Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Presidentsverkiezingen 2000 en 1960

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 6065 woorden
  • 4 juni 2001
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
56 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
INLEIDING Ons werkstuk gaat over de presidentsverkiezingen van 2000 en 1960. We bespreken de kandidaten George Bush jr. en Al Gore van de presidentsverkiezingen van 2000, en de kandidaten Kennedy en Nixon van de presidentsverkiezingen van 1960. Ook gaan we de kandidaten van 2000 vergelijken met die van 1960. We vertellen iets over de staat Kentucky. Gore en Bush zijn gekozen, omdat zij nu in de strijdt zijn voor het presidentschap. Kennedy en Nixon zijn gekozen, omdat dit een belangrijke periode is uit de Amerikaanse geschiedenis. Kennedy is een van de beroemdste en veel besproken presidenten van Amerika. Hoofdstuk AL GORE EN GEORGE BUSH JR. Deelvraag

Wat is het verschil tussen de standpunten over het onderwerp Abortus ? De kandidaten: De kandidaten zijn Al Gore van de democratische partij en George Bush jr. van de republikeinse partij. - Al Gore (52): Al Gore is geboren op 31 maart 1948 in Washington DC. Hij is getrouwd met Mary Elizabeth Tipper Aitcheson Gore. En heeft vier kinderen, 3 dochters en 1 zoon. Als student was Al Gore een felle tegenstander van de oorlog in Vietnam. Maar om zijn vader niet teleur te stellen vertrok hij enkele dag later toch als militair verslaggever voor het Amerikaanse leger in Vietnam. Toen hij terug was uit Vietnam zei hij dat hij nooit in de politiek zou gaan, maar het verliep anders. Toen Larry King hem in 1992 in een talkshow vroeg of hij geïnteresseerd was in het vice-presidentschap van Amerika naast Bill Clinton, antwoordde hij dat hij alleen in het presidentschap geïnteresseerd was. Een paar maanden later stelde Al Gore zich toch kandidaat als vice-president. President Clinton heeft Al Gore tijdens zijn ambtsperiode veel ruimte gegeven, ook om zich te profileren als toekomstige president. In 1992 en 1996 voerde hij met succes een campagne als running mate van president Clinton. Al Gore is al zeven jaar vice-president van de
Verenigde Staten, sinds 1993. Hij hield zich onder
andere bezig met de werktijden van werkende
ouders. Ook vindt hij dat ouders meer te zeggen
moeten hebben over de informatie die hun huis
binnen komt via televisie en internet. Al Gore is de
bedenker van de digitale snelweg (internet). Hij hield zich bezig met de privacy en de beveiliging
van het internet. Ook zorgde hij ervoor dat scholen en
openbare instellingen gingen aansluiten op internet. Voor zijn vice-presidentschap was hij journalist. Hij heeft ook acht jaar door gebracht in het huis van afgevaardigden. Hij is zelfs een tijdje senator geweest. En hij heeft rechten gestudeerd aan de Vanderbilt University School of Law van 1974 tot 1976. Hij heeft drie keer eerder een landelijke campagne gevoerd. In 1988 deed hij een poging om presidentskandidaat te worden van een democratische partij. - George Walker Bush jr. (54): Hij is geboren op 6 juli 1946 in New Haven en is opgegroeid in Texas. Hij werkte na zijn studie in de olie industrie van Texas. Op zijn veertigste bekeerde hij zich tot het christendom. Hij is getrouwd met Laura Welch Bush, huisvrouw en voormalig bibliothecaresse. En heeft twee, tweelingdochters. Hij is de zoon van Bush senior die ook president is geweest. Hij heeft dus genoeg geld in zijn campagnekas, veel steun van politieke kopstukken en veel naamsbekendheid dat hij een favoriet is. Toch is er nog een twijfel of Bush wel genoeg politiek ervaring heeft. In 1994 werd George Bush jr. tot gouverneur van Texas gekozen. Maar daarvoor had hij nog nooit een gekozen functie bekleed. En onverwachte vragen over buitenlandse politiek kon hij ook niet beantwoorden. In een tv-quiz werd hem de naam van een aantal wereldleiders gevraagd waar hij het antwoord schuldig op moest blijven. Hij zelf zat hier niet zo mee. Hij is ook een leider die zich liever door andere in laat inlichten en bijpraten dan dat hij zelf iets moet lezen. Voordat hij gouverneur werd van Texas was hij manager van een honkbalteam, de Texas Rangers. Hierdoor is hij viervoudig miljonair geworden. Hij heeft opleidingen gehad op de Yale University in 1968 en op de Havard Business School in 1975. De onderwerpen: De presidentskandidaten hebben het over verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld: abortus, handelstekort, guncontrol, doodstraf, AOW, onderwijs. Amerikaanse gewoonten om de rechter de laten beslissen dan de politiek, buitenlandse politiek, defensie algemeen, het nieuwe paternalisme, zwarten als kiezersgroep enz. Hieronder vertel ik over een paar onderwerpen wat meer.
