Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

ADHD

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 1969 woorden
  • 10 juni 2008
  • 298 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
298 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud

Hoofdstuk 1: Wat is ADHD?
Hoofdstuk 2: Concentratiestoornissen.
Hoofdstuk 3: Wanneer heeft iemand ADHD of wanneer spreken de mensen over ADHD?
Hoofdstuk 4: Medicijnen.
Hoofdstuk 5: Wanneer worden er medicijnen gegeven?
Hoofdstuk 6: Afgewezen.
Hoofdstuk 7: De omgeving.
Hoofdstuk 8: De vragen.

Ik doe mijn werkstuk over ADHD omdat ik er vaak dingen over hoor maar niet precies weet wat het inhoudt.

Hoofdstuk 1: Wat is ADHD?

ADHD is een psychische stoornis die vooral naar buiten, naar de omgeving duidelijk wordt. ADHD betekend attention deficit hyperactivity disorder. Maar in Nederland zeggen ze Alle Dagen Heel Druk.

Als je ADHD hebt dan heb je last van concentratiestoornissen, je kunt dan je gedachten er niet goed bijhouden. Je doet dingen impulsief, dat betekend dat je dingen doet en zegt zonder er bij na te denken en je bent hyperactief, dat betekent dat je veel beweegt en druk bent.
Veel kenmerken die vaak voorkomen bij ADHD kinderen zijn;
- Moeilijk stil blijven zitten
- Snel afgeleid
- Wiebelen draaien en friemelen
- Kunnen moeilijk op hun beurt wachten
- Geven antwoord voordat de vraag helemaal is gesteld
- Kunnen moeilijk uitleg van anderen volgen
- Kunnen zich niet goed concentreren
- Rennen van de ene activiteit naar de andere
- Kunnen niet rustig spelen
- Praten overdreven veel
- Vallen andere in de reden
- Luisteren niet goed naar wat anderen zeggen
- Raken veel kwijt en verliezen vaak wat
- Storten zich vaak in gevaarlijke situaties.
Deze kenmerken hoef je niet allemaal te hebben, de meeste kinderen hebben ongeveer 8 of 9 van die kenmerken. Dit zijn vooral de negatieve kenmerken maar er zijn ook positieve;

- Spontaan en open zijn

- Een enorme creativiteit hebben
- Energiek/sportief en enthousiast zijn
- Humor hebben (de clown uithangen)
- Gevoelig en zorgzaam zijn
- Een goed inlevingsvermogen hebben, weten hoe de ander zich voelt.

ADHD houd dus eigenlijk in; “weinig aandacht, veel beweging”. Kinderen met ADHD vallen snel op doordat ze moeilijk stil kunnen blijven zitten. Als ze niet rennen, springen of klimmen, zitten ze veel te wiebelen, te draaien of te friemelen. Meestal zijn ze daardoor nogal lawaaierig. Als kinderen zich echt willen concentreren, dan zullen ze andere prikkels moeten uitschakelen. Dit kost voor hun heel veel energie. Als ze het naar een paar minuten opgeven is dat echt geen wonder. Een tekort aan aandacht betekend dat je snel afgeleid bent. De uitleg in de klas, een potje dammen met een vriendje…… kinderen met ADHD hebben daar grote moeite mee. Niet omdat niets hun interesseert, maar omdat er dan heel veel prikkels bij hun binnen komen.

Hoofdstuk 2: Concentratiestoornissen:

De kinderen met ADHD vinden het moeilijk om hun aandacht maar op een ding te richten.
Ze kunnen moeilijk belangrijke en onbelangrijke prikkels uit elkaar houden.
Met die prikkels bedoel ik niet dat als iemand je met een naald steekt dat je dan een prik voelt maar daarmee bedoel ik iets anders.
Namelijk alles wat je met je zintuigen doet dus ruiken proeven zien horen en voelen.
Bijv. je zit in de klas en de meester verteld iets, dan luister je naar de meester maar iemand met ADHD heeft altijd last van een soort ruis.
Hij hoort niet alleen de meester maar ook al de andere mogelijke geluiden en bewegingen. Bijvoorbeeld een papier dat ritselt, iemand die zit te kuchen of een bij die in de klas vliegt of een auto die buiten rijd. Of hij kijkt naar buiten en naar iemand die iets nieuws aan heeft of naar tekeningen aan de muur of als iemand een vlek in zijn kleren heeft.

