Mao Tse Tung

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 4e klas vwo | 6219 woorden
  • 8 oktober 2001
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
61 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding : In 1949 verlieten mijn grootouders( van moeders zijde) China op zoek naar een veiliger bestaan in Zuid-Amerika. Zij lieten een verscheurd land achter, overgenomen door een communistisch regime onder leiding van Mao Tse-Tung. (Hierna verwezen als Mao) Vele Chinezen, waaronder het leger van Mao’s tegenstander Chiang Kai Shek vluchtten in paniek naar het toenmalige Formosa, nu Taiwan, waar zij een zelfstandige staat vormden. Uit vergeelde foto’s van mijn grootouders leerde ik voor het eerst kennis maken met China. Omdat ik erg jong was toen mijn beide grootouders overleden, heb ik hen nooit kunnen vragen waarom ze China ontvlucht zijn. Nu ik echter zoveel literatuur doorgenomen heb over het China van toen, begrijp ik dat hun besluit een onvermijdelijke stap is geweest omdat China hen geen enkel toekomstperspectief meer bood. In mijn scriptie belicht ik met name de Culturele Revolutie ( 1965-1975) omdat deze periode de donkerste jaren vormden van Mao’s regime. Mao stond bekend als een groot filosoof en denker. De wrede en bloedige gebeurtenissen tijdens de culturele revolutie geven echter aan hoe zijn ‘grote visioenen’ konden leiden tot grote waanzin. Hoofdstuk 1 : China op de rand van een totale chaos. § 1 : Historische kern : China is eeuwenlang geïsoleerd geweest van het Westen. De weinige Westerlingen die erin geslaagd waren China binnen te dringen- zoals Marco Polo en de Jezuïten- gaven incidenteel een beeld van de Chinese samenleving die in de ogen van een Westerling volslagen mysterieus was. China was nog steeds een feodaal 1 land toen de Engelsen en Portugezen in de 19e eeuw greep kregen op de Chinese samenleving. Inmiddels was de Industiële revolutie reeds op gang gebracht in Europa. Tussen Engeland en China rezen er conflicten toen de Engelsen China overspoelden met hun lucratieve opiumhandel en talloze Chinezen eraan verslaafd raakten. Het gebruik van opium als medicijn was in China traditioneel bekend, maar de Chinese autoriteiten raakten pas ernstig verontrust toen de verslavende werking fataal werd onder vele opium gebruikers. In 1860 verloor China de Opiumoorlog tegen Engeland door het militaire overwicht van de Engelsen. China moest na deze nederlaag grote delen van China openstellen ( zgn. verdragshavens voor het buitenland) én internationale concessies verlenen . Westerse kennis en westerse denkbeelden begonnen met name in dergelijke verdragshavens ( Shanghai, Canton ) doortedringen.2

