Karl Marx
Karl Marx, Duits filosoof, historicus en econoom, was de geestelijk vader van het marxisme.
Hoofdvraag:Wat was de samenhang tussen de Engelse industriële revolutie en de Duitse Karl Marx?
Karl Heinrich Marx werd geboren 1818 in Trier. Zijn vader was een tot het christendom bekeerde advocaat en zijn moeder was een Nederlandse.
Hij had een normale jeugd.
Op zeventienjarige leeftijd ging Karl aan de Universiteit van Bonn rechten studeren. Maar door gebrek aan belangstelling hield hij dit nog geen jaar vol. Hij ging toen in Berlijn filosofie studeren en zich verdiepen in geschiedenis en economie.Op de Universiteit Jena werd hij doctor in de filosofie.
In 1842 werd Marx Redacteur van de Rheinische Zeitung in Keulen en hield zich Steeds Meer bezig met economische vraagstukken.Dit was zijn eerste politieke ervaring en tegelijk ook een goede test voor zijn leidersschap. Wegens te radicale eigenschappen werd het blad in 1843 verboden.
Hij speelde toen met de gedachte om vanuit het buitenland een revolutionair blad illegaal in Duitsland te verspreiden. Omdat je in Duitsland alleen ontrouw aan jezelf kon zijn, zei Marx. Maar eerst ging hij terug naar Trier om zijn bruid te halen waarmee hij al 7 jaar verloofd was.
Na zijn huwelijksreis vestigde hij zich in Parijs. Hier werd hij redacteur van de Deutsch Französische Jahrbücher, waarin felle kritiek werd geleverd op de maatschappij. Ook dit maal viel de kritiek niet in goede aarde en Marx moest gedwongen Parijs verlaten. Samen met Friedrich Engels sluit hij zich dan aan bij een socialistische beweging. Engels is intussen een goede vriend van Marx. Samen schrijven ze het Communistisch Manifest. Dit Boek beschrijft het Communisme en moedigt arbeiders aan om in opstand te Komen tegen de Bourgeoisie, diegenen die het Kapitaal en de eigendommen in handen hebben.
In 1848 werd Marx weer verbannen en vestigde zich in Londen. Daar is hij zijn hele leven gebleven.
In 1867 verscheen de eerste druk van Das Kapital, het beroemdste boek dat de grondslag vormde voor het Marxisme.
Zijn ideeën
Het marxisme is gebaseerd op het denken van Karl Marx. Marx zei echter wel dat hij zelf geen marxist was.
Marx richtte zich in zijn filosofie op drie gebieden:
Geschiedenis, economie en sociologie.
Op het gebied van geschiedenis geloofde was Marx ervan overtuigd dat de geschiedenis niet zomaar tot stand was gekomen. Er moest een einddoel achter zitten en bepaalde krachten hadden de geschiedenis naar dat einddoel gebracht.
Ook geloofde hij dat de geschiedenis niet zo zeer gevormd werd door ideeën, maar door productieverhoudingen. De macht in elke samenleven is namelijk in handen van de gene die de meeste productiemiddelen bezit.
Op het gebied van economie zag Marx het kapitalisme als een vloek voor de samenleving. De loonarbeiders waren de mensen die hun arbeidskracht aan een kapitalist ter beschikking stelden. Volgens het marxisme worden de loonarbeiders door het kapitalisme uitgebuit. Zij zijn verantwoordelijk voor het produceren van de meerwaarde van het product, maar krijgen daar enkel het noodzakelijke voor terug. Een veel kleiner bedrag dan zij verdiend hebben. De winst gaat naar de bezitters van de fabrieken. Zij willen steeds meer en buiten de arbeiders dan ook steeds meer uit. Volgens Marx moest de macht van de werkgevers ontnomen worden zodat zij niemand meer uit konden buiten en iedereen gelijk zou zijn.
Hij voorspelde dat het kapitalisme zichzelf de nek wel om zou draaien.
Daarvoor onderscheidde hij 5 stadia:
1. De concentratie wet, waarbij grote ondernemingen voortdurend de kleine opslokken, en hierdoor steeds grotere ondernemingen ontstaan.
2. De accumulatie wet, verondersteld dat kapitalisten, die de meerwaarde ontvangen, door concurrentie proberen de omvang van de ondernemingen steeds te vergroten.
3. De Verelendung, de voortdurende verslechtering van de positie van de proletarische klasse, die afhankelijk zijn van de kapitalisten. De armoede zal steeds groter worden.
4. De crisistheorie, het gaat steeds slechter met bedrijven, waardoor arbeiders worden ontslagen. Hierdoor ontstaat weer sociale ellende.
5. De ineenstorting van de kapitalistische maatschappij. De crisissen zullen elkaar steeds sneller opvolgen en de positie van de arbeidende klasse zal voortdurend slechter worden. De spanning tussen de klassen wordt onhoudbaar.