Onderwijs: Tijdens de verkiezingsstrijd is dit een van de grootste onderwerpen. Het gaat daarbij over een soort waardebonnen die ouders kunnen
gebruiken om onderwijs te kiezen voor hun kinderen. Deze waardebonnen heten vouchers. De republikeinen prijzen de
vouchers erg sterk aan. Zij vinden dit de manier om de scholen te dwingen wat ouders willen : Goed onderwijs. Als de mensen dat niet vinden dan moeten ze hun kinderen naar
een andere school brengen. Dat kan een privé school of een openbare school zijn. De tegenstanders, de democraten vinden dat de openbare scholen dan nog minder te bieden hebben. Ze vinden dat de ouders dan toch uiteindelijk bij betere scholen terecht komen, zodat de minder goede scholen steeds slechter worden. En op een gegeven moment moeten sluiten, omdat er te weinig leerlingen op die school zitten. Bush is een voorstander van de vouchers, maar Gore is een tegenstanders en gebonden aan de vakbonden. Ook dit jaar lijken de vouchers niet een winnend onderwerp. Abortus: Er is sinds 1973 een recht op abortus. Sinds dit recht is dit nog steeds in de Amerikaanse politiek een terugkerend onderwerp. Dit hadden de voorstanders van een recht op abortus niet verwacht. De tegenstanders proberen de politiek te beïnvloeden. Er werd niets anders vast gelegd dan het recht op abortus. Vooral katholieken zijn het er zeker niet mee eens, ze zijn er fel tegen. Ook Christenen zijn er fel tegen. Ze vinden abortus moord. Zij vinden adoptie een betere oplossing. Beiden partijen kunnen veel leren uit de praktijk van de afgelopen jaren. In 1991 was 43% voor het recht op abortus en 56% tegen recht op abortus. Maar de meerderheid vindt ook dat een wetsvoorstel op de grondwet om abortus te verbieden niet juist is. De meeste mensen houden er een gemengde mening aan over. Meer dan de helft van de ondervraagde mensen vindt dat abortus alleen bij verkrachting, incest en gevaar voor het leven van een vrouw toegestaan mag worden. Dit vinden de republikeinen ook. Maar meer dan tweederde van de ondervraagde mensen vonden dat de persoonlijke beslissing moet worden genomen door de vrouw en haar dokter. Het gene waar het politiek debat niet over uit raakt gepraat is dat de VS niet alleen een raar abortus beleid heeft, maar ook de meest ongevraagde zwangerschappen. Dat heeft te maken met de slechte seksuele voorlichting op school en in het gezin. De ouders komen niet verder dan : Je mag geen seks hebben. Ze durven er niet over te praten dus proberen de jongeren zelf wel wat uit. Antwoord deelvraag Abortus: Al Gore is voor recht op abortus. Hij is tegen voorwaarden op abortussen in de derde periode van de zwangerschap en hij is voor vergoeding van abortussen uit overheidsfondsen. Daar in tegen is Bush tegen abortus, behalve als er sprake is van incest, verkrachting en gevaar voor het leven van de vrouw. En hij is voor voorwaarden in de derde periode van de zwangerschap en tegen vergoedingen van abortus uit overheidsfondsen. De democraten zijn altijd al voor geweest en de republikeinen altijd al tegen. Maar de republikeinen moeten zich nu een beetje neutraal op stellen. Want de belangrijkste partij is christelijk rechts en die is tegen abortus. Maar als de republikeinen fel nee zeggen tegen abortus stoten ze gelijk alle vrouwelijke kandidaten af. Daar moeten ze dus goed opletten. Handelstekort: Handelstekort is een belangrijk onderwerp in deze verkiezingen. Per maand importeren de Verenigde Staten voor ruim dertig miljard dollar. Dit is ongeveer drie keer zoveel als twee jaar geleden. Sinds de midden jaren tachtig is de Verenigde Staten van een krediet verlenend land een schulden makend land geworden. Dit komt vooral door de geheimzinnige erfenissen van de Reagan jaren. De schulden moeten betaald worden alleen de vraag is wie dat moet gaan betalen. Het is meestal zo wie geld leent om te investeren zodat hij later meer kan produceren en dus meer kan verdienen, goede zaken doet. Allen gebruiken de Amerikanen het geleende geld vooral voor consumptie. De consumptie van nu moet later worden betaald door een opeenvolgende generatie. In de politieke taal zijn dat kinderen en kleinkinderen. Investeringen leveren voor die latere generatie extra inkomsten op. Volgens de regering Clinton is veel van het geleende geld geïnvesteerd, maar volgen bevooroordeelde waarnemers is dat niet zo. Een deel van de groei in het tekort van de handel is het gevolg van de Azië crisis die de import in Zuidoost Azië deed afnemen. Het is al vaak gezegd : Amerikanen sparen niet genoeg. Om de consumptiegolf te verminderen heffen ze belasting op consumptie. Al Gore en George Bush willen geen van beide de consumptie uitgave minder worden. De republikeinen zeggen nog niet definitief nee, maar Bush heeft zich al vastgelegd op een enorme belastingverlaging in de inkomstensfeer. Dit leidt alleen maar tot meer consumptie.