Daardoor kunnen ze zich niet op de leraar concentreren omdat ze al die andere prikkels ook horen.
Er zijn een aantal misverstanden ontstaan over dat de kinderen snel afgeleid zijn. Sommige mensen adviseren om een kind met ADHD in een lege ruimte te zetten met alleen iets wat echt nodig is bijvoorbeeld: drinken erin maar dat helpt niet want dan wordt het kind weer afgeleid door zijn eigen gedachten.
Je hebt een erge en een minder erge vorm van ADHD. De ernstige vorm komt voor bij 1% van alle jongens en meisjes en de minder erge vorm bij 2 tot 4 % van alle jongens en meisjes. ADHD komt meer bij jongens voor dan bij meisjes.

Hoofdstuk 3: Wanneer heeft iemand ADHD of wanneer spreken de mensen over ADHD?

Er bestaat een handboek dat het DSM boek heet en dat wordt gebruikt door artsen, psychiaters en kinder- en jeugdzorg.
Dit boek wordt over de hele wereld gebruikt om vast te stellen aan welke psychische ziekte iemand mogelijk leid.
Het is een diagnostisch handboek dat betekend dat je er diagnoses mee kan stellen. De punten die ik aan het begin verteld heb staan in dat boekje. Het kind moet minstens 8 van deze genoemde punten hebben. het moet voor het 7de levensjaar zijn begonnen.
Een arts die meestal ook kinderpsychiater, kinderarts of een kinderneuroloog is, verzamelt informatie om te kijken of iemand ADHD heeft.
Hij verzamelt informatie over;
- De ontwikkelingsproblemen
- De gezondheidsproblemen
- Het voorkomen van leer en gedragsproblemen in de familie
- De omgang tussen ouders en kind
- De relatie van het kind met de leraar
- De leefomgeving
- De stress in het gezin (zoals de gezinsleden die ervaren)

De arts verzamelt de informatie op de volgende manieren:

- Een gesprek met de ouders
- Informatie van de leraar
- Informatie uit vragenlijsten
- Lichamelijk onderzoek
- Zijn eigen indruk van het kind.

Met die informatie kijkt hij of zo’n kind 8 van de kenmerken heeft zoals die in het DSM boek staan en of het voor het 7de levensjaar is ontstaan. Is dit zo dan krijgt het kind de diagnose ADHD.

Hoofdstuk 4: Medicijnen.

Ritalin is het medicijn voor mensen met ADHD die het meest gebruikt wordt. Er zijn natuurlijk wel meerdere maar die worden gebruikt door mensen met ADHD en andere ziektes of wanneer ritalin bij de mensen niet helpt.
Ritalin.

Uit onderzoek blijkt dat zo'n 70% van de kinderen en volwassenen met ADHD ritalin gebruikt omdat dat dat het beste helpt. Bij een groep van 30% werkt Ritalin onvoldoende of zijn er te veel klachten. Die gebruiken dan andere medicijnen.

