Bronnenbeschrijving. Blz...211, 212 en 213.
Duitsland en z’n propaganda:
Bron 1: a. Gemaakt in de jaren ’30 door, waarschijnlijk, het Duitse leger.
b. Twee kleine kinderen in klein legeruniform.
c. Dat iedereen moest meedoen, al vanaf jonge leeftijd.
d. Dat ze ook al aan de toekomstige generatie Duitsers denken.
e. ----------------------------------------------------
f. Voor iedereen; Het Duitse volk vond het leuk, maar de niet-Duitsers vinden het verontrustend.
Bron 3: a. Gemaakt door de SA in 1941.
b. Je ziet: soldaten, tekst, touw; een wedstrijdje touwtrekken.
c. De soldaten en het patriottisme (opkomen voor je land).
d. Samen staan we sterk en het is goed voor je ontwikkeling, je wordt er sterk en taai van.
e. Felle achtergrond, en uitspringende tekst doordat het op donkere achtergrond is.
f. Voor de alle dienstplichtige Duitsers.
Bron 5: a. Het is gemaakt in 1940-1945 en gemaakt door de NSD- studentenbond.
b. Duitse student, de vlag met het hakenkruis, tekst.
c. De Duitse student.
d. De Duitse student vecht voor “de Führer”, maar ook voor het volk.
e. Overheersende vlag met zwart hakenkruis en hij is machtig afgebeeld.
f. Voor de studenten.
Bron 7: a. Niet zeker, waarschijnlijk rond 1942 en gemaakt door Goebels.
b. Soldaat, grote hakenkruizen op de vlaggen, tekst.
c. Over soldaten en de overwinning.
d. Ze zijn vol overtuiging in de strijd en dat de burgers thuis zich geen zorgen hoeven te maken.
e. Hij staat er met veel machtsvertoon ook al staat hij in z’n eentje.
f. Het Duitse volk.
Bron 9: a. Het is gemaakt in 1938 en door de NSDAP.
b. Hitler als groot man en leider.
c. De leider die zal zorgen voor éénheid.
d. Een volk, een rijk, een leider; dat ze het moeten halen met blind vertrouwen.
e. Donkere achtergrond en hij is sterk en streng afgebeeld.
f. Voor de mensen met kiesrecht.
Bron 13:a. Het is uit 1930 door K. Stauber.
b. Hitler met heel veel volgelingen, hakenkruizen op de vlaggen.
c. Het “Grote” Duitsland en het leger dat wel moest volgen.
d. Duitsland is machtiger dan al het andere.
e. Hitler als de verlosser en de aanhang is heel minuscuul.
f. Voor het Duitse volk ter geruststelling en voor de vijand om angst aan te jagen.
We hebben deze bronnen uit het boek gehaald:
Blz. 211, 212, 213 van het Memo Dossier.
Propaganda in de Sovjet-Unie (1902-1945):
In 1902 had Lenin in zijn boek ‘Wat moet er gebeuren?’ de revolutionaire waarde van propaganda besproken. In 1910 leidde zijn waarnemer in Bakoe, Josef Stalin, een compleet propagandadepartement, die met de opbrengsten uit bankovervallen werd gefinancierd. Na de triomf van de Oktober-revolutie in 1917 zetten zij in Moskou het Ministerie van Actie en Propaganda op, dat toezicht hield op alle informatiemedia.
In zijn boek had Lenin een onderscheid gemaakt tussen de twee begrippen actie en propaganda. ‘Actie is voor de domme massa. Het geeft hen een enkel eenvoudig idee dat er door voortdurende herhaling ingestampt zou worden. De propagandisten houden zich aan de andere kant met moeilijkere kwesties en ideeën bezig, en dat zijn er zoveel dat ze slechts door een bepaald aantal mensen begrepen kunnen worden. De actievoerder moet het daarom van het gesproken woord hebben en de propagandist van het geschreven woord’.