In 1908 kwam een drie jarig jongetje Pu Yi op de keizerstroon. Hij zou de laatste keizer van China worden. In 1911 brak er een revolutie uit en werd hij als laatste Manchu telg afgezet. China werd een republiek met Yuan Shih Kai (een generaal van het keizerlijk leger ) als President. Sun Yat Sen, geboren in 1866, arts en een fervent republikein en oprichter van de Kuomintang, een (Nationalistische3 Partij ) kreeg een prominente rol in de nieuwe republiek. Om tactische redenen richtte Sun Yat Sen zich niet tegen de buitenlanders en verklaarde hij uitdrukkelijk de verdragsverplichtingen van China te zullen nakomen. De revolutie zou immers geen schijn van kans hebben als men de Westerlingen tegen zich innam. In 1913 vluchtte Sun Yat Sen met zijn partijgenoten naar Japan omdat de jonge republiek ontaardde in een militaire dictatuur: Yuan Shih Kai trof in 1915 zelfs voorbereidingen om zichzelf tot keizer uitteroepen. Er ontstond een sterke tegenbeweging , ook onder de onderbevelhebbers die hijzelf overal als gouverneur had geïnstalleerd. In 1916 moest hij publiekelijk van het keizerschap afzien. Nog datzelfde jaar stierf hij .4
De warlords
Nu ontstond het in 1911/1912 reeds gevreesde machtsvacuüm in China. De provinciale militaire machtshebbers gingen elkaar in de episode 1916-1927 ( de zgn ‘ decade der Warlords’) in steeds wisselende coalities bestrijden . Wel bleef een nationale regering bestaan, beheerst door telkens andere militaire groepen, maar die had slechts een nominaal gezag. Parasitaire legers van geweldige omvang trokken door het land, verwoestend en plunderend. De oorlogen tussen de warlords onderling veroorzaakten grote onveiligheid op het platteland. Hierdoor en door de deplorabele economische situatie kwam een trek naar de grote steden op gang. Zo ontstond in een wisselwerking tussen industrialisatie en urbanisatie een industrie proletariaat. Onder de snel in omvang en belang toenemende stedelijke burgerij leefden nationalistische gevoelens. China zou een moderne staat moeten worden onder de politieke leiding van de burgerij. De organisatie van een moderne volkbeweging kwam tot stand. In de jaren na 1919 zien wij wijdverbreide stakingen en vakbondsacties onder de arbeiders.5
De Chinese Communistische Partij – Introductie van het Communisme
De Russische Revolutie van 1917 had grote indruk gemaakt in progressieve Chinese kringen. Het Marxisme 6was blijkbaar een bruikbare revolutionaire ideologie voor een nog in hoofdzaak agrarische maatschappij als de Russische- dus wellicht ook voor China. Li Ta-Chou , een prominente hoogleraar aan de Universiteit vormde groepen ter bestudering van het Marxisme- Leninisme.7
Mao, die als assistent in de bibliotheek werkzaam was, maakte ooit deel uit van deze groepen maar deed later aan zelfstudie. Het Communisme leek een sterke aantrekkingskracht voor vele Chinese intellectuelen te hebben: Het bood weer een samenhangend, gesloten wereldbeeld, het legitimeerde zich als wetenschappelijk in westerse zin, maar tegelijkertijd veroordeelde het dat imperialistische Westen: immers het leerde China dat het achterlijk en arm werd gehouden door een combinatie van het kapitalistisch imperialisme8 . Het succes van de Russische revolutie van 1917 en de politieke doelmatigheid van de hechte partij-organisatie appelleerden aan de Chinese pragmatische instelling, terwijl Lenins conceptie van de partij als revolutionaire voorhoede, een elite van ingewijdenen in de ware leer, aansloot bij de oude Confucianistische opvatting over de functie van de ‘schriftgeleerden’. In 1921 werd dan de Chinese Communistische Partij ( CCP) gevormd. De samenwerking en breuk tussen de CCP en Kuomintang. Sun Yat Sen , in 1913 gevlucht naar Japan, maar terugkeerd in China in 1917 had in Canton een revolutionaire tegenregering uitgeroepen tegen het Warlordregime in Peking. In 1924 kwam formeel een verbond tussen de CCP en de Kuomintang tot stand. De CCP behield daarbij haar eigen identiteit maar haar leden traden individueel toe tot de KMT en kregen een evenredig aantal zetels in de partijorganen op de verschillende niveaus. De organisatie had fysieke machtsmiddelen nodig om de warlords te bestrijden. Hiertoe stelden de Russen wapens en militaire adviseurs ter beschikking. De soldaten en officieren werden militair en politiek getraind op een militaire academie nabij Canton en in korte tijd bouwde men een modern partijleger op dat onder bevel kwam van een zeer ambitieuze jonge man , Chiang Kai Shek. Hij zou later de schoonbroer worden van Sun Yat Sen door te trouwen met het jongere zusje van Sun Yat Sen’s vrouw.9
Sun Yat Sen deed nog een laatste poging tot nationale verzoening , maar hij stierf in 1925 zonder resultaten te hebben bereikt. De rechtervleugel van de KMT ging zich na de dood van Sun Yat Sen sterk verzetten tegen de samenwerking met de Communisten. De verhouding tussen de CCP en Chiang Kai Shek , die de communisten sterk wantrouwde, raakte zeer gespannen. In 1927 werd Li Ta Chao , de vroegere leermeester van Mao geëxecuteerd. Enkele dagen later pleegde Chiang Kai Shek in Shanghai een bloedige staatsgreep, waarbij zowel de CCP als de communistische vakbonden van hun leiding werden beroofd. De coalitie tussen de KMT en de communisten viel uiteen in 1927 en nu kwam het overal tot vervolgingen van de communisten. In 1928 versloeg Chiang Kai Shek de warlords. Vele van hen behielden overigens hun legers en hun territoir , in ruil voor het lidmaatschap van de KMT. In de komende jaren waren er wel militaire expedities nodig om sommige van hen in toom te houden.10
Van 1927-1937 werd China geregeerd door de één-partij-regering van de KMT. De feitelijke macht berustte bij Chiang Kai Shek en groeide naarmate het overwicht van het militaire apparaat toenam. China bevond zich in een zeer woelige periode. Steeds was er de dreiging van buitenlandse- en binnenlandse vijanden: de Japanners , de vroegere warlords en de Communisten. De Kuomintang had geen greep op het platteland . De nieuwe ambtenaren waren dikwijls in het buitenland opgeleide of tenminste verwesterde Chinezen, die als vreemdelingen beschouwd werden in de zo traditioneel gewortelde plattelandssamenleving . De materiële situatie van de boeren verslechterde door de hoge pachtprijzen , opgelegd door de Kuomintang ter financiering van hun oorlogsvoering tegen de Communisten. In deze fase kwam nu eindelijk de kans voor Mao: Hij zag boeren als grootste revolutionaire potentieel en bracht hen tot opstand. Hij vormde verzetshaarden op het platteland met primitief bewapende boerenkruten. Het grondprincipe was de vijand aantevallen waar en wanneer hij zwak was , en hem te ontwijken waar en wanneer hij sterk was.11