AOW: Dit is het favoriete onderwerp van de democraten om als boeman te gebruiken. Als ze in het nauw komen zeggen ze dat de republikeinen de AOW gaan ondermijnen of afpakken. In de staten waar veel oudere wonen heeft dat meestal direct effect. De republikeinen spelen dan : Ik kan het zelf beter dan de overheid mentaliteit. Dat hebben de meeste Amerikanen. Nu het zo goed gaat met de aandelenmarkt zouden ze zelf liever investeren dan te wachten op het rendement dat de AOW nu oplevert. Bush wil ze toestaan dat ze zelf kunnen investeren. Maar iedereen weet wie die rekeningen moet betalen als het mis gaat met de investeringen. De republikeinen hebben uiteindelijk een miljardenfiasco achtergelaten met de verzelfstandiging van de spaarbanken. Die mochten ineens alles doen wat verboden was. Toen het mis ging moest het betaald worden door de belastingbetaler. Beide kandidaten verschillen hier van mening en het vertelt ook nog iets over hun houding. Gore is iemand van betrouwbaar overheidsbeleid, geen risico’s nemen. Maar hij zou werknemers die minder dan $ 100.000 verdienen toestaan om een privé-rekening erop na te houden, waarbij de overheid de ingelegde dollar zou moeten verdubbelen Bush daarin tegen speelt in op de markt. Hij staat risico’s toe. Wat de mensen aantrekkelijk vinden, maar niemand praat er over. In Gore’s plan krijgen de mensen met hogere inkomens geen voordelen, maar gaat alles naar de mensen met de middeninkomens. In het plan van Bush hebben de rijke mensen ook voordelen. Dus Gore is voor een zekere mate herverdeling en Bush niet. Een belangrijk onderwerp zijn de hoge kosten van medicijnen. Ook dat gaat de oudere aan en ook hier bieden beide kandidaten niet altijd de juiste oplossing. Het verloop van de verkiezingen: Op 24 januari zijn de voorrondes in Lowa begonnen voor de Amerikaanse president - verkiezingen. Snel daarna volgen de andere deelstaten. Bij iedere voorverkiezing kunnen de presidentskandidaten afgevaardigden winnen. Ze kunnen stemmen op de nationale conventies waar de kandidaten deze zomer formeel worden aangewezen. De republikeinse voorrondes werden gehouden van 31 juli tot 3 augustus. De democratische voorrondes werden gehouden van 14 tot 17 augustus. De winner van de presidentsverkiezingen welke worden gehouden op 7 november wordt op 20 januari 2001 officieel benoemt. Verloop van de voorrondes: Op 24 januari 2000 begonnen in Lowa op maandag de voorrondes voor de presidentsverkiezingen. Bij de beide partijen hadden onverwacht sterke uitdagers. Op 25 januari is er een sterke overwinning van de vice-president Al Gore en een kleine winst voor de gouverneur George Bush. Deze overwinning zorgt ervoor dat zij de koplopers zijn. Op 3 februari is bewezen dat in de strijd om de republikeinse nominatie George Bush jr. te verslaan is. Op 19 februari is het heel spannend wie wordt de nieuwe Amerikaanse president, wordt het Bush of McCain? Kleinere staten worden nu bezocht. Op 6 maart, de aanloop van Super Tuesday kiezen dertien staten voor de nominatie van de president. De krant The New York Times heeft ook zijn favoriete kandidaten voorgedragen. Dit zijn Al Gore en John McCain. Op 7 maart is het Super Tuesday. In Amerika worden vandaag in zestien deelstaten de stembussen geopend. Deze voorrondes zijn door slaggevend voor beiden presidentskandidaten Al Gore en George Bush jr. Beiden kandidaten gedragen zich alsof de nominatie hun niet meer kan worden ontnomen en kunnen de onderlinge strijd aangaan voor het Witte Huis. De debatten: Het is gebruikelijk in de Amerikaanse presidentsverkiezingen dat er een aantal debatten openbaar worden gehouden. Beiden kandidaten komen overeen dat deze debatten op 3, 7 en 11 Oktober worden gehouden. In het eerste debat ging het vooral over de onderwerpen en thema’s van beiden kandidaten. In het eerste debat beschuldigen de twee kandidaten elkaar van alles. Het blijft dus niet zo netjes in het eerste debat. Al Gore laat voornamelijk zijn menselijke kant zien met behulp van anekdotes. Daarbij bezondigt hij zich regelmatig aan overdrijving. George Bush jr. tracht hieruit heel handig voordeel te halen. De republikeinen hopen dat het bij de kiezers overkomt dat Al Gore zijn leven lang een loopje neemt met de waarheid. In het tweede debat hadden de kandidaten een discussie over het Midden Oosten en Joegoslavië Ook hadden ze het over de crisissituatie in Servië Irak, Ruanda, Haïti en Israël Ze hadden het in de meeste gevallen over de buitenlandse politiek. Tijdens het hele debat bleef het netjes. Geen opmerkelijke uitspraken of blunders van een van de presidentskandidaten. In totaal hebben de Gore mensen tijdens het debat zeven verklaringen en een samenvatting gegeven. En de Bush mensen hebben