Voor de massa moest propaganda simpel, direct en eenduidig zijn. In korte tijd waren alle vormen van drukwerk in handen van de Staatsonderneming voor Publiciteit, die niet alleen alle publiciteitsactiviteiten regelde, maar ook toezicht uitoefende op drukpersen en papierbevoorrading. Er was een censuur-afdeling aan toegevoegd die alle boeken, manuscripten enzovoort onderzocht.
Het overal voorkomende analfabetisme was een groot probleem, waarvoor de pas uitgevonden radio en films de uitkomst boden. Op het platteland werden radiotoestellen in gemeenschappelijke ruimten, culturele centra, musea, parken en openbare instellingen geplaatst. De boeren werden aangemoedigd samen in deze ruimten te luisteren.
De muurposter was van grote waarde. In elk dorp hingen schitterende gekleurde posters waarop de zegetochten van het Rode Leger stonden afgebeeld. Ook werden geïllustreerde muurkranten gebruikt met een simpele uitleg.
Ook de film werd als snel gebruikt voor propaganda. De communisten waren vernieuwers op het gebied van de documentaire en hun films hadden grote overtuigingskracht.
In de beginperiode na de revolutie werden er door de leiders ook fouten gemaakt. Religie, ofwel het “opium voor het volk” volgens Lenin werd gezien als een machtige vijand en moest van de ene op de andere dag afgeschaft worden. In de pers werd de geestelijkheid van alle geloofsrichtingen voortdurend aangevallen, bezittingen van kerken vernietigd of in beslag genomen en kerken werden veranderd in warenhuizen en bioscopen. De communisten wilden de religie met wortel en tak uitroeien. De meeste arbeiders en boeren waren geschokt door deze heiligschennis. De “Anti-God Campagne” was mislukt en de communisten begonnen op subtielere wijze hun strijd tegen het geloof.
De communistische propaganda naar het buitenland was gebaseerd op het vredesthema. In de jaren 20, voordat nazi-Duitsland de belangrijkste vijand werd, was de Sovjet-propaganda voornamelijk gericht tegen de westerse plutocratieën (geldheerschappijen) en hun kapitalistische systemen met Amerika als grootste vertegenwoordiger daarvan. Stalin zei daarover: “Als zich in Amerika een revolutionaire crisis ontwikkeld, zal dat het begin zijn van het einde van het wereldkapitalisme”.
De oorlog van 1939 bracht veranderingen in de Sovjet-propaganda met zich mee. Hoewel zij zichzelf nog steeds presenteerde als ‘vredeskampioen’ begon men het volk voor te bereiden op de oorlog. Er werd minder nadruk gelegd op het communisme en meer een beroep gedaan op de vaderlandslievendheid. De propaganda werd ook ‘aangepast’, bijvoorbeeld een poster uit de begin periode van een vechtende Russische arbeider met een aristocraat werd uit de circulatie genomen. De richtlijnen voor de propaganda waren meer gericht op nationale trots. In 1941 was het doel het volk ervan te overtuigen dat Moedertje Rusland moest zegevieren. Posters met reusachtige Russische handen en een stalen tang die een Duitse nek dichtknijpen, drukten het vertrouwen uit na de eerste succesvolle aanvallen tegen de Duitsers.
De propagandatrein was een exclusief Russisch verschijnsel in oorlogstijd. De treincoupe’s waren veranderd in drukkerijen of filmzalen waar sprekers, acteurs en kunstenaars toespraken hielden en informatie over de oorlog gaven.
De bioscoop speelde ook een belangrijke rol bij de Russische oorlogsinspanningen. Binnen 3 dagen na de inval van de nazi’s werden de eerste bioscoopjournaals met frontnieuws uitgebracht.
