Monoloog
Ik was pas zes…
Ik was pas zes en jij was zo’n beetje mijn vader. Elk weekend kwam ik bij jullie thuis, haast elke dag kwam je op bezoek. Logeerpartijtjes in elke vakantie, en opeens was je weg. Mijn ouders probeerde mij te sparen, mij niet te zeggen wat er nu echt speelde, maar nu weet ik wat er aan de hand was…
Het was alsof mijn vader doodging, misschien nog wel erger, want eigenlijk heb je mij, mijn hele familie in de steek gelaten. Opa was net een maand of 2 dood, iedereen begon zijn leven weer een beetje op te pakken, en toen ging je weg. Naar een vrouw die wel kinderen kan krijgen. Dat heb je zelf gezegd.
Over 2 weken zouden jij en mijn tante 30 jaar getrouwd zijn, we waren al uitgenodigd voor het feest, de taart was al besteld. En toen ging je weg.
Die avond kwam je thuis, je zei tegen mijn tante dat je ging uiteten, maar niet met haar, maar met die, die… met die vrouw.
We zijn direct op familieberaad gegaan, mijn ouders hebben afscheid van je genomen, maar ik niet. Ik wist wel wat er gebeurde, ik liet me niet voorliegen.
Zelf ben je ook jong geweest, ben je ook zes geweest. Tegen wie kijk je op die leeftijd het meeste op? Juist ja, je ouders, je ouderfiguren. Jij was dan wel niet mijn papa, maar zo zag ik je wel. Ik zag je haast elke dag, we deden altijd leuke dingen. En van de een op de andere dag was je er niet meer. Je was niet dood. Nee, nog veel erger, je had ons gewoon in de steek gelaten. En alleen maar omdat je een kindje wilde. Ik was toch je kindje? Was ik niet goed genoeg?
Je zou toch denken, dat als je je in een huwelijk door een moeilijke periode van baarmoederkanker heen moet slepen, elkaar steunen, samen huilen, dat je dan heel hecht word. Mijn tante wilde ook graag een kindje, maar door haar ziekte ging het gewoon niet. En toen ging je weg. Je was al 55 jaar en je wilde persé een kindje.
Dat kindje kwam er ook.
Hij is nu 4, jij bent nu 60. Je bent stiefvader van nog 4 kindjes. Die schijnbaar, allemaal beter zijn dan mij.
Vroeger begreep ik het helemaal niet, toen leek het gewoon alsof je mij had achter gelaten, alsof je een beter kindje kon krijgen, maar nu, nu ben ik 17, en begrijp ik het niet veel beter. Mijn tante wilde net zo graag een kindje als jij, mijn tante had net zo veel verdriet als jij, en toch ging je weg. Je wilde misschien graag een kindje maar adoptie is toch ook een optie? Ik en mijn broertje waren toch praktisch je kindjes?
Ik was pas zes.
En jij, als mijn 2e vader, liet me gewoon in de steek.
Nog 1 verjaardagskaart heb ik van je gehad, 3 weken nadat je weggegaan was.
Nooit heb ik je meer gezien, ik heb niet eens afscheid van je genomen.
Mijn broertje en mijn nichtjes kunnen je niet meer herinneren. Maar ik wel, veel van mijn oudste herinneringen zijn met jou, omdat we samen gekke dingen deden, die misschien wel een beetje te ver gingen, maar omdat ik zo’n dingen nooit van mijn ouders zou mogen doen, herinner ik me ze juist.
Ik heb al tig brieven aan je geschreven, ik heb ze nooit verstuurd.
Deze brief ga ik denk ik ook niet versturen, ik weet niet eens waar je nu woont, en of je me nog kent…
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
dankje! Ik ga hem gebruiken als monoloog van drama. ik heb een aantal dingen aangepast, maar verder hou ik hem zo.
10 jaar geleden
Antwoorden