twee verklaringen en een samenvatting tijdens het debat gegeven. Na de peiling bleek dat George Bush jr. de winner was van het tweede debat. In het derde en daarmee het laatste debat is Al Gore de winnaar. Volgens de peilingen lag Bush wat voor op Gore, maar nu Gore dit debat heeft gewonnen beloven de verkiezingen van 7 november nog een spannende race te worden. In dit debat hadden de kandidaten het vooral over binnenlandse zaken. Al Gore zette frontale aanvallen op tegen zijn tegenhanger George Bush jr. Hiermee probeerde Gore duidelijk te maken dat er wel zeker verschillen zijn tussen de opvattingen van de twee partijen. De verkiezingsdag, 7 november 2000 Wat men niet verwacht had, is dat deze verkiezingen de spannendste verkiezingen uit de geschiedenis van de Verenigde Staten zijn geworden. Eerst leek het erop dat Al Gore zou gaan winnen met een overwinning in Florida. Toen werd er weer geroepen dat Bush zou gaan winnen. Rond 2 uur 's nachts werd door de media bekend gemaakt dat Al Gore de verkiezingen had gewonnen. Kort daarna werd door de media echter bekend gemaakt dat Bush toch had gewonnen. De volgende dag, 8 november om 11 uur werd er gezegd dat de uitkomst van de verkiezingen niet juist waren. De pers had te vroeg een uitslag gegeven van wat ze dachten dat het waarschijnlijk zou worden, maar dat wisten ze nog niet 100 procent zeker. De verwarring is groot. Het verschil tussen beide kandidaten is zo klein dat er een nieuwe telling van het aantal stemmen moet plaats vinden. Wie in de staat Florida heeft gewonnen is de winnaar van de verkiezingen. Alle stemmen in Florida worden nu herteld. Ook moet er gewacht worden op ongeveer 2200 stembiljetten die nog uit het buitenland moeten binnen komen. Ook blijkt nu dat de stembiljetten niet erg duidelijk waren voor de stemmers. Als stemmer moest je goed opletten welk vakje je moest aankruizen. Heel veel stemmers hebben vermoedelijk door het onduidelijke formulier onbewust op een andere kandidaat gestemd. De uitslag van de verkiezingen zijn nu vermoedelijk op 17 november bekent. En sommige roepen dat het wel januari 2001 kan gaan worden.
De belangrijkste gebeurtenis van het jaar: Het verloop op de dag van de verkiezingen is wel de belangrijkste gebeurtenis van het jaar. De verkiezingen zijn achteraf gezien heel chaotisch verlopen in een land wat anders zo goed weet hoe het allemaal moet. Media gaf te vroeg onjuiste informatie. Kandidaten feliciteren elkaar met het behaalde resultaat. Niet veel later worden deze felicitaties weer ingetrokken. Ook is het vreemd dat er van die onduidelijk stembiljetten zijn gebruikt. Ook bij controle zijn nog dozen met stembiljetten gevonden die men vergeten was te tellen. Door al dit soort fouten weten we nu nog niet wie de nieuwe president gaat worden. Verder verloop van de telling. Op 19-11-2000 wordt bekend gemaakt dat de er een verschil is van 933 stemmen. Alle post uit het buitenland is nu binnen en geteld. Nog steeds is men het er niet over eens of de uitslag nu betrouwbaar is. Op 13-12-2000 is het vijf weken na de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Diverse rechtszaken zijn inmiddels afgehandeld. In de krant staat dat vandaag de resultaten in Florida volgens het hoogste rechtscollege niet meer hoeven te worden over geteld. Bush is hierdoor de winnaar van de presidentsverkiezingen 2000. Gore spant nu geen rechtszaken meer aan met Bush. JOHN F. KENNEDY EN RICHARD M. NIXON Deelvraag : Wat vinden ze belangrijk? John Fitzgerald Kennedy: John F. Kennedy werd geboren in Brookline (New York) op 29 mei in 1917. De ouders van Kennedy waren Ierse immigranten. Zijn vader was een zakenman geworden die al vele miljoenen had verdiend. John heeft gestudeerd aan de London School of Economics en aan de Harvard universiteit. In 1941 ging hij werken als officier bij de marine. Tijdens de 2e wereldoorlog kreeg hij een ernstige rugaandoening, dit kwam doordat hij werd geraakt door een torpedobootjager. Aan het einde van de oorlog verongelukte zijn oudere broer Joseph. In zijn jeugd had John F. Kennedy veel ziektes. Waaronder de ziekte van Addison, hij zou daar dood aan kunnen gaan. En moest de rest van zijn leven medicijnen slikken. In 1954 werd hij nog geopereerd aan zijn rug. Die operatie was niet gelukt en hij kreeg allemaal infecties. Maar langzaam knapte hij toch op. Op 12 september 1957 trouwde Kennedy met Jaquiline Bouvier. Voor de verkiezingen had hij ook al 2 kinderen. Na de oorlog ging Kennedy de politiek in, Joseph wilde dit doen. En dus moest hij van zijn vader de plaats van zijn broer innemen. In 1960 werd John F. Kennedy door de Democratische Partijconventie gekozen tot presidentskandidaat. Zijn rivaal, Lyndon B. Johnson, werd op verzoek