Om de banden met de kapitalistische landen, die nu hun bondgenoten waren, te verstevigen maakte Stalin een politieke ommezwaai. Tot en met de oorlog van 1939-1940, toen de Sovjets het oosten van Polen, de Baltische landen, delen van Finland en Roemenië inviel, had hij de anti-geloofs politiek voortgezet. Onder Jaroslavski had de Bond van Goddelozen hun activiteiten naar deze landen uitgebreid. Na de Duitse invasie in juni 1941 werd bekendgemaakt door Stalin dat Jaroslavski dood was en wilde hij samenwerken met de Paus tegen de vervolging van de katholieke kerk in Duitsland omdat hij een voorvechter van vrijheid van geweten en godsdienst was. In Moskou werd zelfs een Departement voor Kerkelijke Zaken opgezet.
De Sovjet-Unie volgde in haar tot de Duitsers gerichte propaganda een andere lijn dan de westerse landen. De Sovjet-Unie maakten een duidelijk onderscheid tussen het Duitse volk en de nazi-leiders, die Hitleristen werden genoemd. Een uitspraak van Stalin was: “De Duitse staat gaat voorbij, het Duitse volk (de arbeiders) blijft”.
Na de overwinning bij Stalingrad waren er tienduizenden Duitse krijgsgevangenen. De Sovjet propaganda was er vooral op gericht dat de gevangenen zich zouden richten tegen Hitler.
De Russische oorlogspropaganda had veel succes. Met de Engelsen en Amerikanen hadden zij een gezamenlijke vijand en stelden zij zich op als bevrijders. In de Sovjet Unie hadden zij het voordeel dat hun volk na jaren communisme gewend was aan strenge discipline en een diepgewortelde vaderlandsliefde.
Bronnenbeschrijving. Blz...211, 212 en 213.
Rusland en z’n propaganda:
Bron 2 :a. Het is uit 1919 en door wie het gemaakt is weten we niet.
b. Je ziet soldaten, geldzakken, volgelingen en de Tsaar!
c. Door de ingrijpende veranderingen besloten de mensen om mee te vechten.
d. Ze vechten nu voor iets waar ze zelf ook achter staan.
e. Veel kleur.
f. Voor het volk van Rusland, ter overtuiging van de rede, en het meedoen aan de oorlog.
Bron 4: a. Het is uit 1930 en gemaakt door Gustav Klutsis.
b. Tekst, twee personen ( Lenin en een voor ons onbekend persoon).
c. Over Lenin en zijn leiderschap.
d. Dat Lenin alles beter zou maken met zijn socialisme.
e. Rode tekst en grauwe achtergrond.
f. Voor het volk, zodat ze op hun leider zouden vertrouwen.
Bron 6: a. Het is uit 1942, door V. Ivanov en O. Burova.
b. Soldaten, de achtergrond is grijs en de oorlog wordt uitgebeeld, vliegtuigen, standbeeld, monument.
c. De soldaten die gewillig en moedig meedoen en voor het volk die uit dit bericht hoop moeten putten.
d. Dat ze hun het voorbeeld van hun voorvaderen moeten volgen en net zo trouw moeten zijn.
e. Grauwe achtergrond, standbeeld van een van hun voorvaderen.
f. Voor de soldaten en de mensen die nog twijfelen over de oorlog.
Bron 8: a. het is uit 1942, door de kunstenaar Toidze.
b. Wapens, soldaten, leider.
c. Soldaten en de losbarstende strijd die ze “samen” zullen moeten voeren.
d. Ze moeten samen ten strijde trekken.
e. De leider is fel en sterk afgebeeld.
f. Voor de meevechtende mens, ter overtuiging van hun deelname.
Bron 10:a. Het is uit 1932 en gemaakt door Gustav Klutsis.
b. Stalin, het volk ( aanhangers) en industrie.
c. ----------------------------------------------------
d. Dat ze zullen overwinnen.
e. Stalin megagroot gemaakt, het volk heel klein.
f. Het volk
Bron 11:a. Het is uit 1927 maar door wie het gemaakt is staat er niet.
b. Industrie, een leider van arbeiders, arbeiders, grote fabriekshal.
c. Over de fabrieksarbeiders in de industrialisatie.
d. Door het communisme is de industrialisatie op gang gekomen.
e. Leider als groot, machtig man; de arbeiders heel klein en grauw.
f. Voor de arbeiders die willen promoveren of voor werkelozen.