Tenslotte op sociologisch gebied
De klassentheorie is in het Marxisme erg belangrijk. Volgens deze theorie kun je de samenleving in 2 klassen verdelen: De producerende klasse en een zich toeeigenende klasse. Hij zei dat de geschiedenis van alle maatschappijen tot nu toe de geschiedenis is van de klassenstrijd.
In het kapitalisme zouden de arbeiders het nooit beter krijgen en ze moesten dus de productiewijze omver gooien en het socialisme invoeren. Er zou dan ene nieuwe samenleving ontstaan. Een einddoel van de geschiedenis.
Ontstaan
Het Marxisme is dus ontstaan uit de gedachten van Karl Marx in de 19e eeuw. Deze gedachten ontstonden door drie belangrijke 19e eeuwse invloeden: De Duitse filosofie, de Franse revolutionaire praktijk en het schrijnende beeld van de opkomende Engelse industrie.
Marx leefde in Londen in de tijd van de opkomst van de industrialisatie in Engeland.
Hij zag dus duidelijk. Hij zag de ontevredenheid en hoe moeilijk de arbeiders het hadden. Hij zag de afstand tussen de producent en de consument snel toenemen.
Een andere grote invloed was de Duitse filosoof waar Karl Marx erg in geïnteresseerd was. Dit was Hegel. Marx heeft de leer van deze filosoof nooit los kunnen laten, hij heeft de man echter nooit gekend.
In de 19e eeuw was er ook een opkomst van het atheïsme. De natuurwetenschappen werden steeds beter en interessanter. Marx begon hier ook over na te denken. Marx zag toen het geloof en de godsdienst als een verzinsel van het volk. Iets om een uitweg te vinden in moeilijke tijden.
Marx had zelf in eerste instantie geen grote plannen om van zijn theorieën een samenhangend geheel te maken. Voor het eerste op papier zetten van zijn ideeën was Engels vooral verantwoordelijk. Marx is later wel verder gaan mee werken om het marxisme op touw te zetten. Dit was pas in zijn laatste jaren.
Inmiddels weten we dat dit Marxisme grote personen heeft geïnspireerd en tot verscheidene nieuwe stromingen heeft geleid.
Conclusie
Marx was een filosoof gericht op economie, sociologie en geschiedenis. Hij leefde in Londen tijdens de opkomst van de Industriële revolutie . Zijn Ideeën werden dus sterk beïnvloed door deze industrialisatie en het kapitalisme. En dus ook de bijhorende verhoudingen tussen arm en rijk. Het boek “Das Kapital” is een uitgebreide studie van de moderne, kapitalistische maatschappij. En daarbij nam hij Engeland als uitgangspunt. Engeland: Het meest ontwikkelde land van de kapitalistische landen.
Karl Marx, Duits filosoof, historicus en econoom, was de geestelijk vader van het marxisme.
Hoofdvraag:Wat was de samenhang tussen de Engelse industriële revolutie en de Duitse Karl Marx?
Karl Heinrich Marx werd geboren 1818 in Trier. Zijn vader was een tot het christendom bekeerde advocaat en zijn moeder was een Nederlandse.
Hij had een normale jeugd.
Op zeventienjarige leeftijd ging Karl aan de Universiteit van Bonn rechten studeren. Maar door gebrek aan belangstelling hield hij dit nog geen jaar vol. Hij ging toen in Berlijn filosofie studeren en zich verdiepen in geschiedenis en economie.Op de Universiteit Jena werd hij doctor in de filosofie.
In 1842 werd Marx Redacteur van de Rheinische Zeitung in Keulen en hield zich Steeds Meer bezig met economische vraagstukken.Dit was zijn eerste politieke ervaring en tegelijk ook een goede test voor zijn leidersschap. Wegens te radicale eigenschappen werd het blad in 1843 verboden.
Na zijn huwelijksreis vestigde hij zich in Parijs. Hier werd hij redacteur van de Deutsch Französische Jahrbücher, waarin felle kritiek werd geleverd op de maatschappij. Ook dit maal viel de kritiek niet in goede aarde en Marx moest gedwongen Parijs verlaten. Samen met Friedrich Engels sluit hij zich dan aan bij een socialistische beweging. Engels is intussen een goede vriend van Marx. Samen schrijven ze het Communistisch Manifest. Dit Boek beschrijft het Communisme en moedigt arbeiders aan om in opstand te Komen tegen de Bourgeoisie, diegenen die het Kapitaal en de eigendommen in handen hebben.
In 1848 werd Marx weer verbannen en vestigde zich in Londen. Daar is hij zijn hele leven gebleven.
In 1867 verscheen de eerste druk van Das Kapital, het beroemdste boek dat de grondslag vormde voor het Marxisme.
Zijn ideeën
Het marxisme is gebaseerd op het denken van Karl Marx. Marx zei echter wel dat hij zelf geen marxist was.