Hoewel de communisten steeds nauwe omsingeld werden door Kuomintang legers, braken zij in 1934 door de blokkade heen. Na de epische “Lange Mars “ van +/- 12.000 km bereikte ongeveer een kwart van de +/- 130.000 deelnemers Yenan, een communistisch bolwerk. De ontberingen van de Lange Mars hadden bij de overlevenden een saamhorigheid gesmeed en het leiderschap van Mao werd op ideologisch gebied erkend. Het Kuomintang bewind raakte gedemoraliseerd, corrupt en vervreemdde zich van de intelligentsia . Velen namen dan ook hun toevlucht tot de communisten. Chiang Kai Shek ontving aanzienlijke militaire en financiële steun van Amerika . (Zijn herhaalde verzoeken om financiële hulp leverde hem in Amerika de bijnaam op van “Cash My Check”). President Roosevelt hechtte grote waarde aan het bondgenootschap met China. In zijn plannen om een naoorlogse wereldorde te scheppen, had hij een belangrijke rol toegedacht aan China als één van de vijf grote mogendheden . Chiang Kai Shek bleek een veeleisende bondgenoot. Tussen hem en de Amerikanen ( met name de Amerikaan generaal Stillwell die hem als staf –chef was opgedrongen) kwam het tot ernstige conflicten . De Amerikanen probeerden in 1945 te bemiddelen tussen de nationalisten van de Kuomintang en de Communisten , maar deze poging mislukte. In 1949 werd de Kuomintang verslagen en vluchtte de nationalistische regering naar Formosa. ( Nu Taiwan).
§ 2 : Probleemstelling : Mao Tse-Tung stichtte de Volksrepubliek China in 1949. Hij was ook één van de oprichters van de Chinese Communistische Partij ( hierna te noemen CCP) in 1921 en hij wordt samen met Karl Marx & Lenin beschouwd als één van de drie grootste theorici van het Marxistische communisme.12
Geen andere leider in de geschiedenis heeft zo’n lange tijd ( 1949-1976) zoveel macht uitgeoefend over zoveel miljoenen mensen. Talloze Chinezen hebben de afgelopen decennia geleden onder de verschrikkingen van zijn bewind. Mao’s machtswellust hield zijn communistische partij en heel China in de greep. Zijn ideeën en manipulaties dreven China tot de “Grote Sprong Voorwaarts” (1958) en tot de Culturele Revolutie ( 1965-1975) met als resultaat terreur en verschrikkelijke hongersnood in China waarbij miljoenen mensen de dood vonden. In deze scriptie wil ik dieper ingaan op de volgende vragen : 1) Wat was het doel van de Culturele Revolutie ? 2) Wat voor invloeden had de Culturele Revolutie op de Chinese samenleving ? § 3 : De levensloop van Mao Tse-Tung Mao Tse-Tung werd geboren op 26 December 1893 in Hunan Shao-Shan , een provincie van Hunan. Hij kwam uit een gezin van boeren. Zijn boerenafkomst zou later met name tijdens de Culturele Revolutie de wortel vormen voor zijn afkeer aan intellectuelen en burgers met een ‘kapitalistisch’ verleden. Als kind werkte hij op het platteland en ging hij naar een locale basisschool,waar hij de traditionele klassieke leer van Confucius leerde.13
Tegen 1918 was Mao afgestudeerd aan de Hunan First Normal School en vertrok naar Peking, de hoofdstad, waar hij kort als bibliotheek assistant werkzaaam was aan de Peking Universiteit . Het ontbrak Mao aan middelen om een normale studentenstatus te bekostigen en contrair aan vele van zijn studiegenoten, beheerste hij geen vreemde taal en had hij het buitenland niet bezocht om te studeren. Het is enigszins aan zijn relatieve armoede (die hij ondervond gedurende zijn studenten jaren) te danken dat hij zich nooit helemaal heeft geassocieerd met de cosmopolitische bourjeois intellectuelen die gedurende die periode het Chinese universitaire leven domineerden . Hij heeft wel banden aangelegd met radicale intellectuelen die later een belangrijke rol speelden in de Chinese communistische partij.14
In 1919 keerde Mao terug naar Hunan ,waar hij zich bezig hield met radicale politieke activiteiten, groepen bij elkaar bracht en een politiek blad publiceerde terwijl hij in zijn levensonderhoud voorzag als hoofd van een basisschool . In 1920 huwde Mao met Yang K’ia Yu , de dochter van één van zijn leermeesters. Yang Kái Yu is in 1930 geëxecuteerd door Chinese Nationalisten. In dat zelfde jaar huwde Mao Ho Tzu-chen, die hem vergezelde gedurende de Lange Mars. Mao scheidde van haar in 1937 en trouwde opnieuw met Jiang Qing, een actrice die later een verwerpelijke rol zou spelen in de Culturele Revolutie. In de jaren ’20 begonnen de revolutionaire activiteiten van Mao . Zijn hele leven zou hij verder wijden aan de bevrijding van de Chinese massa’s , bevrijding van alle vormen van onderdrukking die de oude ‘feodale’ maatschappij kende- de materiële ellende, de macht van de pachtheren, het gezag van clan –oudste en familiehoofd en niet te vergeten de macht van de man over de vrouw. Consequent heeft Mao ernaar gestreefd een omwenteling te bewerkstelligen door middel van een opstand van de boeren. De boerenguerilla , waarbij hij kennelijk werd geïnspireerd door zijn geliefde klassieke heldenverhalen, moest daarvoor de eerste aanzet vormen. Weliswaar heft Mao nooit ontkend dat de uiteindelijke leiding van de revolutie zou moeten berusten bij het stedelijk industrieproletariaat ,maar hij bleef de boerenopstand zien als de grote energiebron van die revolutie. In die zin heeft hij een eigen Chinees accent gelegd in de strategie van de revolutie.15
Zoals gezegd gold sedert de Lange Mars Mao’s interpretatie van het marxisme-leninisme en met name zijn toepassing daarvan op de situatie in China als normatief. In 1945 legde het Zevende Partijcongres in de statuten vast dat de partij zich baseerde op het “Marxisme-Leninsme en het denken van Mao Tse-tung”. Afgezien van een korte onderbreking op het einde van de jaren ’50 bleef het denken van Mao Tse-tung in de Volksrepubliek steeds het richtsnoer voor de CCP. Men mag niet stellen dat Mao een nieuw, afgerond filosofisch systeem zou hebben opgebouwd. Enkele van zijn werken zijn evenwel van groot belang voor de ontwikkeling van het Chinese communisme en de opbouw van de Volksrepubliek.16
Naast de genoemde geschriften over de Boerenbeweging in Hunan, Literatuur en Kunst, en de Nieuwe Democratie moeten we hier noemen : “Over de Democratische Dictatuur van het Volk”. In overeenstemming met het hierboven genoemde geschrift werd de Volksrepubliek nadrukkelijk geconstitueerd als een ‘dictatuur van het volk’ ( dus niet van het prolertariaat) . Onder volk werden verstaan de arbeiders, de boeren , de ‘kleine burgerij’ en de nationale burgerij- met uitsluiting van de ‘pachtheren’ en de’bureaucratische-kapitalistische klasse’. Dat volk oefende hierbij de macht uit door middel van een Verenigd Front, dat op zijn beurt onder leiding stond van de CCP. Deze laatste gold dan enerzijds als de ‘voorhoedepartij van de arbeidersklasse’ ,maar werd anderzijds geacht te steunen op het ‘onverbreekbare bondgenootschap van arbeiders en boeren’. Uit Mao’s rede over de tegenstellingen binnen het volk blijkt nog eens duidelijk het scherpe onderscheid tussen het volk en de buitengesloten groepen uit het geheel van de staatsburgers, die als volksvijanden worden bestempeld. Men moet hierbij bedenken dat in de Volksrepubliek de klassenstatus in het algemeen geldt voor het gehele leven van de betrokkene en zelfs voor zijn nakomelingen . Voorop staat bij Mao de noodzaak van een ononderbroken revolutionaire strijd de onverzoenlijke , zgn. ‘antagonische ‘tegenstellingen tussen het volk en zijn vijanden.17