Bron 12:a. Het is uit 1942 en gemaakt door A. Kokorekin.
b. Een arbeider+vlag, vliegtuigen (oorlogsindustrie), fabriek, tekst.
c. Voor arbeiders, dat het beter is als iedereen hard meehielp aan de industrie.
d. De arbeiders moesten de communistische partij steunen.
e. Opvallende vlag, grote sterke arbeider waar (lijkt zo op afb.) de industrie van afhangt.
f. De Russische mensen die moesten stemmen.
Bron 14:a. Het is uit 1930 en gemaakt door V. Deni.
b. Tekst, Rusland (held), Duitsland (vijand - verliezer - het kwade).
c. De Russen die zich klaar moeten maken voor het verslaan van de Duitse “beesten”
d. Dat Rusland fel van zich zal afbijten (overwinnen).
e. De man wilt de arm die de Hitlergroet uitbrengt afhakken; rood = Com. Partij, zwart = NSDAP (het kwade).
f. Voor de Russen als geruststelling (hoop) en voor de Duitsers als waarschuwing.
We hebben deze bronnen uit het boek gehaald:
Blz. 211, 212, 213 van het Memo Dossier.
Verschillen en Overeenkomsten:
Een van de kenmerken die de Sovjet-Unie en het nazi-regime gemeen hadden vóór de Tweede Wereldoorlog was hun belangstelling voor de technische uitvindingen van de 20ste eeuw, zoals de radio, de film, de stencilmachie, de auto, het vliegtuig en de telegraaf. Ze werden door de twee regimes gezien als middelen om controle te kunnen uitoefenen op hun medemensen. Terwijl de communicatiemedia in de westerse democratieën van die tijd, die op amusement en winst waren gericht, meestal in particuliere handen waren, had in de Sovjet-Unie en Duitsland de staat het monopolie van de media en werden ze voornamelijk gebruikt voor de verspreiding van propaganda.
Andere overeenkomsten tussen de propagandasystemen van de twee landen: de indoctrinatie op jonge leeftijd, de voortdurende herhaling van bepaalde teksten en leuzen, de felle aanvallen op de burgerlijke ‘plutocratieën’, de censuur op al het nieuws uit het buitenland en de plotselinge veranderingen van regeringspolitiek.
Er zijn ook een paar verschillen te noemen. De Duitsers richtten zich in hun propaganda negatief op meerdere rassen en bevolkingsgroepen, zoals joden, negers en Russen. Ze richtten zich positief tegenover Hitler, de overwinning enzovoort. De Russen richtten zich wat betreft negatieve propaganda vooral op de ‘plutocratie’ en de Nazi’s. De positieve propaganda ging vooral naar het communisme, de arbeider, Lenin enzovoort.
Er is nog een belangrijk verschil. Terwijl de nazi’s zichzelf voornamelijk als strijders presenteerden en door onophoudelijk machtsvertoon (militaire parades, massabijeenkomsten) probeerden de rest van Europa zoveel angst in te boezemen dat het zich zou onderwerpen (dit was bijvoorbeeld het effect van de nazi-film de vuurdoop op Noorwegen en Nederland in 1940), stelden de Sovjets zich altijd vredelievend op. Hitler stapte altijd rond in uniform, maar Russische leiders verschenen tijdens de zeldzame gelegenheden dat ze zich buiten het Kremlin lieten zien, altijd in hun nette, donkere pakken en met slappe deukhoeden. Het gebruik van het woord ‘vrede’ door de Sovjets is een van de meest opmerkelijke prestaties die met propaganda in onze tijd is bereikt. Ze maakten het zich volledig eigen en eisten het als het ware voor hun exclusieve gebruik op.