van hem kandidaat voor het vice-presidentschap. Op 8 november 1960 won hij met een heel klein verschil van zijn republikeinse tegenstander Nixon. Tijdens zijn verkiezingscampagne had hij veel steun van zijn familie gehad en vooral van zijn broer Robert. John F. Kennedy was de 1e Rooms- Katholieke en de jongste president die het Amerikaanse volk ooit had gekozen. Het Amerikaanse volk had gekozen voor Kennedy omdat hij sportief was en een jonge en goede uitstraling had. Ook speelde mee dat hij een vrouw had en 2 kinderen. Op vrijdag 22 november 1963 in Dallas (Texas)werd president Kennedy vermoord. Hij reed in een zwarte open Lincoln. In de auto zaten ook zijn vrouw en de gouverneur van Texas, A. Connally en hun vrouwen. Bij een kruispunt werd er op de auto geschoten. Toen de president naar rechts draaide werd hij door de 1e kogel in zij nek geraakt. Hij zakte opzij naar zijn vrouw. De gouverneur werd door de 2e kogel geraakt. Hij was zwaargewond. De derde kogel raakte het achterhoofd van de president. De verwarde lijfwacht van de president reed de auto naar het Parkland ziekenhuis. Ze waren daar binnen 5 minuten. 25 minuten na de aankomst bij het ziekenhuis overleed de president. Enkele uren na zijn dood wordt het stoffelijk overschot van de president overgebracht naar het vliegveld van Dallas. Daarvandaan werd hij naar Washington gebracht. Tijdens de rit gaat Kennedy's vrouw naast de baar staan met de bijbel in heer hand, en vraagt L.B. Johnson om de eed af te leggen die hem tot opvolger van Kennedy maakt. Als ze in Washington zijn aangekomen wordt het stoffelijk overschot van Kennedy in het Bethesdahospitaal van de Amerikaanse marine opgebaard. Daarna werd hij overgebracht naar het Witte Huis. Vijf dagen na de aanslag is gouverneur Connally een beetje hersteld zodat hij kon vertellen: *(1) "Mijn eerste reactie was: "Mijn god, ze gaan ons allemaal vermoorden." De president zakte, na getroffen te zijn, zonder een woord te zeggen op zijn plaats in elkaar. Toen ik mij naar links draaide, werd ik ook getroffen. Ik wist dat ik zwaar gewond was. Er volgde een derde schot en de president werd opnieuw getroffen. Nauwelijks een halve minuut voordat de president werd neergeschoten, had mijn vrouw tot hem gezegd dat niemand kon zeggen dat Dallas niet van hem hield en geen waardering voor hem had. Kennedy antwoordde " Daar heb je gelijk in." Richard Milhous Nixon: Richard M. Nixon was geboren in Yorba Linda (California) op 9 januari 1913. Zijn ouders waren arm. Hij studeerde aan het Whittier College in Whittier (California) en de Duke University Law School. Een paar jaar later ontmoette hij Thelma Catherine Ryan (1912-1993), waarmee hij in 1940 trouwde. In 1942 schreef Nixon zich in bij de marine en diende de marine als vervangend officier tijdens de 2e wereld oorlog. Hij ging uit dienst als luitenant commandant. In 1946 in Whittier werd Nixon overgehaald om het Democratische congreslid, Jerry Voorhis (1901-1984), uit te dagen. Nixon voerde krachtig actie en won met 16.000 stemmen verschil. In 1948 en 1949 bereikte Nixon een nationale reputatie in het "U.S. House of Representatives" als een lid van het Comité voor Niet-Amerikaanse Activiteiten tijdens zijn onderzoek dat bekend werd als "Hiss case". In 1950 was Nixon kandidaat voor de Amerikaanse raad tegen congreslid Helen Gahagan Douglas. Hij won de verkiezing maar de tactieken tijdens zijn campagne werden over een groot gebied bekritiseerd. In 1952 nomineerden de Republikeinen Nixon om de "running mate" te zijn van de presidentskandidaat Dwight D. Eisenhower. Als vice-president kwam Nixon over als een sterke Republikein en woordvoerder in de jaren van Eisenhower. Hij ontwikkelde ook in het buitenland geloofwaardigheid door een heleboel andere staten en landen te bezoeken. *(2) In 1960 won Nixon de nominatie voor het presidentschap met gemak. Tegen de gearticuleerde, rijke en politiek bekende John F. Kennedy smolt de bij Nixon binnen geschoven ervaring en onderscheiding weg. * zie noten
Kennedy won met een kleine volksstemsaldo verschil van 113.000 stemmen van de 68,8 miljoen uitgebrachte stemmen. Nixon wilde zijn politieke carrière nieuw leven inblazen door in 1962 de gouverneur Edmund G. Brown (1905- ) uit te dagen in de "gubernatorial race". Maar Nixon verloor. In 1968 wilde hij opnieuw proberen president te worden. Deze keer was hij meer gewend en gematigd, met Spiro T. Agnew als kandidaat voor het vice-presidentschap. Hij maakte veel gebruik van de televisie tijdens zijn campagnes. Nixon versloeg Hubert H. Humprey met een volksstemmeerderheid van ongeveer een half miljoen stemmen. In 1969 organiseerde president Nixon "the White House" om tijd te besparen enz. Hij liet andere mensen