Tegenstellingen binnen het volk en hun oplossing worden gezien als een proces van dialectische ontwikkeling naar het socialisme. Hoofdstuk 2 : Politieke opbouw van de Volksrepubliek Bij de oprichting van het Verenigd Front kreeg de Volksrepubliek massale steun van de moderne Chinese intellectuelen , ook van de niet-communisten, evenals trouwens van de meeste overzeese Chinezen – in de verwachting dat nu eindelijk een modern en krachtig China tot stand zou komen. Intussen berustte de werkelijke politieke macht vanaf het begin bij de CCP. Mao zelf werd president van de Volksrepubliek en combineerde dat met het voorzitterschap van de partij en van alle belangrijke commisies in de partij.18
Chou En –lai (1898-1976) , communist van het eerste uur, een man met veel internationale ervaring, tevens een ervaren en bekwaam diplomaat, werd premier. Chou En-lai zou tot aan Mao’s dood toe zijn stempelzetten op de buitenlandse politiek van China en verder vooral in de turbulente jaren na 1966 een stabiliserende invloed uitoefenen op de binnenlandse verhoudingen,gematigd als hij was. Hij zou altijd loyaal blijven aan Mao. De hoogste rang kreeg Mao’s strijdmakker, maarschalk Chu Te(1886-1976), die in 1949 tot eerste vice-premier werd benoemd- in 1954 werd hij vice-president van de Republiek, en vanaf 1959 tot zijn dood ( 1976) was hij voorzitter van het Nationale Volkscongres, de volksvertegenwoordiging, maar veel politieke invloed heft hij waarschijnlijk niet uitgeoefend.19
Liu Shao-Chi (1898-1969) die al in de jaren ’20 een grote rol had gespeeld bij de organisatie van rode vakbonden en in de Yenan-tijd belangrijk werk had gedaan bij de opbouw van de CCP, werd tweede vice- premier en tevens partijsecretaris. Hij zou een sleutelfiguur in de Chinese politiek blijven tot hij in de midden-fase van Culturele Revolutie in ongenade viel bij Mao. Ook Deng Xiaoping, ( secretaris –generaal )zou tijdens de Culturele Revolutie een prooi van Mao worden. § 1 : De Partij In de Volksrepubliek kunnen we spreken van een drie-deling van de politieke macht t.w: staat, partij en leger. De invloed van de partij in de hele samenleving was bijzonder groot. Van belang hierbij was haar goede organisatie en haar penetratie tot op dorpsniveau in de vorm van de partijcel. Naast die partijcel functioneerde dan het dorpsbestuur met het vertegenwoordigend lichaam- het dorpscongres. Zo drongen partij en staat veel dieper door dan ooit het keizerlijk bestuursapparaat, laat staan het oppervlakkige bestuur van de Kuomintang.20 § 2 : Buitenlandse relaties tot 1958 Op het gebied van de buitenlandse politiek zocht de Volksrepubliek na haar oprichting zeer bewust nauwe aansluiting bij de Sovjet-Unie en haar bondgenoten. Ook dit was in overeenstemming met de denkbeelden van Mao uit de ‘Democratische Dictatuur’, waarin hij had gesteld dat de nieuwe regering zou moeten ‘neigen naar één kant’, d.w.z. naar de socialistische landen.21
De Koreaanse oorlog (1950) had tot gevolg dat Amerika definitief koos voor het nationalistisch regime op Formosa onder leiding van Chiang Kai Sjek. Voor de Volksrepubliek betekende dit een groter international isolement ! Weliswaar volgden niet alle westerse landen het Amerikaanse voorbeeld- zo erkenden Nederland en Groot-Brittannie de regering in Peking-maar van een toelating tot de Verenigde Naties was geen sprake. Op economisch gebied legde Amerika een streng embargo op de uitvoer van strategische goederen . In de buitenlandse relaties waren aldus de tegenstellingen tussen vriend en vijand duidelijk verscherpt tijdens de beginjaren van de Volksrepubliek . Enerzijds had China een uitgesproken keuze gemaakt voor de Sovjet-Unie in deze tijd van de koude oorlog, anderzijds was het zelfs direct in conflict geraakt met de Verenigde Staten.22
§ 3 : Massa-campagnes : De binnenlandse politiek werd vanaf het begin gekenmerkt door verschillende massa-campagnes , waarmee het bewind de massa politiek wilde mobiliseren en de economische en sociale transformatie van het land op gang brengen. Deze massa-campagnes zouden het politieke leven van de Volksrepubliek blijven beheersen . 23 § 4 : Landhervorming : De landhervormingswet ging uit van een indeling in vijf groepen: 1) ‘pachtheren’, die alleen inkomsten van hun land ontvingen in de vorm van pacht. 2) ‘rijke boeren’, landbezitters die zelf een deel van hun land met gehuurde landarbeiders bewerkten, en de rest verpachten. 3) ‘midden boeren’, landbezitters die hun land zelf, zonder knechten bewerkten. 4) ‘arme boeren’, degenen die wel enig land bezaten maar hun inkomen moesten aanvullen door zich als knecht te verhuren. 5) ‘landarbeiders’ , zij die geen land hadden en als knecht werkten. Het gemiddelde grondbezit van de pachtheren was niet groot, waarschijnlijk ca. 16 ha, maar daartegenover staat dat pachtheren en rijke boeren, samen 10 procent van de plattelandsbevolking, niet minder dan 70/80 procent van het land in eigendom hadden. De wet bepaalde nu dat de pachtheren alleen een klein gedeelte van hun land mochten houden om voor eigen levensonderhoud zelf te bewerken, mochten houden. Het geconfisqueerde land werd verdeeld onder de arme boeren en de landarbeiders. Dit alles werd tussen 1950 en 1952 in heel China ook werkelijk doorgevoerd , begeleid door een campagne die de hele agrarische samenleving bereikte. De landhervorming had een fundamentele verandering van de plattelandssamenleving ten gevolge.24
In veel opzichten werd de plattelandssamenleving nu ingenomen door de partij- zo ook op het gebied van de rechtspraak. § 5 : Godsdienst ; onderwijs ; literatuur : De propaganda richtte zich ok tegen uitingen van de volksgodsdienst. Het Christendom werd aangevallen in een nationale campagne. Het doel daarvan was in de eerste plaats de kerken in China geheel vrj te maken van alle buitenlandse invloed, vrij van het ‘culturele imperialisme’ van zending en missie. Alle banden tussen de Chinese kerken en het buitenland werden verbroken en het Christendom kwam in de Volksrepubliek onder zware druk te staan. De organisatie van het moderne onderwijs sedert het begin van deze eeuw was in grote mate het werk geweest van missie en zending. De communisten maakten onmiddellijk een einde aan alle bemoeienis van missie en zending- het onderwijs was voortaan uitsluitend staatszaak. De CCP kreeg grote invloed op organisatie en inhoud van het hele moderne onderwijs. Tot 1949 was het Amerikaanse systeem vooral een voorbeeld geweest- in de Volksrepubliek werd thans het hoger onderwijs op Russische leest geschoeid, waarbij de nadruk kwam te liggen op de technische vakken.25 Hoofdstuk 3 : Het Eerste vijfjarenplan ( 1953-1957) Wellicht de grootste handicap van de Chinese communisten in 1949 was dat zij weliswaar een schat aan ervarig hadden opgedaan in hun strijd vanuit de plattelandsgebeiden, maar nauwelijks bekend waren met de veel ingewikkelder problematiek van de steden.26
De bescheiden moderne sector van de economie was door de oorlog geheel ontredderd. De verbindingen met name de spoorwegen hadden ernstig geleden. Tenslotte erfde de Volksrepubliek van het nationalistische bewind een ernstige monetaire crisis. Het gehele bankwezen werd genationaliseerd. Verder werd het spoorwegnet hersteld en uitgebreid en de wederopbouw van de industrie krachtig aangevat. Intussen begon men met geleidelijke socialisering van privé-ondernemingen. Grote ondernemingen kwamen in handen van de overheid. Westerse fabrieken werden na enkele jaren onteigend. Daarnaast bleven vooral kleinere bedrijven althans gedeeltelijk in bezit van hun eigenaars. Eerst in 1956 werd de socialisatie van de industrie doorgezet, waarbij de voormalige eigenaar in het algemeen als directeur aan het hoofd van het bedrijf gehandhaafd werd en ook nog van speciale inkomsten verzekerd bleef. In de eerste jaren na 1949 werd aldus in hoofdzaak het economisch programma van Mao uitgevoerd uit de ‘Nieuwe Democratie’ : het nationaliseren van banken en grote ondernemingen, onteigenen en herverdelen van het land van de pachtheren. Daarna werd de verdere systematische opbouw van de economie ter hand genomen volgens het ‘Eerste Vijfjarenplan’.27
Heel duidelijk bleek daarbij de invloed van het Russische voorbeeld, zowel in de strakke centrale leiding als in de prioriteit voor de zware industrie. Deze zou China in staat moeten stellen zelf de nodige machines te vervaardigen en zo het land zo snel mogelijk onafhankelijk moeten maken van de Sovjet-Unie. Dank zij deze hulp werden industieële capaciteit en productie aanzienlijk uitgebreid. Men streefde bij de opbouw van de industrie naar een hoog rendement, o.a door de lonen langzamer te laten stijgen dan de produktiviteit. Het was echter in de eerste plaats de landbouw die het plan zou moeten betalen, de stedelijke industrieële centra voeden en de schulden aan Rusland zou moeten aflossen.28

