervan dus sprake van de vriendelijke verlossing van angst tot het onbekende. Tot slot wil ik nog even een stukje van de openbaring van Johannes voorlezen. Daarna liet de engel mij een rivier zen, die zo helder was als kristal. Als je het water dronk bleef je altijd leven. De rivier kwam uit de troon van God en van het land vandaan en stroomde in het midden van de brede straat. Aan beide kanten stonden boren. Elke maand kwamen daar vruchten aan. Dus 12 keer per jaar. Als je van de vruchten at, bleef je altijd leven. En Als je ziek was, moest je bladeren opeten dan weer de weer beter, In de stad zul je niets meer vinden dat door God vervloekt is. Wat daar wel is, is de troon van God zelf zien en zijn naar het voorhoofd dragen. Het zal er nooit meer worden, en zij zullen het licht van de zon, of van een lamp niet meer nodig hebben: God, de Heer, zal hun licht geven. Ja, dan zullen zij koning zijn, voor altijd!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.