administratief werk doen, zo had hij meer tijd voor zijn interesses, zoals: buitenlandse zaken en contacten. Met Henry A. Kissinger als zijn vertrouwelijkste buitenlandse zaken adviseur. In 1972 kwam Nixon fris terug van de overwinningen in Beijing en Moskou en genoot van zijn populariteit. Hij had de Democratische senator George S. McGovern (1922- ) verslagen met één van de grootste volksstemmeerderheden in de Amerikaanse geschiedenis. Maar er was 1 probleem, er was ingebroken in het hoofdkwartier van het Democratische Nationale Comité en er waren telefoongesprekken afgeluisterd. Dit ging over het Watergate complex. De pers kwam erop af en er werd fraude ontdekt. In 1973 groeide het verhaal steeds meer, het werd steeds groter. Het vertrouwen in het leiderschap van Nixon nam af nadat hij Archibald Cox (1912- ) in oktober 1973 had ontslagen. Om de problemen van de president uit te leggen bracht hij kosten van omkoperij onder ogen die waren getekend in dezelfde maand door Vice-president Agnew. In zijn keuze voor een vervanger voor Agnew koos hij voor een populaire Amerikaanse congreslid en snel van begrip: Gerald R. Ford. Hij werd aangesteld op 6 december in 1973. Nixon probeerde de problemen op te lossen. Maar er waren veel bewijzen. Op 9 augustus in 1974 werd Gerald R. Ford aangesteld als nieuwe
president om het 2e deel van het presidentschap van Nixon te volbrengen. Verder heb ik niks kunnen vinden. Hij is niet in het nieuws geweest ofzo. En als dat wel zo is dan heb ik het dus niet kunnen vinden. Hij leeft nog steeds. Het verloop van de verkiezingen: Er zijn 4 debatten gehouden die op tv zijn gekomen. De 1e was op 26 september 1960. Eerst moesten beide kandidaten een speech houden als inleiding. Daarna werd er een vraag gesteld aan John F. Kennedy of aan Richard M. Nixon. Die gaf antwoord en als diegene klaar was mocht de andere commentaar geven. Als de 1e vraag voor Nixon was de 2e voor Kennedy. Het 2e debat was op 7 oktober 1960. Hierin gaf de presentator een inleiding en daarna werden er meteen vragen gesteld waarop de presidentskandidaten antwoord moesten geven. De presentator sloot het weer af. Het 3e debat was op 13 oktober 1960. Dit ging precies hetzelfde als het 2e debat. Het 4e en laatste debat was op 21 oktober 1960. De beide kandidaten voor het presidentschap moesten
eerst een speech houden, in 8 minuten. Daarna werden er vragen gesteld. Na de vragen moesten ze allebei hun conclusie vertellen. En de presentator sloot het weer af. Bij elk debat was een andere presentator en andere mensen die vragen stelden. Tussendoor hebben beide kandidaten gewoon campagne gevoerd. Speeches gehouden in verschillende staten enzo. Maar dat hebben we niet kunnen vinden.
De onderwerpen en standpunten tijdens de debatten: In alle debatten bleek toch dat Kennedy bepaalde dingen heel belangrijk vond. Dat was bij Nixon ook zo. Maar eerst doen we Kennedy. Kennedy vindt hulp voor het onderwijs heel belangrijk. Hij heeft het er in veel debatten over gehad. Onder andere in het laatste debat tijdens zijn conclusie. Hij vindt meer geld voor het onderwijs belangrijk. *(3) " Ik denk dat het een goede investering is. Ik hoop dat de verdere bezittingenbelasting er voor zal zorgen dat onze kinderen voldoende onderwijs krijgen." Het salaris van de leraren moet ook omhoog. Als er te weinig leraren zijn kunnen ook niet alle kinderen goed les krijgen. Ook vindt hij meer geld voor de medische zorg belangrijk. Hij zou willen dat de medische zorg voor ouderen onder sociale zekerheid zou vallen. Die zorg wordt dan betaald door sociale zekerheid belastingen en het sociale zekerheid systeem. Zo wordt er meer geld besteed aan de oudere zorg en blijft er van het geld voor de gezondheidszorg meer geld over voor de jongere patiënten. Dus wordt er aan allebei meer geld besteed. John F. Kennedy vindt ook belangrijk hoe je reageert op een oorlog in bijvoorbeeld Europa. Als je je ermee bemoeit dat je zorgt dat je niet veel schade lijdt. Hiervan zijn er al een hoop voorbeelden geweest, de 1e Wereldoorlog is er daar 1 van. Nixon vindt ook veel belangrijk. Maar de komende dingen toch het belangrijkste. Een hoger salaris voor de leraren. Maar niet meer geld geven maar bepaalde projecten die de school nu van zijn eigen geld betaald door de staat te laten betalen. Zo blijft er van de school zijn geld meer over voor de leraren. De discriminatie bestrijden: *(4) " Op veel plaatsen kunnen bruine kinderen niet overal naar binnen lopen, gaan zitten en een CocaCola bestellen." Ze kunnen soms wel bestellen maar krijgen dan niks. En wordt er gezegd dat ze weg moeten gaan ofzo. Daar moet wat tegen gedaan worden. Hij vindt net als John F. Kennedy ook belangrijk hoe je reageert op een