Effect van de medicijnen

De medicijnen die worden voorgeschreven bij ADHD werken in op de kenmerken van ADHD. Al het lastige gedrag wordt veel minder. Je wordt er niet beter van, maar je kunt er veel makkelijker mee leven.
De medicijnen beïnvloeden de werking van stoffen in de hersenen die boodschappen overbrengen van de ene zenuwcel naar de andere: de neurotransmitters. Daardoor functioneren de hersencellen beter. Iemand kan zich beter concentreren, heeft minder last van hyperactiviteit en reageert minder impulsief. In je hoofd werkt alles beter.
Dit kan de volgende voordelen opleveren:

- het wazige gevoel verdwijnt
- concentratie en aandacht nemen toe
- geestelijke vermoeidheid neemt af
- vergeetachtigheid wordt minder
- het lezen lukt beter
- er ontstaat meer overzicht over tijd en geld
- er ontstaat meer rust in het hoofd, minder chaos
- impulsiviteit en prikkelbaarheid nemen af, beheersing neemt toe
Op tijd innemen
Ritalin werkt 2 tot 4 uur. Daarna is een volgende hoeveelheid nodig. Dit betekent dat de medicijnen 4 of 5 keer per dag moeten worden ingenomen. Dextro-amfetamine werkt iets langer dan Ritalin (4 tot 5 uur).
Het is belangrijk om de medicijnen precies op tijd in te nemen. Gebeurt dit niet, dan vermindert de werking van het medicijn. Bovendien kan een 'rebound' ontstaan: (dat betekend) de ADHD-symptomen verergeren als de medicijnen zijn uitgewerkt. Er zijn verschillende hulpmiddelen die kunnen helpen om de medicijnen op tijd in te nemen, bijvoorbeeld een horloge met alarmtijden, een pillendoos met alarm of een GSM die op tijd waarschuwt.

Bijwerkingen
De bijwerkingen van Ritalin en dextro-amfetamine zijn niet zo erg. Het gaat met name om verminderde eetlust (volwassenen vallen meestal 1 tot 2 kilo af), hartkloppingen en verhoogde hartslag. Ook kan iemand moeite hebben met inslapen, meestal als gevolg van rebound na de laatste hoeveelheid.
Er is nog geen onderzoek gedaan naar mogelijke bijwerkingen op langere tijd.
Zo min mogelijk bijwerkingen
Niet iedereen heeft er last van, maar bijwerkingen kunnen hinderlijk zijn. Het is aan te bevelen dit te bespreken met de arts. Deze kan bekijken of je meer of minder moet innemen of dat het beter is om over te stappen op een ander medicijn. Soms kunnen andere medicijnen helpen om bijwerkingen tegen te gaan.
Behandeling zonder medicijnen
Behandeling met alleen coaching/begeleiding is mogelijk. Maar omdat coaching, in tegenstelling tot medicijnen de belangrijkste symptomen van ADHD niet verandert, is veel langer begeleiding nodig. Het duurt heel lang om te leren hoe je jezelf beter kunt gedragen en het is heel moeilijk om vol te houden zonder medicijnen.
Medicijnen en verslaving
Ritalin en dextro-amfetamine zijn allebei stimulerende middelen, die als pepmiddel gebruikt kunnen worden. Ze vallen onder de Opiumwet, dan zijn het dus eigenlijk drugs. Uit onderzoeken onder kinderen en volwassenen blijkt dat Ritalin niet verslavend is, als het volgens doktersvoorschrift wordt gebruikt.
Medicijnen in combinatie met alcohol en drugs
Alcohol en drugs versterken de bijwerkingen van Ritalin en dextro-amfetamine. Daarom wordt geadviseerd geen alcohol of drugs te gebruiken in combinatie met deze medicijnen.

Hoofdstuk 5: Wanneer worden er medicijnen gegeven.

Ritalin word alleen gegeven als de mensen denken dat het helpt om je gedrag te verbeteren. Medicijnen worden nooit gegeven omdat de leerkracht of de ouders dat willen maar het kind moet het zelf willen en het moet dan ook echt voor het kind helpen. Om het half jaar moet je naar de kinderarts, die controleert je dan. Hij gaat je meten en wegen en vraagt je hoe het gaat op school en om de school heen en dan ook nog als het nodig is aanpassingen maken voor de hoeveelheid medicijnen.


Hoofdstuk 6: afgewezen.