Dit blijkt al uit een vluchtige blik op de namen van een paar mantelorganisaties in de Verenigde Staten: Het Amerikaanse Comité voor de Strijd tegen Oorlog, De Amerikaanse Bond tegen Oorlog en Fascisme en het Wereldcongres tegen Oorlog. Dit klonk voor de gemiddelde westerse burger veel aantrekkelijker dan de krijgshaftige grootspraak van Hitler.
Er is nog een belangrijk verschil. Terwijl de nazi’s zichzelf voornamelijk als strijders presenteerden en door onophoudelijk machtsvertoon (militaire parades, massabijeenkomsten) probeerden de rest van Europa zoveel angst in te boezemen dat het zich zou onderwerpen (dit was bijvoorbeeld het effect van de nazi-film de vuurdoop op Noorwegen en Nederland in 1940), stelden de Sovjets zich altijd vredelievend op. Hitler stapte altijd rond in uniform, maar Russische leiders verschenen tijdens de zeldzame gelegenheden dat ze zich buiten het Kremlin lieten zien, altijd in hun nette, donkere pakken en met slappe deukhoeden. Het gebruik van het woord ‘vrede’ door de Sovjets is een van de meest opmerkelijke prestaties die met propaganda in onze tijd is bereikt. Ze maakten het zich volledig eigen en eisten het als het ware voor hun exclusieve gebruik op.
Dit blijkt al uit een vluchtige blik op de namen van een paar mantelorganisaties in de Verenigde Staten: Het Amerikaanse Comité voor de Strijd tegen Oorlog, De Amerikaanse Bond tegen Oorlog en Fascisme en het Wereldcongres tegen Oorlog. Dit klonk voor de gemiddelde westerse burger veel aantrekkelijker dan de krijgshaftige grootspraak van Hitler.
Als het propagandamechanisme door de staat wordt geleid, is het makkelijk om de tegenstrijdigheden verklaren. De invasie van de Sovjet-Unie in Finland betekende voor de meeste mensen ‘oorlog’. Voor de Sovjetpropagandisten was het ‘een grenscorrectie om het vredelievende Rusland tegen een aanval va de westerse imperialistische oorlogsstokers te beschermen’.
We hebben deze bronnen uit het boek gehaald:
Blz. 211, 212, 213 van het Memo Dossier.
Onze conclusie:
Onze uiteindelijke conclusie is dat de propaganda tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie niet echt verschilde. De Duitsers brachten het op een wat agressievere manier, terwijl de Sovjets wat geniepiger te werk gingen. De aanpakken waren wel hetzelfde. Beide maakte gebruik van film, radio, posters enzovoort. De Sovjets hadden ook een speciale Propagandatrein, iets wat in Duitsland niet voorkwam. Het grootste verschil is dat de Sovjets zich vredelievend opstelde, terwijl de Duitsers vrij agressief over kwamen. Ook richtten de Duitsers zich in hun propaganda negatief op meerdere rassen en bevolkingsgroepen, zoals joden, negers en Russen. Ze richtten zich positief tegenover Hitler, de overwinning enzovoort. De Russen richtten zich wat betreft negatieve propaganda vooral op de ‘plutocratie’ en de Nazi’s. De positieve propaganda ging vooral naar het communisme, de arbeider, Lenin enzovoort.
Bronvermelding:
Encarta 98 Encyclopedie (CD-ROM).
Geïllustreerde Geschiedenis van de Propaganda in de Tweede Wereldoorlog.
Door Anthony Rhodes.
Sovjetreclame en Propaganda in de jaren 20.
Door Jelena Tsjernevitsj en N. Barburina.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Dankje voor jullie werkstuk!
heel veel liefs Anke & Marolijn, love you
19 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
heej,
bedankt voor jullie werkstuk, we hebben er vast veel aan!:)
maar we stoppen nu met stalken:P
maar zoude t wel leuk vinde als jullie wat trug sturen(A)..
groetjes
19 jaar geleden
Antwoorden