Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tijgers

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 1e klas vwo | 2672 woorden
  • 14 augustus 2005
  • 125 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
125 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. het lichaam

Alle katsoorten lijken op elkaar. Waarschijnlijk heeft dit te maken met dat alle soorten een beetje op dezelfde manier leven jagen en eten. Het is niet moeilijk om katten van andere vleeseters te onderscheiden we hoeven alleen maar naar de kop te kijken: die is breed de kaken zijn kort en de oogkassen zijn groot. Verder vallen het krachtige lichaam en de grote zachte poten op. De ruggengraat is gebogen en deze geeft steun aan het lichaam. De buikspieren zorgen ervoor dat de wervelkolom (ruggengraat) gebogen blijft ondanks het zware gewicht. Doordat de ruggengraat erg buigzaam is kan een katachtige grote passen maken. Ook hebben ze hele sterke nekspieren daarmee houden ze hun kop omhoog. Tijgers zijn teengangers dat betekent dat ze op hun tenen lopen. Aan de voorpoten van een tijger zitten vijf tenen en de achterpoten hebben vier tenen. Als je naar het lichaam van een tijger kijkt dan denk je dat het dier nogal wat lawaai maakt bij het lopen maar dat is niet zo dit komt door het dikke zoolkussen onder hun voeten. De nagels zijn ingetrokken bij het lopen.
Het is niet zeker maar men denk dat het gehoor van de tijger sterk lijkt op het gehoor van kleine katten deze katten horen goed dus men denkt dat de tijger een goed gehoor heeft. Ze hebben alleen bij kleine katten zoals de huiskat onderzoek kunnen doen naar het gehoor. Tijgers kunnen wel erg goed ruiken dat is als roofdier wel erg makkelijk en belangrijk. Ze hebben een gewone neus en een extra vlies in de bovenkant van hun bek. Dit is dus een extra reukorgaan. Met de snorharen en de haren boven de ogen en aan de voorpoten voelen ze dit is dus hun tastzintuig. Dit is vooral belangrijk als het donker is. Door de dikke vacht hebben ze het niet gauw koud en niet gauw warm.


2. de familie

Katten horen bij de soort zoogdieren bij de orde van de roofdieren en de familie der katachtigen. De familie der katachtigen word verdeeld in drie soorten:de nimravinae (dat betekent uitgestorven) de echte katachtigen en de jachtluipaarden. En de echte katachtigen worden weer in twee groepen verdeeld: de groepen katten die ook wel panterkatten genoemd worden en de kleine katten. Dit zijn een paar katten die bij de groep kleine katten horen: de boskat, de viskat poema en de lynx. Bij de grote katten horen de leeuw de jaguar de panter en de tijger. Alle kleinere katachtigen horen bij de soort kleine katten. De poema is best wel groot maar behoort toch tot de groep kleine katachtigen. Een poema kan zelfs net zo groot worden als een panter. Blijkbaar gaat het niet alleen om de grote als je ze in groepen moet verdelen maar om meer. Daarom zijn er ook meer verschillen tussen de grote kat en de kleine kat. Als het licht scherp is trek de kleine kat de pupil verticaal samen(I dat is verticaal). De beharing van de neus is ook anders de neus rug(de onderkant van de neus) is niet helemaal tot aan de voorkant behaard. Kleine katten staan bekend met de manier waarop ze zich wassen. Met hun voorpoten poetsen ze hun kopje tot achter hun oren helemaal schoon. Panterkatten vinden zichzelf als snel schoon genoeg maar de kleine kat blijft poetsen totdat hij echt tevreden is. de manier waarop ze eten verschilt ook. De kleine kat eet op zijn hurken en een grote kat gaat erbij liggen. De grote kat gebruikt vaak zijn snijtanden om het vlees kapot te rukken en ze maken dan kleine achterwaartse bewegingen met hun kop. Kleine katten doen dit niet. Zij gaan gehurkt zitten en krullen hun staart om hun lichaam heen en beginnen netjes te eten. Panterkatten liggen languit met de voorpoten naar voren en de staart naar achter.
Kleine katten kunnen niet brullen maar wel bij het in en uitademen knorren dit doen ze dan ook vaak. Veel mensen zijn bang voor het gebrul van de grote katten, deze katten kunnen alleen knorren bij het uitademen. Dat de ene kat wel kan brullen en de andere kat niet ligt aan het tongbeen die is bij de ene kat anders dan bij de andere kat. Er zijn ook katten die niet echt bij de ene groep maar ook niet echt bij de andere groep horen. De nevelpanter is zo’n soort kat. De nevelpanter heeft veel kenmerken waardoor hij bij de groep kleine katten kan horen kijk maar naar de grote van de kat en de vorm van de pupil maar aan de andere kant als je naar zijn gedrag kijkt lijkt het gedrag heel erg veel op het gedrag van de panterkatten. Deze kat zit dus tussen de groepen in het is dus een tussenin-kat.

