Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Bos bij Oele

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Schilderijverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2165 woorden
  • 24 juli 2001
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Bos bij Oele. 1)Wat is het voor een kunstwerk? Ik ga nu het kunstwerk van Mondriaan, \"bos bij  Oele\" bespreken. Dit kunstwerk is een schilderij en hangt in het gemeentemuseum in Den Haag. Toen we er met school heen gingen heb ik het gezien. Toen ik het zag hangen vond ik het meteen wel een leuk schilderij. Het ziet er heel vrolijk uit met al die kleuren. En het viel ook goed op omdat het best wel groot is. 2)Wat is er te zien? Het schilderij bevat heel veel kleuren. Daardoor ziet het er heel vrolijk uit. Ongeveer het onderste kwart stelt een watertje voor. Je kan niet zien wat voor en watertje het is, maar het is waarschijnlijk een meertje. Het is gevormd door allemaal horizontale verfstreken van verschillende kleuren. De hoofdkleur is hier blauw. Maar ook zijn oranje, rood, paars en groen gebruikt. Ook is er een weerspiegeling van de zon in het water te zien. Die plek is geel en oranje en zit iets rechts van het midden. Als afscheiding tussen water en land  is de kleur groen gebruikt. Op het land staan allemaal bomen. Die zijn ook blauw. Behalve bij de zon in de buurt, want daar zijn de bomen rood. Bovenaan, net iets rechts van het midden schijnt de zon. Op ongeveer het midden van het schilderij is een schommelende horizon te zien. Deze is oranje/geel. Een beetje links van het midden is de horizon wat hoger. Het lijkt net of er daarvoor allemaal rode grafstenen staan. Maar misschien ziet iemand anders er wel iets anders in. De achtergrond (lucht) is blauw, maar in de omgeving van de zon is alles geel en oranje. Dit schilderij is een voorstelling naar de aanschouwing, een waarneming van de natuur. Niet alles is precies nagetekend en de kleuren zijn ook niet allemaal zoals ze horen te zijn, maar je ziet duidelijk dat het een voorstelling van de natuur is. Het thema is:  \'landschap\'. De kunstenaar geeft  denk ik een moment van de dag weer. Ik denk net voor zonsondergang, want het schilderij is een beetje donker en de zon staat al erg laag.
3)Materiaal/ techniek/ werkwijze. Dit schilderij is gemaakt van olieverf op doek. Je kan olieverf in dunne lagen over elkaar aanbrengen (glaceren), maar je kan het ook dik aanbrengen in een keer. Door te glaceren krijg je diepte en intensiteit. Olieverf droogt ook heel erg langzaam, dus als je een schilderij met olieverf wilt maken duurt dat heel lang. Mondriaan heeft zich laten inspireren door de natuur. Er is geen sprake van een academische werkwijze. Want bij een academische werkwijze wordt er teruggegaan op de voorstellingswijze van klassieke kunstenaars. Daar moest je alles heel natuurgetrouw en heel \'letterlijk\' naschilderen. Mondriaan heeft het landschap juist niet natuurgetrouw nagemaakt, maar op zijn eigen wijze. Het is dus totaal geen academische werkwijze. Hij heeft schetsmatig geschilderd. Het is niet helemaal perfect uitgewerkt. Soms zie je de verfklodders nog zitten. Het schilderij is dekkend en pasteus. Op sommige plekken is de verf heel dik opgebracht. De verftoetsen zijn nog zichtbaar. Mondriaan heeft bijna alleen maar  horizontale en verticale strepen gemaakt. Er zijn geen druktechnieken gebruikt, voor zover ik weet. De olieverf is geschilderd op een doek. Dat is meestal een linnen doek bij olieverf. Het doek is 128 centimeter breed en is 158 centimeter lang. De gereedschappen die meestal gebruikt worden zijn penselen, kwasten, en paletmessen. Mondriaan heeft waarschijnlijk alleen maar kwasten en penselen gebruikt. Maar dat weet ik niet zeker. Het schildersmedium is terpentijn of olie bij olieverf. Ik weet niet wat Mondriaan heeft gebruikt.      