De kinderen met ADHD gaan zich buitengesloten voelen als je steeds maar zegt ‘niet doen!’ ‘blijf af!’ of wat dan ook. Dan gaan ze denken dat iedereen hun vervelend vind of dat je alles verkeerd doet. Dus als je dat steeds maar zegt maak je het alleen maar erger voor die gene. Ze voelen zich rot en ze zijn heel kwaad op zich zelf.

Hoofdstuk 7: de omgeving.

Het leven is niet makkelijk voor een kind met ADHD. Maar ook voor de omgeving is het niet makkelijk. Thuis, op school, op straat: iedereen die te maken krijgt met een heel druk kind kan erdoor van slag raken.
Wat denk je van de ouders? Elke dag staat het huis op z’n kop, altijd is er lawaai en er zijn problemen op school…Al zijn ze nog zo dol op hun kind, ouders kunnen soms helemaal verdrietig worden door de ADHD. Er gaat geen dag voorbij zonder geschreeuw, geen uur zonder gepieker. Veel ouders van kinderen met ADHD denken dat ze het verkeerd doen en dat ze schuldig zijn. Niet alleen vaders en moeders maar ook broers en zussen hebben het soms zwaar. Vaak gaat alle aandacht naar het drukke kind.
Vrienden:
Leeftijdsgenoten, vriendjes, buurtkinderen. Ze hebben vaak wel een hoop lol door dat heel drukke kind in de klas of op straat. Maar er kan ook een keer gebeuren dat ze een beetje afstand van het kind nemen want, dat heel drukke gedrag kan erg vermoeiend zijn. Elk moment kan er iets gebeuren. Er gaat iets kapot, je krijgt een duw, je wordt onderuit gehaald.

ADHD; Er is gewoon mee te leven!

Hoofdstuk 8: de vragen.

Vraag: -antwoord
1: Wat is de betekenis van ADHD?- Attention deficit hyperactivity disorder.
2: Hoeveel van de genoemde punten heb je als je ADHD hebt?-8.
3: Hoe heet het medicijn dat het meest gebruikt word?-ritalin.
4: Bij wie komt ADHD het meest voor meisjes of jongens?-jongens.
5: Noem een manier waarop de arts informatie verzameld?-een gesprek met de ouders.
6: Wat gebeurt er met de omgeving waarin de persoon met ADHD is?-die gaat zich eraan storen of gaat piekeren.


Dit was mijn werkstuk/spreekbeurt.

Boeken:

ADHD Yvonne van Osch.
Wat je moet weten over ADHD Philippa Pigache.

Internet:

Google; Gezocht op ADHD werkstuk van kinderen.

Plaatjes:

Google; Pesten, ADHD en concentratiestoornissen.

Hulp van:

Mijn vader en mijn zus die het verslag na hebben gelezen.

REACTIES

C.

C.

ik denk dat ik het ook hebt hoor

13 jaar geleden

N.

N.

Mijn broertje heeft het ook daarom doe ik ook een spreekbeurt over ADHD.

12 jaar geleden

D.

D.

mijn vader en m'n zus hebben het en ik vond het eigenlijk best leuk om hierover te vertellen en daarom ga ik mijn spreekbeurt ook over ADHD houden!! hoop dat ik hoog scoor, bedankt voor al die informatie :D

11 jaar geleden

L.

L.

Heb heel veel hier aan gehad!!!

11 jaar geleden

M.

M.

echt top ik heb veel er uit kunnen hallen

11 jaar geleden

D.

D.

Heel goed

11 jaar geleden

L.

L.

dankjewel!

10 jaar geleden

M.

M.

leuk, maar ik zou nog iets willen weten, want ik heb zelf ook ADHD, hoe moet je met ADHD omgaan

10 jaar geleden

H.

H.

Hai heel goed

9 jaar geleden

I.

I.

Ik heb ADHD ?

6 jaar geleden

C.

C.

hoi jij bent een gekke meid

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.