3. de jacht

De katachtige besluipt heel voorzichtig met zijn buik vlak boven de grond zij prooi. Hij blijft af en toe even stil staan om zijn prooi goed te kunnen bekijken. De vacht van de tijger komt hierbij goed van pas het is namelijk een goede schutkleur. zoiets(de vacht) heet camouflage. Je ziet hem bijna niet in de schaduw. De tijger staat meestal in de schaduw van een boom of rots omdat die schaduw groot is. Dan springt de tijger opeens op zijn prooi af. De achterpoten van de tijger komen pas van de grond af als hij met zijn voorpoten zijn prooi vast heeft. Zo kan de tijger hem makkelijker vast houden Als het dier probeert te ontsnappen. De tijger hoeft dan alleen nog maar in de nek of keel te bijten en de prooi is dood na enkele seconden. Een tijger heeft dus een dodelijke beet dat komt vooral omdat hij hele scherpen tanden heeft. Met die tanden kan de tijger zo door een hand van een mens heen bijten. Bij zijn prooi bijt het dier zo hart dat de prooi het niet overleeft. De tijger bijt namelijk in de aderen of in de luchtpijp.
Als de kat geen scherpe nagels had die het dier kon intrekken en uitrekken zou de jacht van zo’n dier er heel anders uitzien. De prooi zou dan gelijk nadat het dier het had gevangen weer weg kunnen gaan. De techniek van de tijger zit eigenlijk alleen in de nagels en in de tanden want met zijn nagels pakt hij zijn prooi vast en blijft er ook op deze manier aan hangen en met zijn tanden bijt hij het dier dood. De tijger heeft namelijk hele scherpe hoektanden. De tijger kan zijn nagels onder zijn vacht doen. Als hij zijn prooi bespringt dan duwt hij ze buiten zijn vacht en klemt zijn nagels dan vast aan zijn prooi. De nagels van zo’n dier zijn dus best scherp die van een mens zouden meteen afbreken maar die van een tijger blijven mooi heel. Iedereen weet wel hoe de zachte poezenpootjes aanvoelen. Iedereen denkt dat het dier niemand kwaad doet, maar pas op wil je het dier van je schoot afhalen dan hangt het beestje ineens aan je broek vast, het dier heeft zijn nagels gebruikt. Zo kan je ongeveer zien hoe de nagels eigenlijk werken dat is namelijk precies hetzelfde als bij de tijger. Het laatste stukje van de teen ook wel het laatste teenkootje genoemd houd de nagel vast, dat is heel stevig dus. De elastieken band zorgt dat de nagel een beetje omhoog blijft staan. De nagel kan worden uitgeslagen(naar buiten gaan) doordat er een spiertje samentrekt, dat spiertje heet de pees. De ingetrokken nagels kan je van buitenaf niet zien. Ze liggen dan in het vel er wordt ook wel gezegd dat de nagel dan in nagelscheden ligt. De nagels kunnen ineens tevoorschijn komen als de kat B.V. zijn prooi vangt.

Katten zijn vleeseters. Dat kan je aan hun kaken en gebit zien. De kaken zijn kort maar wel heel sterk. Ze kunnen makkelijk een bot doorbijten. De hoektanden zijn heel belangrijk bij het pakken van een prooi. De knipkiezen heten niet voor niets zo. Als het dier kauwt lijkt het net een schaar de kiezen schieten dan langs elkaar net als een schaar. Het dier dat ze gedood hebben eten ze daarna natuurlijk op. Grote stukken vlees kauwen ze niet voor in de bek maar aan de zijkant dus bij de knipkiezen. De snijtanden en de tong halen de restjes van het dode dier van de boten af. Dit gaat bijna op dezelfde manier als een kaasschaaf, de kaas schaaft dan over de kaasschaaf alleen is het dan geen kaas maar vlees. Grote katten zoals de tijger en de leeuw gebruiken hun snijtanden ook wel om stukjes vlees af te scheuren. Ze maken dan kleine achterwaartse bewegingen met hun kop.