oorlog. Of je je ermee moet bemoeien of niet. En wat je moet doen als je je ermee bemoeit. En dat het goed kan gaan maar je er rekening mee moet houden dat het ook fout kan gaan. In het laatste debat hebben beide kandidaten in de openingsspeech vertelt wat de vraag is die ze het meest hebben gehoord in de staten waar ze zijn geweest. Bij Nixon was de vraag: *(5) " Hoe kunnen we de vrede bewaren?" Zelf vertelde die iets wat mee helpt om de oorlog tegen te gaan. En dat was: *(6) " Meer onderhandelen met leiders van andere landen en staten. "Bij Kennedy was de vraag: "Gaan we in de richting van vrede en veiligheid ?" Hier heeft ie geen antwoord op gegeven. Maar hij vind dit zelf ook een belangrijke vraag. In de conclusie hebben ze ook gezegd wat ze belangrijk vinden en wat ze vinden hoe het met de VS gaat. Kennedy zei: *(7) " Gerechtigheid voor de mensen." Hij vond ook dat de VS de laatste tijd een beetje heft stil gestaan. Nixon vond dat het beter ging. Hij is voor de vrijheid, de VS ook en veel andere landen en staten ook. Hij vindt in tegenstelling tot Kennedy dat de VS niet heeft stil gestaan. Dat onder steunde die met allemaal cijfers over bijvoorbeeld het aantal klaslokalen. Belangrijke gebeurtenissen in 1960: In 1960 is natuurlijk een belangrijke gebeurtenis dat John F Kennedy tot president is gekozen. Terwijl Nixon toch eigenlijk meer ervaring daarmee had. Ook een belangrijke gebeurtenis is de oorlog op Cuba ( hier stond in elk geval veel over op het internet ). En ook Castro. Dat is geloof ik een persoon met veel aanhangers. Dat konden we niet helemaal vinden. Hij was voor Nixon, daar zou hij op stemmen heeft hij gezegd. En was dus tegen Kennedy. En ondanks dat heeft Kennedy toch gewonnen. * zie noten
Kennedy heeft wel een duidelijk standpunt ingenomen in het conflict met Cuba. Hij heeft duidelijk gemaakt dat een aanval vanuit Cuba gezien zou worden als een aanval vanuit Rusland. Cuba werd namelijk gesteund door Rusland. Deze periode was het begin van de koude oorlog. VERGELIJKING TUSSEN DE KANDIDATEN VAN 1960 EN 2000 Deelvraag
Zijn er overeenkomsten tussen de onderwerpen van 1960 en 2000 ? Zowel in 1960 als in 2000 waren de verkiezingen een spannende race. Tot op de laatste dag van de verkiezingen was het nog een nek aan nek race. Beide kandidaten zowel van 1960 als 2000 hadden allebei nog kans om president te kunnen worden. Kennedy won in 1960 met 0,2 procent verschil in het aantal stemmen van Nixon. Alleen duurt het in 2000 langer voordat er echt bekend is wie de nieuwe president is. Ook nu zijn de verschillen tussen de 2 kandidaten erg klein. Minder dan 0,1 procent en vermoedelijk maar 200 a 300 honderd stemmen verschil. Antwoord op deelvraag: Onderwijs blijft steeds in de verkiezing race een belangrijk onderwerp. Zowel in 1960 en 2000 gaat het nog steeds over meer geld voor het onderwijs. Ook komt dit onderwerp meerdere keren in de debatten ter spraken. Alleen in 1960 ging het vooral over meer geld voor de leraren en in 2000 ging het vooral over waardebonnen voor de ouders. Sociale zekerheid en oudere zorg komen zowel in 1960 als in 2000 ter sprake. In beide partijen willen er ook nu weer meer geld voor vrij maken. In beide verkiezingen hadden ze het over burgerrechten. Discriminatie, positief of negatief komt ook weer in beide verkiezingen ter spraken.
DE STAAT: Deelvraag
Is Kentucky meer een Democratische of een Republikeinse staat en is Kentucky belangrijk bij de verkiezingen? Als staat hebben wij Kentucky gekozen. Kentucky ligt in de regio “Deep South”. Kentucky ligt tussen de staten: Tennessee, Virginia, West Virginia (deze zijn uit de regio Deep south), Illinois, Indiana, Ohio (uit de regio “northeast”) en Missouri (uit de regio het centrale deel van de VS). Kentucky is een Republikeinse staat net zoals de meeste staten die om Kentucky heen liggen. Het oosten van Kentucky heeft bergen, het midden heeft heuvels en het westen heeft vlakten. Kentucky heeft 3,6 miljoen inwoners daarvan is 92% blank en 7% zwart. De hoofdstad van Kentucky is Frankfort. Deze stad heeft 30.000 inwoners. Een toeristische trekpleister is Cumberland Gap, dit is het 3-statenpunt. Hier komen Virginia, Tennessee en Kentucky bij elkaar. Maar ook een paardenshow die begin augustus wordt gehouden. Als natuurmonumenten heeft Kentucky “Mammoth Cave National Park” en “Cumberland Gap National Historical Park Land between the Lakes”. Net zoals elke staat heft Kentucky een staatsleus, en dat is: United we stand, divided we fall, dit betekent: verenigd staan we, gescheiden gaan we achteruit. Belangrijke steden in de staat Kentucky zijn: Louisville, dit is een stad met oude wijken die aan de Ohio rivier ligt. Lexington, omdat dit een grote stad is en belangrijk