4)Welke beeldende aspecten? A. Licht In dit schilderij is natuurlijk licht te zien. De lichtbron is de zon. Het licht is hier direct. Het licht valt direct op de bomen en op de heuvels. Mondriaan heeft geen gebruik gemaakt van glimlichtjes. De schaduwen die er te zien zijn, zijn de eigen schaduwen van de bomen bij tegenlicht Het licht van de zon is geel. En overal waar het licht opvalt is rood, geel of oranje. Het effect van het licht is dat je wat ziet. Zonder dat licht zou je helemaal niets zien, want er is geen andere lichtbron in de omgeving (voor zover je kan zien). Het licht van de zon is hier dus heel belangrijk. Het licht komt van voren. Je kijkt er dus in. Dat heet tegenlicht. B. kleur Er zitten heel veel verschillende kleuren in dit schilderij. Veel van deze kleuren werken heel vervreemdend, want de bomen zijn blauw en het water is gevormd door heel veel verschillende kleuren. De kleuren die in dit schilderij gebruikt zijn, zijn blauw, rood, paars, geel, groen, lila, oranje..Kortom, alle kleuren van de regenboog. De kleuren hebben een contrasterende werking. Rood zit naast groen, blauw zit naast oranje en paars zit naast geel. Mondriaan heeft een beetje gebruik gemaakt van de kleur van het doek. Er zit een beetje wit in het schilderij. Maar het is niet echt extreem veel zodat het opvalt. Rood zit voornamelijk vooraan en springt er uit. Blauw daarentegen, zit het meest achteraan en lijkt terug te wijken. Blauw zit ook wel in het water, maar het water is op dit schilderij niet het belangrijkste, dus springt de rest er juist nog beter uit. Daardoor is en sprake van kleurperspectief.  De kleuren lopen niet in elkaar over, dus er is geen sprake van kleurverloop. Er is sprake van  expressionistisch kleurgebruik, want ze komen niet echt overeen met de werkelijkheid en ze zijn erg fel en contrasterend. Ik denk niet dat de kleuren een symbolische betekenis hebben. C. Ruimte Hoewel het schilderij 2-dimensionaal is er toch sprake van ruimte. De ruimte is er niet echt natuurlijk, maar door het gebruik van verschillende aspecten lijkt het of er toch echt ruimte is. De ruimte wordt hier gesuggereerd door grote bomen voor en kleinere bomen achter. Ook is er een horizon zichtbaar en er is sprake van overlapping. Naar achter toe zijn de toetsen kleiner en ook is er ruimte gesuggereerd ter gevolge van kleurperspectief en afsnijding. Het standpunt van Mondriaan is hier op ooghoogte. Dus als je naar het schilderij kijkt lijkt het of je er zelf staat.
D. Vorm Rij 2 past het best bij de vormen van mijn schilderij. Ze zijn onder andere vereenvoudigd. Bomen zijn gewoon streepjes en het water is ook gevormd door strepen. Hij heeft dus natuurlijke vormen gebruikt, maar die wat vereenvoudigd neergezet. Een aantal vormaspecten die hierop van toepassing zijn, zijn: eenvoudig, organisch, gesloten, enkelvoudig en asymmetrisch. De vormen zijn dynamisch, want het zijn   natuurlijke \'voorwerpen\' en ze zijn niet allemaal recht toe, recht aan. E. Beweging Dit schilderij is eigenlijk statisch omdat de bomen verticaal staan en die zijn toch het middelpunt van het schilderij. Maar door de felle kleuren en het water (horizontale lijnen)is het ook weer dynamisch. Ook de achtergrond is weer helemaal niet statisch. Daar zijn lijnen verticaal, diagonaal en horizontaal neergezet. Ook als je naar het kunstwerk kijkt ziet het er niet statisch uit. Dus eigenlijk is het schilderij dynamisch en zit er veel beweging in. F. Contrast Het vormcontrast is hier de rechte bomen en de ronde zon. De tegengestelde vormen worden zo versterkt. De kleurcontrasten zijn hier heel duidelijk aanwezig. Zowel warm/koud als licht/donker en complementair. Daardoor vallen alle kleuren erg op vooral de horizon komt er uit en de zon natuurlijk. Doordat er horizontale en verticale lijnen zijn gebruikt naast elkaar is er ook sprake van een kwantiteitscontrast
G. Textuur De textuur van dit schilderij is vrij glad maar toch zitten er wat hobbels in. Je kunt het niet goed zien vanaf een plaatje maar waarschijnlijk heb ik het wel goed want het is olieverf, en pasteus. I. Lijn Dit schilderij is helemaal opgebouwd uit dikke lijnen. De lijnsoort is recht maar wel soms bibberend, vooral bij het water. De lijnvoering is hier heel afwisselend. De ene keer horizontaal strak en de andere keer verticaal bibberend. Ze zijn niet allemaal even dik. Daardoor is er ook weer ruimtesuggestie. Achteraan zijn er dunnere lijnen gebruikt dan vooraan. M. Compositie Welke compositie er hier gebruikt is, is niet goed duidelijk. Het aandachtspunt is de zon. Die is heel licht en fel. Die springt er echt uit. De compositie is afgesneden dus eigenlijk kan het schilderij zo doorgaan, als je de lijst verschuift. Dit is gedaan om ruimte te suggereren. 5)Wat heeft de nadruk/ aandachtspunt? Telkens als ik naar het schilderij kijk, wordt mijn oog naar de zon toegetrokken.   Dat komt doordat de zon heel erg fel is. Hij brandt als het ware door de bomen heen. Het is dus een licht/donker contrast en een kleurcontrast. Want de zon is geel en de bomen zijn blauw en rood, dus de zon springt er heel goed uit.