Van nieuwe investeringen in de landbouw was in deze opzet nauwelijks sprake. Wel trachtte men uit de grote bevolkingsdichtheid profijt te trekken door een goede arbeidersorganisatie: grote aantallen mensen werden ingezet bij de herbebossingsprojecten en ambitieuze irrigatie- en bedijkingswerken. Hoofdstuk 4 : Het ontstaan van de Culturele Revolutie. Twee belangrijke gebeurtenissen gingen vooraf aan de Culturele Revolutie en vormden het voorspel op een gruwelijke periode t.w : 1) De Campagne “Laat honderd bloemen bloeien” (1956 ) 2) De Grote Sprong Voorwaarts ( 1958 ) Ad 1 ) Onder het motto “Laat honderd bloemen bloeien en honderd denkrichtingen wedijveren” riep Mao in mei 1956 het grote publiek en vooral de intellectuelen op om kritiek uitteoefenen op het werk van de CCP, met nam op de verstarring en bureaucratie binnen de Partij. Mao stond zeer argwanend tegenover intellectuelen. In het openbaar deed hij voorkomen alsof hij zich met hen wilde verenigen en hen goed kon gebruiken, maar achter deze façade twijfelde hij voortdurend aan hun loyaliteit. Intellectuelen moesten politiek herschoold worden . De hervorming van de gedachten van de ontwikkelde Chinezen was onmiddellijk na de bevrijding begonnen , wat inhield dat hun onderwezen werd dat ze de partijlijn moesten volgen. Degenen die verzet boden , werden het slachtoffer van afschuwelijke aanvallen.29
De kritiek waartoe Mao opriep, kwam traag op gang. De meeste intellectuele waren aanvankelijk bang hun mond open te doen. De verwijten waren aanvankelijk mild en triviaal, maar na verloop van tijd nam de kritiek in alle hevigheid toe ! De Communistische Partij werd als organisatie gekraakt: de alleenheerschappij had geen basis en de macht moest gedeeld worden. Uiteindelijk werd ook het leiderschap van Mao bekritiseerd. De Communistische Partij werd vergeleken met een boeddhistisch klooster, waar de abt ( Mao) de ‘geschriften’ dicteerde die vervolgens door zijn monniken ( de leiders van Mao) werden nagekauwd. Sommige mensen klaagden dat ze wel de monniken mochten bekritiseren, maar niet de abt zelf. Mao was geschokt . Het was nooit zijn bedoeling geweest dat hijzelf bekritiseerd zou worden. Hij zon op wraak en nam zijn strategie in heroverweging. Hij plande een tegenaanval tegen degenen die zich luid en kritisch uitgelaten hadden. “ Het is onze bedoeling de slangen uit hun holen te lokken. Mijn strategie is erop gericht het giftige onkruid eerst te laten opschieten en het vervolgens te vernietigen”, vertrouwde hij toe aan zijn persoonlijke lijfarts, dr. Lui Zhisui.30
In 1957 volgde een ‘Anti-rechtse Campagne”en werden duizenden intellectuelen vervolgd. Mao claimde nu dat zijn doel was geweest om het giftige onkruid dat tussen de bloemen bloeide bloot te leggen. Carrières van veelbelovende academici werden geruïneerd. 31
Op grote schaal werden intellectuelen te werk gesteld in fabrieken of op het platteland ter bevordering van hun “zuiverheid” in de leer. De intellectuelen voelden zich verraden : Mao had hen willen misbruiken om zijn eigen vijanden binnen de partij te bekritiseren, maar zijn strategie had een averechtse uitwerking gehad. Ad 2 ) De Grote Sprong Voorwaarts . In 1958 proclameerde Mao “de Grote Sprong Voorwaarts”. Hij meende de economie drastisch te kunnen omgooien , d.m.v mobilisatie van de gehele bevolking . China moest een economische inhaalsag plegen en massamobilisatie en bundeling van arbeidskrachten zou het gebrek aan technische middelen kunnen compenseren. Op het gebied van de staalproductie moest China bijv binnen 10 jaar Engeland inhalen. Overal verschenen er op het platteland hoogovens, maar het grootste deel van de staalproductie bleek uiteindelijk waardeloos, door gebrek aan deskundige technische begeleiding.32
Er werden volkscommunes gevormd die massaal moesten produceren op het platteland. In deze tijd van overspannen toekomstverwachtingen werd overal in een koortsachtig tempo gewerkt met behulp van zeer primitieve middelen. In 1960 kwam een ernstige terugslag : De ongunstige weersomstandigheden in 1960 en 1961 leidden tot misoogsten. Er ontstond grote hongersnood in China.33
Ongeveer 20 miljoen mensen kwamen om van de honger. Zeer nadelige gevolgen had tenslotte de stopzetting van de Russische hulp in 1960 : technische adviseurs werden teruggetrokken , leveranties van machine-onderdelen hielden op. Mao’s visioenen dat arbeiders en boeren alle beperkingen – zoals organisatorische problemen en vooral gebrek aan technische middelen- konden overwinnen, mits ze voldoende gemotiveerd waren , bleek een fata morgana te zijn. De waarde van economische experts en technische deskundigen sloeg Mao niet hoog aan! Alleen de ideologische instelling telde volgens hem. Mao had zich vergist : China stevende af op een rampspoed en de hongersnood zou aanhouden tot 1962.35
De mislukking van de Grote Sprong Voorwaarts betekende gezichtsverlies voor Mao.
Hoofdstuk 5 : De Culturele Revolutie ( 1965-1975) ‘De enige leider die openlijk de mislukkingen van ‘de Grote Sprong Voorwaarts’ aangekaart had was generaal Peng Te Huai (1898-1974), minister van Defensie een vroegere strijdmakker van Mao. In 1959 werd hij plotseling door Mao ontslagen ,weggezuiverd en tot dwangarbeid gedwongen. De nieuwe minister van Defensie werd de ambitieuze Lin Biao, die meteen het leger begon te politiseren. Hij maakte een compilatie van Mao’s toespraken en revolutionaire uitspraken , welke bekend werd als “ Het rode boekje van Mao” . Er ontstond een ware Mao Cultus, omdat alle Chinezen verplicht werden de gedachten van Mao te leren.36