Marx richtte zich in zijn filosofie op drie gebieden:
Geschiedenis, economie en sociologie.
Op het gebied van geschiedenis geloofde was Marx ervan overtuigd dat de geschiedenis niet zomaar tot stand was gekomen. Er moest een einddoel achter zitten en bepaalde krachten hadden de geschiedenis naar dat einddoel gebracht.
Ook geloofde hij dat de geschiedenis niet zo zeer gevormd werd door ideeën, maar door productieverhoudingen. De macht in elke samenleven is namelijk in handen van de gene die de meeste productiemiddelen bezit.
Op het gebied van economie zag Marx het kapitalisme als een vloek voor de samenleving. De loonarbeiders waren de mensen die hun arbeidskracht aan een kapitalist ter beschikking stelden. Volgens het marxisme worden de loonarbeiders door het kapitalisme uitgebuit. Zij zijn verantwoordelijk voor het produceren van de meerwaarde van het product, maar krijgen daar enkel het noodzakelijke voor terug. Een veel kleiner bedrag dan zij verdiend hebben. De winst gaat naar de bezitters van de fabrieken. Zij willen steeds meer en buiten de arbeiders dan ook steeds meer uit. Volgens Marx moest de macht van de werkgevers ontnomen worden zodat zij niemand meer uit konden buiten en iedereen gelijk zou zijn.
Daarvoor onderscheidde hij 5 stadia:
1. De concentratie wet, waarbij grote ondernemingen voortdurend de kleine opslokken, en hierdoor steeds grotere ondernemingen ontstaan.
2. De accumulatie wet, verondersteld dat kapitalisten, die de meerwaarde ontvangen, door concurrentie proberen de omvang van de ondernemingen steeds te vergroten.
3. De Verelendung, de voortdurende verslechtering van de positie van de proletarische klasse, die afhankelijk zijn van de kapitalisten. De armoede zal steeds groter worden.
4. De crisistheorie, het gaat steeds slechter met bedrijven, waardoor arbeiders worden ontslagen. Hierdoor ontstaat weer sociale ellende.
5. De ineenstorting van de kapitalistische maatschappij. De crisissen zullen elkaar steeds sneller opvolgen en de positie van de arbeidende klasse zal voortdurend slechter worden. De spanning tussen de klassen wordt onhoudbaar.
Tenslotte op sociologisch gebied
De klassentheorie is in het Marxisme erg belangrijk. Volgens deze theorie kun je de samenleving in 2 klassen verdelen: De producerende klasse en een zich toeeigenende klasse. Hij zei dat de geschiedenis van alle maatschappijen tot nu toe de geschiedenis is van de klassenstrijd.
In het kapitalisme zouden de arbeiders het nooit beter krijgen en ze moesten dus de productiewijze omver gooien en het socialisme invoeren. Er zou dan ene nieuwe samenleving ontstaan. Een einddoel van de geschiedenis.
Ontstaan
Het Marxisme is dus ontstaan uit de gedachten van Karl Marx in de 19e eeuw. Deze gedachten ontstonden door drie belangrijke 19e eeuwse invloeden: De Duitse filosofie, de Franse revolutionaire praktijk en het schrijnende beeld van de opkomende Engelse industrie.
Hij zag dus duidelijk. Hij zag de ontevredenheid en hoe moeilijk de arbeiders het hadden. Hij zag de afstand tussen de producent en de consument snel toenemen.
Een andere grote invloed was de Duitse filosoof waar Karl Marx erg in geïnteresseerd was. Dit was Hegel. Marx heeft de leer van deze filosoof nooit los kunnen laten, hij heeft de man echter nooit gekend.
In de 19e eeuw was er ook een opkomst van het atheïsme. De natuurwetenschappen werden steeds beter en interessanter. Marx begon hier ook over na te denken. Marx zag toen het geloof en de godsdienst als een verzinsel van het volk. Iets om een uitweg te vinden in moeilijke tijden.
Marx had zelf in eerste instantie geen grote plannen om van zijn theorieën een samenhangend geheel te maken. Voor het eerste op papier zetten van zijn ideeën was Engels vooral verantwoordelijk. Marx is later wel verder gaan mee werken om het marxisme op touw te zetten. Dit was pas in zijn laatste jaren.
Inmiddels weten we dat dit Marxisme grote personen heeft geïnspireerd en tot verscheidene nieuwe stromingen heeft geleid.
Conclusie
Marx was een filosoof gericht op economie, sociologie en geschiedenis. Hij leefde in Londen tijdens de opkomst van de Industriële revolutie . Zijn Ideeën werden dus sterk beïnvloed door deze industrialisatie en het kapitalisme. En dus ook de bijhorende verhoudingen tussen arm en rijk. Het boek “Das Kapital” is een uitgebreide studie van de moderne, kapitalistische maatschappij. En daarbij nam hij Engeland als uitgangspunt. Engeland: Het meest ontwikkelde land van de kapitalistische landen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden