de franse revolutie

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 3e klas havo | 948 woorden
  • 10 februari 2009
  • 72 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
72 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoe was het leven voor de revolutie?

In Frankrijk had men 3 standen.
De 1ste stand
bestond uit de geestelijken, de 2de stand hielpen de koning,m waaronder de edelen. De rest van de bevolking (95%) zat in de derde stand. Alleen de 3de stand moest belasting betalen. Lodewijk XlV (Louis Seize) ging in de 17de eeuw in Versailles wonen. Hij had alle machten: wetgevende macht, hij kon alle wetten zelf vast leggen, hij benoemde ook de rechters voor de rechtspraak dus rechtsprekende macht. Met de uitvoerende macht kon hij al zijn besluiten inpassen.
Omdat de koning al die machten had noemde was er in de 17de eeuw sprake van absolutisme.

De Franse vorsten wezen allemaal op de ideeën van Hobbes, die vond dat de mens in wezen zo slecht was dat ze beter zich volledig laten besturen door 1 vorst. Een ander argument was dat ze het van God hadden gekregen.
In de 3de stand was niet iedereen gelijk, er waren erg rijke kooplui en fabrikanten; de rijke burgerij, bourgeoisie. Er waren ook arme loonarbeiders en pachtboeren enz. Zij hadden haast geen geld maar moesten toch belasting betalen, en de adel en de edelen niet. De bourgeoisie wilde politieke macht.
Ze vonden steun bij filosofen zoals Voltaire, Rousseau en Montesquieu. Zo waren wetenschappen, zoals sterrenkunde en aardrijkskunde, die te lang door het geloof werden beheerst. Verstand zou licht brengen in de duisternis die door het geloof werden veroorzaakt. De filosofen en onderzoekers die zo dachten hoorden bij de 18de eeuwse Verlichting. Lodewijk XVl (Louis Seize) had altijd geld te kort door zijn oorlogsvoering en de rente die hij daarover moest betalen.

Wat was de aanleiding tot de revolutie?

Frankrijk was bijna failliet, Lodewijk XVl (Louis Seize) wilde maatregelen nemen. Maar de edelen, geestelijken en de bourgeoisie wilden daar over meepraten. Lodewijk XVl (Louis Seize) werd gedwongen om de Staten-Generaal erbij te roepen.
De vertegenwoordigers van elke stand kwamen naar Versailles. Maar de 1ste en de 2de stand waren het er toch mee eens dus gingen de vertegenwoordigers van de 3de stand weg. Ze vonden zich vertegenwoordigers van het hele volk dus noemden zich Nationaal-Vergadering. Ze gingen niet uit elkaar voordat ze een grondwet hadden, rechten en plichten van de burgers. In 14 juli 1789, werd de Bastille (een plek waar kruit en kogels opgeslagen waren) door het volk vernield, omdat er een gerucht ging dat de koning de Nationale-Vergadering uit elkaar wilde jagen. Nu had het volk zelf wapens en ging het een eigen leven leiden, er werden kastelen geplunderd, adellijke gezinnen vermoordt en de acties in de zomer van 1789 werd ook wel de La Grande Peur genoemd.
De dreiging werd te groot en de koning vluchtte stiekem met zijn gezin Parijs uit, omdat hij onderweg veel tijd verloor, lukte het hem niet Frankrijk te verlaten.
De koning werd vervolgens terug gebracht naar Parijs. Het volk wilde de koning veroordelen, maar de keizer van Oostenrijk en de keizer van de Pruisen dreigden Parijs binnen te vallen als het volk de koning wat aan zouden doen.
Op 20 april 1792 verklaarde Frankrijk Oostenrijk de oorlog, omdat de keizer van Oostenrijk het Franse volk had bedreigd had aan te vallen als ze de koning iets zouden doen.
Robespierre, die voor de revolutie was en de koning niet vertrouwde, zette duizenden mensen op tegen de koning.
Na een zwaar gevecht won het volk. Heel veel mensen werden gedood.

De vergadering moest van het volk de koning afzetten en in de gevangenis gooien.

Hoe eindigde de revolutie?

Robespierre eiste dat de koning onthoofd werd en dat gebeurde op 21`
Januari 1793 daar werd hij onthoofd door de guillotine (een apparaat met daarin een gat waardoor je je hoofd moet steken, waarna een scherp mes naar beneden komt zetten en je in 1 klap word onthoofd)
Robespierre nam de macht over maar dat ging al snel fout want hij stopte onschuldige mensen in de gevangenis en liet mensen zonder reden onthoofden.
Al snel was de maat vol en werd ook hij gevangen gezet en onthoofd door de beruchte guillotine, evenals zijn handlangers die het zelfde lot ondergingen.
De rust was weergekeerd en de economie van Frankrijk kwam weer op gang, langzaam werden de schulden die voor en tijdens de revolutie gemaakt waren terug betaald.
Daar maakte Napoleon gretig gebruik van en greep naar de macht in 1799 en hij kroonde zichzelf in 1804 tot keizer, daarna veroverde hij met het Franse leger een groot deel van Europa, de revolutie was geschiedenis.

Nu gaan we een rollenspel doen tussen een interviewer en Koning Lodewijk XlV (Louis Seize)

I: bonjour!

L: bonjour!

I: Si je vous ce qui pu demander ?
(zou ik u wat kunnen vragen?)

L: Naturelle!
(natuurlijk!)


I: vous la révolution a-t-elle attendu ?
(had de revolutie verwacht?)

L : Non, la nation a attaqué seulement à ce moment-là bastille
(nee, pas op het moment dat het volk bastille aanviel)

I: A été équitable ?
(was het rechtvaardig?)

L: J'ai d'abord trouvé que non mais plus tard j'ai compris mon erreur
(eerst vond ik het niet maar later zag ik mijn fout in)

I: Mais à ce moment-là il a été trop tard
(maar toen was het te laat)

L: Oui!

I : Que ont voulu vous faire après votre vol non-réussi ?
(wat wou u na uw mislukte vlucht doen?)

L: J'ai voulu fuir vers l'empereur de l'Autriche
(ik wou naar de keizer van Oostenrijk vluchten)

I: et cela aiderait ?
(en dat zou helpen?)

L: je n'ai pas pu autrement !
(ik kon niet anders)

I : comme dernière, comment telle guillotine sent
(als laatste, hoe voelt zo’n guillotine?)


L: Douloureuse!
(pijnlijk!)

I: Remerciement vous pour votre soi-disant temps !
(dank u voor uw zogenaamde tijd)

L: faits volontiers !
(graag gedaan)

I: au revoir!

L: au revoir!



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.