De Mao Cultus domineerde tijdens de Culturele Revolutie het hele land. Gedurende 1964/1965 besloot Mao de Communistische Partij te ‘zuiveren’, omdat het gedomineerd werd door Partijleiders, die vijandig stonden tegenover radicale veranderingen. Het eerste slachtoffer was een bekend historicus tevens onder- burgemeester van Peking Wu Han. Gespecialiseerd in de Ming dynastie ( 1368-1644) schreef Wu Han diverse essays over despotische Ming keizers en moedige ambtenaren die durfden integaan tegen de despoten. Wu Han werkte dit gegeven uit in een toneelspel, waarbij een moedige Ming minister recht spreekt ten gunste van boeren , die het slachtoffer zijn geworden van locale ambtenaren. Deze ambtenaren worden veroordeeld, doch de Ming keizer maakt de straf ongedaan en ontslaat juist de dappere minister. Mao was furieus . Hij zag zichzelf belichaamd in de rol van de keizer , Peng Te Huai als de dappere ontslagen minister en de locale ambtenaren als de kaderleden van de partij, ten tijde van de Grote Sprong Voorwaarts. In 1965 werd Wu Han publiekelijk aangevallen en ontslagen als onder-burgemeester van Peking. In 1966 werd de Culturele Revolutie officieel uitgeroepen. Traditionele literatuur en kunst moesten voortaan worden vervangen door revolutionaire boeken en opera’s met propagandistische inhoud.37
Zij moesten immers ten dienste staan aan de revolutie. Er werden richtlijnen uitgegeven voor de Culturele Revolutie. Als tegenstanders werden aangewezen ‘diegenen met machtsposities binnen de partij, die de kapitalistische weg bewandelen .’ Er werd een kerngroep voor de Culturele Revolutie opgericht , waarin Mao’s echtgenote ( Jiang Qing) een cruciale rol speelde. Mao lanceerde een krachtige aanval op de bourgeois- elementen ‘ binnen de Partij , de regering en het leger. Hij was bang dat ‘rechtse elementen ‘ weer aan de macht zouden komen en dat hijzelf afgezet zou worden. 38
De Culturele Revolutie begon gevaarlijke vormen aantenemen in Augustus 1966 toen studenten de “Rode Garde “vormden. Deze zgn Rode Gardisten trokken in grote aantallen door het hele land. Zij bezetten universiteiten , scholen en lanceerden aanvallen op docenten, Partijleden en families met een feodale of bourgeois achtergrond. Universiteiten en scholen werden gesloten, het mobiliseren van schooljeugd en studenten had ten doel het hele onderwijssysteem aantevallen en in één klap fundamenteel te wijzigen.39
Lin Biao, die nu de tweede plaats na Mao bleek te hebben ingenomen, gold als de leider van de Rode Gardisten . Bij de massa-demonstraties van soldaten en Rode Gardisten, zwaaiend met het ‘Rode boekje van Mao’ verscheen Lin Biao steeds op de ereplaats naast Mao. De Rode Gardisten deden felle aanvallen op “rechtse elementen “ middels pamfletten en muurkrantren . Burgers werden soms publiekelijk gedwongen tot zelfkritiek of gedood. Ook werden gezinnen, vrienden en collega’s gedwongen elkaar aantegeven of te verraden. Huisraad, boeken , kunstschatten ,alles wat niet strookte met een proletarische levenswijze werd vernietigd. Op deze wijze zijn talloze kostbare kunstschatten en eeuwenoude literatuur voorgoed verdwenen. Begin 1967 breidde de Culturele Revolutie zich uit naar de industie. Ze keerde zich tegen de vakbondspolitiek om door hogere lonen tot productieverhoging te stimuleren. Rode Gardisten raakten slaags met arbeiders. In veel gevallen werden de fabrieken bezet en trokken de rebellen het beheer aan zich. Het duurde tot eind 1968 voordat de rust overal was terug gekeerd. Gaandeweg werden de Rode gardisten overbodig. Zij werden tewerk gesteld op het platteland. Liu Shao Chi en Deng Xiaoping ( Partijvoorzitter respectievelijk Secretaris- Generaal moesten het ook ontgelden vanwege hun kritiek op Mao. In 1968 werden beiden afgezet. Deng Xiaoping werd zwaar mishandeld en trad in ballingschap. Liu Shao Chi stierf in gevangenschap, doordat hij geen medicijnen toegediend kreeg voor zijn tuberculosis. Nieuwe spanningen binnen de leiding kregen een dramatische ontknoping in de dood van Lin Biao, September 1971. Hij had zich tegen Mao gekeerd en zou tevergeefs hebben getracht een militaire staatsgreep te plegen . Bij een poging per vliegtuig naar de Sojet –Unie te ontkomen zou het toestel boven Mongolie zijn neergestort. Dit was althans de officiële lezing van Mao.40
In 1973 begon de rehabilitatie van veel personen die tijdens de Culturele Revolutie in ongenade waren gevallen. Eén van hen was Deng Xiao Ping .Kennelijk wilde Mao bruikbare krachten niet blijvend buiten spel zetten. Slot en conclusies Begin 1976 overleed Chou En –Lai aan kanker. Door zijn gematigdheid en onvoorwaardelijke trouw aan Mao had hij zijn positie tijdens de Culturele Revolutie kunnen behouden. Mao benoemde Hua Kuo-Feng, een tamelijk onbekend partijfunctionaris, in het voorjaar tot premier, omdat Chou En Lai hem door zijn vroegtijdige dood niet meer kon opvolgen. Op 9 September 1976 overleed Mao. Hua Kuo-Feng werd in Oktober 1976 partijvoorzitter. Mao’s weduwe werd gearresteerd samen met 3 radicale medestanders wegens samenzwering. Tegen deze “Bende van Vier” werd een felle campagne ingezet en in Juli 1977 werden zij uit de partij gestoten. Mao’s weduwe pleegde zelfdmoord in de gevangenis in 1993. Deng Xiaoping werd benoemd tot vice-voorzitter van de Partij en vice-premier. Er volgde onder deze nieuwe leiders een scherpe koerswijziging. Eindelijk kwam er een eind aan het terreurbewind van Mao. Wat was het doel van de Culturele Revolutie ? Het verloop van