voor de economie enzo. Het klimaat in Kentucky is goed, in de zomers is heter warm en in de winters is het zacht. In het hele jaar valt er redelijk veel regen. Het belangrijkste voor het inkomen van Kentucky is de tabaksindustrie. Dit was lang geleden ook al zo. Ook is Kentucky de grootste steenkoolproducent van de Verenigde staten. Kentucky ligt gunstig binnen de Verenigde Staten voor de handel en zo, en is toch ook best belangrijk voor de economie. Voor de verkiezingen heeft Kentucky 8 kiesmannen beschikbaar. Deze keer met de presidentsverkiezingen ging Kentucky net zoals alle omliggende staten behalve Illinois naar de Republikein: George Bush. CONCLUSIE: Eerst komen de deelvragen met het antwoord daarop eronder. En daarna komt de hoofdvraag met daarop het antwoord. Wat is het verschil tussen de standpunten over het onderwerp abortus? Al Gore is voor abortus en George Bush is daartegen, behalve in het geval van verkrachting, incest of als het leven van de moeder in gevaar is. Gore is tegen de voorwaarden in de 3e periode van de zwangerschap en Bush is daarvoor. Ook is Gore voor de vergoeding van de abortus uit overheidsfond-sen, maar Bush is daar weer tegen. Het verschil tussen de standpunten kun je vergelijken met het verschil tussen ja en nee. Heel verschillend dus. Wat vonden John F. Kennedy en Richard M. Nixon belangrijk? John F. Kennedy vond belangrijk dat kinderen goed onderwijs kregen maar ook dat de leraren die les gaven goed werden betaald. Ook vond hij belangrijk dat de gezondheidszorg meer geld kreeg door de ouderenzorg onder Sociale Zekerheid te laten vallen. Als laatste in een debat vertelde hij dat hij gerechtigheid voor de mensen het belangrijkste vond. En dat daar wat aan gedaan moet worden. Dat iedereen gelijke rechten heeft. Richard M. Nixon vond belangrijk hoe je op een buitenlandse oorlog reageert. Of je je er wel of niet mee moet bemoeien. En zo ja, wat moet je dan doen. Ook vond hij belangrijk dat mensen niet werden gediscrimineerd, waarom mogen zwarten geen cola krijgen en blanken wel. Dat vindt hij nergens voor nodig. Ook hij vond belangrijk dat leraren goed worden betaald. Maar de manier om te zorgen waarop de leraren meer geld krijgen waren bij hem anders. Nixon vertelde als laatste dat hij vond dat het beter gaat met Amerika, en dat we allemaal voor de vrijheid zijn. Zijn er overeenkomsten tussen de onderwerpen van 1960 en 2000? Er zijn een heleboel overeenkomsten tussen de onderwerpen van 1960 en 2000. In beide verkiezingen werd gepraat over het onderwijs (vooral het salaris van de leraren), de Sociale Zekerheid en de ouderenzorg. In beide jaren willen ze dat er hier meer geld voor komt. Ook hadden ze het toen en nu over de burgerrechten. En dan vooral discriminatie. In het werkstuk staan minder onderwerpen van 1960 dan van 2000, maar er zijn nog een heleboel overeenkomsten. Is Kentucky meer een Democratische staat of een Republikeinse staat en is Kentucky belangrijk bij de verkiezingen? Kentucky is een Republikeinse staat. Er wonen meer blanken dan zwarten. Voor de verkiezingen heeft deze staat 8 kiesmannen beschikbaar. Het is dus meestal niet zo’n heel belangrijke staat. Tenzij het verschil in de kiesmannen kleiner is dan 8 en in Kentucky nog gestemd moet worden. Maar dat is nog niet gebeurd. Wat is het verschil tussen de beloftes van toen en nu? Er zijn ook een verschillen tussen de beloftes van toen en nu. Nu houden ze meer rekening met de mening van mensen. Ze zeggen niet dat ze ergens helemaal tegen zijn. Ze zeggen dan ‘behalve als’ of zoiets. Als voorbeeld nemen we Bush, hij zei dat hij tegen abortus was behalve als er sprake is van verkrachting, incest of als de moeder in gevaar is. Als hij had gezegd dat hij helemaal tegen abortus was dan had hij een heleboel stemmen misgelopen (dan was het misschien niet zo spannend geweest). Nu geven de kandidaten meer beloftes. Over 1 onderwerp geven de kandidaten ook preciezer aan waar ze voor zijn en waar ze tegen zijn. In de gezondheidszorg gebruiken ze bijvoorbeeld ouderen, kinderen en de groep daar tussen in. Voor kinderen zijn ze voor bepaalde dingen waar ze bij de ouderen niet voor zijn. De kandidaten vinden elke keer wat de Republikeinen of Democraten altijd al vonden en laten zich beïnvloeden door wat het volk vind. Als voorbeeld de Republikeinen, die waren altijd tegen abortus. Bush plakt de mening van het volk erbij en is tegen abortus behalve als …… Vroeger gaven ze een heleboel redenen waarom ze dan tegen abortus waren en probeerden zo de mensen over te halen, nu passen ze hun traditie of mening gewoon aan. Er zit wel verschil tussen de beloftes, maar heel veel verschil dat is het niet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.