4. voortplanting

Dieren die in groepen leven kunnen elkaar makkelijk in de gaten houden omdat ze dicht bij elkaar zijn. Dus als het paringstijd is zal een vrouwtje gewoon een mannetje uitkiezen of ze hem nu leuk vind of niet. Ze maken er geen problemen van om elkaar te vinden. Maar voor dieren die alleen leven is dat anders. Zij moeten ervoor zorgen dat ze goed met elkaar om kunnen gaan. Het is belangrijk dat de dieren die ver van elkaar afleven weten waartoe de ander instaat is. Ze moeten elkaar in paringstijd kunnen vinden anders zou de soort zo zijn uitgestorven. Ze vinden elkaar snel doormiddel van geursporen dus ze ruiken elkaar, krabsporen op de grond en de geluiden die ze horen van elkaar. Als dit allemaal goed is gegaan kan er nog weinig fout gaan, behalve als er nog maar heel weinig dieren in een heel groot gebied leven. Het leefgebied is namelijk groot en er leven weinig tijgers in. Voor de amurtijger is het niet makkelijk om elkaar op het juiste moment te vinden. Ze hebben grote kans dat ze elkaar pas na een paar uur zoeken vinden want als er weinig tijgers leven in een groot gebied kan je elkaar bijna niet meer vinden. De paartijd is het hele jaar door maar vooral in december en januari. Meestal roept het vrouwtje het mannetje. Ze rolt zich over de grond en blijft daarmee doorgaan tot er een mannetje naar haar toe komt. Pas als het echt paringtijd is nodigt ze hem uit om te paren. De mannetjes geven de vrouwtjes dan kopjes en maken speciale geluiden en ze lopen om het vrouwtje heen. Het vrouwtje houd van zoveel aandacht en daagt het mannetje uit om te paren. Bij kleine katten grijpt het mannetje het vrouwtje echt in de nek vast. Bij grote katten is dat wel anders. Het mannetje doet als ze aan het paren zijn net alsof hij het vrouwtje in haar nek bijt. De paring duurt maar een paar minuten. Het vrouwtje draait zich hierna blazend en driegend om hiermee wil ze zeggen dat het mannetje weg moet. Maar later zal ze hem weer vragen voor nog een paring. De mannetjes vechten snel met elkaar om een vrouwtje. De vrouwtjes tijger zit dan vaak ongeïnteresseerd te wachten op de winnaar.
De draagtijd is bij katten vaak verschillend. Ik zal een paar voorbeelden geven: een lynx heeft een draagtijd van ongeveer 70 dagen en de tijgers soms wel 110 dagen. Maar alle katachtigen