6)Bedoeling of functie De titel van het kunstwerk is \'bos bij Oele\'. Mondriaan heeft gewoon het bos geschilderd, dus ik denk niet dat er een diepere betekenis achter de titel zit. In 1906 maakt Mondriaan kennis met de schilder Albert G. Hulshoff Pol. Hij en zijn familie wonen op een boerderij in Oele. Mondriaan logeerde daar in die tijd een paar keer en daar werkt hij aan het schilderij. Mondriaan schilderde heel vaak landschappen. Hij vond het bos waarschijnlijk inspirerend. Dit schilderij past in de stijl expressionisme. De expressionisten verzetten zich tegen de natuurgetrouwe weergave. Ze schilderen vereenvoudigde of gedeformeerde vormen in krachtige, felle kleuren. Dat past precies bij dit schilderij. Mondriaan werd geboren in Amersfoort op zeven maart 1872. Hij begon als kleine jongen al te schilderen, ongeveer toen hij veertien jaar oud was, ging hij met zijn oom, Frits Mondriaan, en zijn vader Pieter Mondriaan, landschappen schilderen, in de stijl van de Haagse school, dus op een academische werkwijze. Mondriaan werd in 1892 toegelaten tot de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij is vanaf het begin geneigd om in series te werken. Hieruit bleek al dat hij afstond van de academische traditie. Hij schilderde veel landschappen, maar ze weken zowel in kleur als in vorm af van de werkelijkheid. In 1908 ontdekt hij Van Gogh, het pointillisme en de fauvisten. Door deze confrontatie met het modernisme, gaat hij vier jaar experimenteren. Abstract en rechtlijnig denken ging steeds meer de plaats in nemen van het visuele waarnemen. In die tijd werd hij ook lid van een theosofische vereniging. Hij slaat de zijweg van het symbolisme in. Een schilderij wordt voor hem een echte rebus met een esoterische (theosofische) iconologie. Alles betekent voor hem dus wat. In 1911 verhuist hij naar Parijs. Daar ontdekt Mondriaan Cézanne en het kubisme van Braque en Picasso. Mondriaan is door deze kunstenaars geïnspireerd en gaat dan samen met hen aan de slag. Hij zet zijn eerder begonnen ontwikkeling naar de abstractie voort. Vanaf dit moment staat zijn werk in het teken van herdefinitie: helemaal gericht op de \'essentie\' van het schilderen. Hij begint met het schilderen van de eerste proto-kubistische schilderijen. Bijvoorbeeld de verschillen in de schilderijen \'stilleven met gemberbot 1\' en \'stilleven met gemberpot 2\' geven zijn ontwikkeling aan. De eerste is nog aardig realistisch, in de stijl van Cézanne. In de tweede probeerde hij de voorwerpen in te passen in een raster van lijnen. De vormen (voorwerpen) in het schilderij zijn dan niet meer zo nadrukkelijk aanwezig. Wanneer Mondriaan de wereld ontdekt van het kubisme van Picasso en Braque, neemt hij al gouw een aantal van hun werkwijzen over, zoals de kleuren geel en grijs en de ovale lijst. Maar hij maakt het niet na. In 1914 verhuist hij door de ziekte van zijn vader naar Nederland terug. Mondriaan zet al zijn motieven in vlakken, hij probeert het beeldveld van zijn schilderij overal een even grote waarde te geven. In het tijdschrift \'De stijl\' droeg hij zijn idee over neoplasticisme uit: een nieuwe ruimtelijkheid door geometrische helderheid en strenge harmonie. Zijn werken bestaan vanaf dat moment uit de kleuren rood, wit, geel, blauw, zwart en grijs en hij gebruikte alleen horizontale en verticale, zwarte lijnen. Zijn laatste werken zijn wat dynamischer door het weglaten van de zwarte lijnen en het gebruik van tussenkleuren. Mondriaans belangrijkste werken hangen in het Haags gemeentemuseum, het stedelijk museum in Amsterdam en The Museum of art in New York.   7)Wat vind ik er zelf van? Waarom ik dit kunstwerk gekozen heb, kun je eigenlijk al in de allereerste alinea lezen. Ik vind het best wel een mooi en vrolijk schilderij met al die kleuren, maar ik snap niet dat het schilderij zoveel waard is. Mondriaan heeft wel heel veel toegevoegd aan de kunst en hij is de bedenker van een hele nieuwe wijze van schilderen. Maar toch is het wel erg overdreven om voor een schilderij zoveel miljoen gulden te geven. Vind ik tenminste. Ik vind het schilderij Bosbij Oele wel mooi, maar zijn nieuwere stijl van schilderen vind ik niet mooi. Ik vind dat je nog wel moet kunnen zien wat het voorstelt. Bronnen: -Encarta encyclopedie \'98. -internet: mondriaanhuis, biografie. -boek: Piet Mondriaan, geschreven door: -Yve-alain Bois                                                                   -Joop Joosten                                                                   -Angelica Zander Rudenstine                                                                   -Hans Janssen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.