de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ baarde eind 1958 reeds grote zorgen onder 2 mensen die in de Partijleiding zaten t.w Liu Shao Chi en Deng Xiaoping. Beide prominente figuren stonden een heel andere koers voor dan Mao. Zij stonden een ordelijke ontwikkeling voor met Centrale planning en leiding van de economie, volgens het Russische plan-model. Einddoel was daarbij de industrialisering van China. Die zou bekostigd moeten worden door de agrarische sector. Voorwaarde voor stijging van de productie in de landbouw was modernisering. Bij een dergelijk model was echter versterking van partijkader en bureaucratie onvermijdelijk. Stedelijke industrie , stedelijk intellectuelen en experts zouden een belangrijke sleutelpositie moeten innemen. Tegenover deze visie hielden Mao en zijn medestanders vast aan de uitgangspunten van de Grote Sprong Voorwaarts : het opbouwen van een egalitaire socialistische maatschappij d.m.v het enthousiasme en vindingrijkheid van arbeiders en boeren. Ook de groep van Mao had modernisering en mechanisering van de landbouw en nationale industrie als uiteindelijk doel. Men wilde dat echter bereiken door het stimuleren van de verschillende volkscommunes en zeker niet door strakke leiding van bovenaf. Een gespreide economische ontwikkeling, via initiatieven van de volkscommunes , zou de tegenstellingen binnen China moeten verminderen, zoals die tussen de massa en de politieke en intelectuele elite, tussen boeren en arbeiders, landbouw en industrie, platteland en stad. Het zijn deze tegenstellingen die openlijk aan de dag traden en uiteindelijk in het voordeel van Mao beslist werden tijdens de Culturele Revolutie. De 2 hoogstgeplaatste slachtoffers waren Liu Shao Chi en Deng Xiaoping. Aangezien het onmogelijk was hen te beschuldigen van enige misdaad, werden zij ervan beschuldigd ‘een bourgeois- reactionaire lijn’tevolgen en een kapitalistische weg te zijn ingeslagen. Duizenden studenten in Peking voerden een felle campagne tegen hen.
Conclusie : Hoewel de Culturele Revolutie was opgezet als een zgn ideologische strijd , was het duidelijk dat het werkelijk doel was een machtsstrijd uittevechten tussen Mao enerzijds en aanhangers van Lui Shao Chi en Deng Xiaoping anderzijds die allen sterke machtsposities hadden in de Partij. Mao’s voornaamste doel was zijn tegenstanders binnen de Centrale leiding van de Partij te elimineren. Hij schoomde hierbij niet alle middelen te gebruiken om zijn doel te bereiken. Zonder aanzien des persoon elimineerde hij hen, terwijl zij zijn vroegere strijdmakkers en wapenbroeders waren tijdens de Lange Mars, de zgn ‘Veteranen van het eerste uur’. Wat voor invloeden had de Culturele Revolutie op de Chinese samenleving ? Toen Mao in 1949 de macht overnam in China, belichaamde hij voor vele miljoenen Chinezen hoop op een nieuw en krachtig China. Deze hoop zou voor velen niet uitkomen. Doordat de agitatie van de Rode Gardisten zich over het hele land verspreidde, bleef niemand met een bourgeois of feodaal verleden gespaard. Op scholen, universiteiten, ziekenhuizen, fabrieken , overal werden mensen met een ‘besmet’verleden opgejaagd en vervolgd. Intellectuelen verbonden aan ziekenhuizen en universiteiten werden van hun functies ontheven. Zij werden massaal naar het platteland gestuurd om te ‘leren van de boeren.’ Doordat hun plaatsen bezet werden door incapabele aanhangers van Mao, ontstond er op de universiteiten , bedrijven en medische instellingen een ernstig gebrek aan expertise. Sinds de Culturele Revolutie verschenen er in China weinig wetenschappelijke publicaties. De pogingen van Mao’s echtgenote om de Chinese kunst te ‘zuiveren’, leidde ertoe dat vele kunstschatten voorgoed verloren gingen voor latere Chinese generaties. Mao misbruikte in feite de Rode Gardisten om hun eigen medemensen te vervolgen. Hij zetten hen aan tot massahysterie haat en wreedheid. Zijn macht was in feite onbegrensd in deze periode. Conclusie : De Culturele Revolutie heeft een destructief effect gehad op China. Het had het land in een chaos gestort en was vernietigend geweest voor levens, families, vriendschappen en de hele structuur van de Chinese samenleving. De tragedie is dat pressie en terreur uitgeoefend werd onder de bevolking, met name onder intellectuelen en burgers met een ‘kapitalistische verleden’. Veel goede en getalenteerde mensen werden gedwongen om hun geweten geweld aan te doen en hun idealen opteofferen om te kunnen overleven. Onder hen heerste diepe vrees om zich vrijelijk te uiten en zij verloren voorgoed hun vertrouwen in de Partij. Mao’s tactiek om zijn tegenstanders eerst uittelokken ( om hem aan tevallen,) zich vervolgens terugtetrekken en hen tot slot te vernietigen had een zware tol geeist: Miljoenen burgers stierven of pleegden uit wanhoop zelfmoord. Mao had een hoogdravende voorstelling van zijn eigen plaats in de geschiedenis. Nooit rees er bij hem ook maar enige twijfel over zijn rol daarin . Hij was de grootste leider en de grootste keizer van allemaal, de man die het land één had gemaakt en het nu zou omvormen en terugleiden naar zijn vroegere grootsheid. Heel China stond tot Mao’s beschikking, en hij kon er naar believen mee experimenteren. Mao was China en hij wantrouwde iedereen die zijn positie zou kunnen aanvechten of wiens visie verschilde van de zijne. Hij was meedogenloos in het elimineren van zijn vijanden. De Chinese Revolutie geeft aan hoe corrumperend de effecten van absolute macht kunnen zijn en hoe grote visioenen grote misdaden kunnen voortbrengen.