baby’s worden blind geboren. De oren zijn al open en de diertjes hebben al haar. De moeder zorgt goed voor de kleine katten heel soms helpt de vader bij het opvoeden van de baby’s maar dat gebeurt bijna nooit. Na een maand of drie kunnen de jongen al voor zichzelf zorgen en verlaten dan het nest. Bij groten katten(de tijger) is dat niet zo die blijven ongeveer anderhalf jaar bij hun moeder. 14 dagen na de geboorte zijn bij alle katachtige de ogen open.
Een vrouwtje krijgt meestal maar 6 kleintjes meestal is het er maar 1 per jaar. Bij grote katten is dat minder omdat de jongen langer bij hun moeder blijven. Het gewicht verschilt veel van kat tot kat. Dit is een voorbeeld hiervan: een serval weegt meestal bij de geboorte ongeveer 250 gram een tijger ongeveer 1200 gram, veel verschil dus.
Jonge tijgers zien er eigenlijk net zo uit als hun ouders. Alleen hun strepen zijn nog grijsbruin en de ogen zijn blauwachtig maar dat veranderd later wel.
De moeder tijger blijft heel dicht bij haar jonkies en blijft de eerste paar dagen continu bij ze om ze te beschermen. Daarna gaat ze iets verder van ze vandaan om wat te drinken en te jagen. De tijgertjes krijgen ongeveer zes maanden melk van de moeder daarna gaan ze met de moeder opzoek naar voedsel. Het territorium word na de geboorte van de jonkies wel wat kleiner ongeveer ¼ deel raakt de moeder tijger kwijt. Maar als de jonkies weten hoe ze moeten jagen krijgt het territorium weer de normale grote. De jonkies moeten het jagen van de moeder leren zij kunnen hier natuurlijk niet voor naar school. Ze neemt ze dan gewoon mee op jacht en zo leren ze het. Maar dat duurt wel even. De hoektanden van een tijger zijn pas na 16 maanden helemaal goed. Maar dan is het dier nog steeds niet in staat om een prooi helemaal alleen te doden. Het melkgebit word na een jaar vervangen door het gebit dat het dier zijn hele leven moet houden. Jonge mannetjes groeien sneller dan jonge vrouwtjes. Als de vrouwtjes anderhalf zijn dan wegen ze 45kg en de mannetjes ongeveer 135kg, dat scheelt dus nogal wat! Jonge mannetjes gaan eerder bij hun moeder weg dan jonge vrouwtjes. Ze zijn dus eerder zelfstandig. Het hangt er vanaf waarneer de jonge het nest verlaten als er snel een nieuw nest komt zullen ze eerder weg gaan maar anders kan het nog wel even duren. Meestal krijgt de moeder een nieuw nest als haar tijgertjes 2 jaar oud zijn soms eerder maar soms later. Zodra er een nieuw nest is verlaten de jongen het nest. Het kan soms wel een maand of twee duren voordat de jongen weg zijn. Tijgers zijn meestal als ze 2 of 3 jaar zijn al zelfstandig en kunnen als ze 4 of 5 jaar zijn al gaan paren.

5. territorium

Wat is territorium? Territorium is een ander woord voor leefgebied. Het is een gebied waar een bepaald dier leeft, zonder soortgenoten dus. Je kan gemakkelijk zien waar de grenzen zijn. Ze zijn gemarkeerd(aangegeven) met: urine(plas dus) en krabsporen. Ze willen natuurlijk geen indringers dus die worden weggejaagd. Het gebied word regelmatig opnieuw gemarkeerd(dus het gebied word weer opnieuw met urine en krabsporen aangegeven). alles vervaagt natuurlijk na een poos door de regen en daarom doet de tijger dit. Soms maakt hij zijn gebied ook groter. Dit is dus een hele klus. Ook heeft het een groot voordeel als een dier een territorium heeft. Al het voedsel in dat gebied heeft het dier voor zichzelf. Dit is dan ook vaak de reden dat het dier een territorium maakt. De dieren kiezen meestal een stuk waar voldoende voedsel voor ze is. Hoe meer voedsel hoe kleiner het gebied zal zijn.
Maar hoe zit dat dan in een dierentuin: het komt dan meestal voor dat de dieren die in het wild een territorium hebben met meerdere soortgenoten in een verblijf zitten. Het gebeurt dan dat ze hun voedsel moeten delen met andere tijgers. Maar dat kunnen ze wel.
Vrouwtjes tijgers hebben vaak gezamenlijk(met z’n allen) een stuk grond. Bovendien laten mannetjes vrouwtjes toe in hun gebied. Maar mannetjes mogen niet komen in het gebied van een ander mannetje. Hoe meer vrouwtjes de mannetjes tijger heeft hoe groter zijn gebied zal zijn. De mannetjes tijger moet sterk zijn om zijn vrouwtjes te verdedigen. Het territorium van het vrouwtje veranderd bijna nooit. Meestal is het territorium van de mannetjes groter dan die van de vrouwtjes.

Nawoord

Nu is mijn werkstuk af en heb ik eigenlijk een heleboel geleerd. Ik wist verder heel weinig over de tijger. Ik weet nu ook hoe ze paren ik dacht dat, dat heel anders ging.


Waar ik de informatie vandaan heb
Ik heb de informatiefolders over tijgers van Ouwehands Dierenpark gekregen. De foto’s komen van internet en uit het boekje.

REACTIES

A.

A.

wow! vet lang... best wel goed, heb er vet veel info uitgehaald voor mun spreekbeurt! een dikke vette
10

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.