Aristoteles was een wetenschapper met een brede belangstelling zoals biologie, logica, metafysica, politiek en ethiek. Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van verschillende wetenschappen. Wijsbegeerte, cultuur en politiek zijn sterk beïnvloed door zijn denken. Aristoteles werd in 384 v. Chr. geboren in Macedonië. Toen hij 17 was ging hij studeren aan de universiteit van Plato. Plato was een beroemde wetenschapper uit die tijd. Aristoteles zou 20 jaar leerling van Plato zijn. Aristoteles schreef filosofische stukken en deed ook zelfstandig onderzoek.
Een van die onderzoeken was bijvoorbeeld het onderzoek naar de valsnelheid. Volgens Aristoteles was er 1 machtig principe dat hemel en aarde verbond. Dat is volgens anderen hetzelfde als het principe dat alles in de natuur een functie heeft. Hij had daarom ook een andere kijk op krachten dan de manier waarop Newton dat deed. Aristoteles maakte namelijk een onderscheid tussen natuurlijke en onnatuurlijke bewegingen. Als een steentje door de wind ging rollen was het een natuurlijke beweging, als je het met je hand weggooit een onnatuurlijke. Aristoteles geloofde ook dat alle dingen naar hun natuurlijke plaats vallen. Daarom zou een steentje naar de grond vallen, zou een blaadje slechts heel langzaam naar beneden vallen en zou een wolk omhoog vallen. Dit alles heeft te maken met Aristoteles ideeën over de valsnelheid.
Volgens Aristoteles valt een ding dat 2x zo zwaar is, 2x zo snel naar benden. Dus als iets van 10 kg. in 4 sec. naar beneden valt, moet iets van 1kg in 40 sec. vallen. Dit is natuurlijk niet waar. Aristoteles was op een andere wijze op al zijn theorieën gekomen dan dat dat tegenwoordig gebeurt. Nu is er eerst een veronderstelling die daarna met uitgebreid onderzoek bewezen moet worden. In de tijd van Aristoteles ging dit anders. Men filosofeerde veel over de natuur. Daardoor kwam men vaak met -wat door hen als logica beschouwd werd- logische theorieën, die ze gewoon bedacht hadden. Dit hoefde niet eens onderzocht te worden. Dat is tegenwoordig wel anders.
In de 16e eeuw begonnen geleerden met proefondervindelijk onderzoek. Toen kwam men er eindelijk achter dat de theorie van Aristoteles over de valsnelheid niet klopt. Door de luchtweerstand zullen twee voorwerpen van hetzelfde gewicht en dezelfde vorm nooit tegelijk op de grond terechtkomen. Soms kwamen de twee voorwerpen bijna tegelijk op de grond terecht, waardoor sommigen zeiden dat de theorie van Aristoteles toch een beetje klopte. De theorie van Aristoteles klopt dus niet. Maar sinds de tijd dat Aristoteles met zijn bewering kwam, en dat moet ergens 370 en 320 v. Chr. zijn geweest werd zijn theorie over de valsnelheid altijd doorgegeven. Maar dit eindigde dus toen men proefondervindelijk onderzoek ging doen, zo’n 400 jaar geleden.
Aristoteles heeft nog meer beweringen gedaan zoals die over de valsnelheid. Die bleven natuurlijk ook in stand tot het tegendeel met proefondervindelijk onderzoek. Ook het idee van de ‘generatio spontanea’ kwam van Aristoteles. Dit houdt in dat de mens en hogere diersoorten door God zijn geschapen en de lagere soorten spontaan uit dode stof ontstonden. Zo was men er van overtuigd dat linnengoed en graankorrels in 3 weken in levende muizen veranderden.
Tegenwoordig wordt er helemaal niet meer gewerkt zoals Aristoteles dat deed. De theorie over de valsnelheid is inmiddels helemaal veranderd. De formule om de afstand te berekenen die een voorwerp is gevallen is nu: s=0.5g*t2. Hierin staat de s voor de gevallen afstand in meters, en de t voor de tijd in seconden. Voor de g moet 10 ingevuld worden, vanwege het principe dat de zwaartekracht van een voorwerp in Newton, het tienvoud is van zijn gewicht in kilogrammen.
Na zijn actieve wetenschappelijke carrière werd Aristoteles leraar. ‘s Morgens gaf hij acroamatische of esoterische colleges voor een kleine kring van meer gevorderden. Esoterisch wil zeggen alles wat met spiritualiteit te maken heeft, dus ook met zijn bewering dat alles een reden heeft in de natuur. ’s Middags gaf Aristoteles les aan de wat minder gevorderden, dit waren wat algemenere colleges. Toen in 323 v.Chr. Alexander de Grote overleed vertrok Aristoteles naar een landgoed buiten Macedonië. Daar overleed hij in 322 v.Chr. Aristoteles is dus 62 jaar geworden.
REACTIES
1 seconde geleden