REACTIES

B.

B.

hallo,

ik maak een scriptie over China na de dood van Mao Zedong en zou graag wat meer willen weten over de machtsstrijd tussen deng xiaoping en Hua Guofeng, misschien kan jij me helepen
de groeten bob

20 jaar geleden

C.

C.

hoi
echt een super handig werkstuk
maar ik ben op zoek naar nog meer info
heb je toevallig een bronnen lijst voor me?
alvast bedankt
groet
chani

20 jaar geleden

R.

R.

Hallo,

Echt een geweldig werkstuk. Ik heb hier zeer veel aan gehad, maar heb jij ook een werkstuk gemaakt over Tsjiang Kai-sjek? Ik moet namelijk een verslag schrijven over Mao en Tsjiang.
Ik zie het wel..

doei, Richard

19 jaar geleden

C.

C.

mijn grootouders hebbe gevochte voor mao ik vin dat het een goede man was hij heeft ervor gezorgd dat china economiese opbloei kreeg
ik vind dat je niet zo kan prate over de grooste en de beste leider van china

16 jaar geleden

H.

H.

mao heeft dan ook tussen de 40 en 70 miljoen doden op zijn naam. Als je met hongers(n)(d)ood een goede economie bedoelt, was deze uitstekend. pas na de dood van Mao, toen de economie een kapitalistische vorm aannam begon de economie pas echt te groeien. Ik heb respect dat je voorouders voor die man hebben gevochten, maar lees alsjeblieft eerst deze scriptie voor je zegt dat mao een goede man was. bedankt

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.