Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Rekenregels

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 681 woorden
  • 6 februari 2004
  • 212 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
212 keer beoordeeld

Bij het rekenen gelden voorrangsregels:
1. Eerst uitrekenen wat tussen haakjes staat.
2. Vervolgens kwadraten of worteltrekken.
3. Dan x of : in de volgende waarin het geschreven staat.
4. Daarna + of – in de volgorde waarin het geschreven staat.

Als is iets in werkelijkheid 25 keer zo groot is als op een tekening, dan is de tekening op schaal 1 : 25.
De afstanden op de tekening en de werkelijke afstanden verhouden zich dan als 1 : 25.

Ook bij andere verhoudingen kun je een verhoudingstabel gebruiken.

In een verhoudingstabel mag je de onderste rij en de bovenste rij met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.

Soms is het handig om eerst terug te rekenen naar 1. 450 gram ham kost € 5,75. Met een verhoudingstabel kun je de prijs berekenen van 180 gram.

Negatieve getallen worden gebruikt voor bijvoorbeeld:
• Temperaturen onder nul;
• Hoogte beneden N.A.P;
Voor 4°C onder nul kun je schrijven: -4°C. Voor 7 m beneden N.A.P kun je schrijven: -7 m.

Op een getallenlijn staan positieve en negatieve getallen en het getal 0. Het getal 0 is niet positief en niet negatief.

Ga je op de getallenlijn naar rechts, dan worden de getallen groter. Ga je naar links dan worden ze kleiner.

-1 > -3 en 3 > 1
-4 < -1 en 1 < 4

Op een getallenlijn is optellen naar rechts gaan, en aftrekken naar links.

pos. getal x pos. getal = pos. uitkomst 10 x 2 = 20
neg. getal x pos. getal = neg. uitkomst -10 x 2 = -20
pos. getal x neg. getal = neg. uitkomst 10 x -2 = -20
neg. getal x neg. getal = pos. uitkomst -10 x -2= 20

Voor het delen gelden net zulke regels.

Een macht is een korte schrijfwijze voor een vermenigvuldigen.

Met een breuk kun je een deel van een geheel aangeven. Van de breuk 5/12 is 5 de teller en 12 de noemer.
Bij het vermenigvuldigen van breuken vermenigvuldig je teller met teller en noemer met noemer. Helen breng je eerst in de breuk.

Met de toets a b/c kun je breuken invoeren op je rekenmachine.
3,25 heet een decimale breuk. Een decimale breuk kun je als een gewone breuk schrijven en omgekeerd.
Je kunt een gewone breuk omzetten in een decimale breuk met behulp van je rekenmachine.

Hoe rond je een decimaal af?

Kijk naar het volgende cijfer.
Bij 0,1,2,3 of 4 rond je af naar beneden. Bij 5,6,7,8 of 9 rond je af naar boven.

Rond 21,37185 af op een decimaal. Kijk naar het tweede cijfer achter de komma. Dat is 7, dus rond je af naar boven. 21,37185 ≈ 21,4

Getallen met te veel cijfers voor het venster van de rekenmachine, kun je schrijven in de wetenschappelijke notatie. Je gebruikt dan de toets EXP of EE.

412 000 000 000 = 4,12 x 10¹¹

Toets in: 4,12 EXP 11

0,000 000 000 456 = 4,56 x 10 -¹º
Toets in: 4, 56 EXP 10 +/ -

Procent betekent per honderd.
1% = 1/100 = 0,01

5% van 300 berekenen je met een decimale breuk.
5% van 300 = 0,05 x 300 = 15

Een deel van een geheel kun je schrijven als een percentage.
3 van de 15 appels zijn rot.
Dat is 3/15 = 0,2 = 20 %

7% erbij berekenen je door te vermenigvuldigen met 1,07, want
7% + 100% = 107% = 1,07

Een tv kost € 1450,-. De prijs wordt met 8% verhoogd. De prijs van de tv wordt dan:
1,08 x 1450 = € 1566,-

10% eraf bereken je door te vermenigvuldigen met, want de vermenigvuldigen

De uitkomst van een berekening met lastige getallen kun je schatten door de lastige getallen te vervangen door afgeronde getallen. Dikwijls hangt het van de situatie af hoe nauwkeurig je een uitkomst moet afronden.
Grote hoeveel houden kun je vaak schatten door een handige berekening te maken.’

Soms moet je dan zelf eerst nog een handige verdeling maken.
Je kunt de lengte of de oppervlakte van een voorwerp schatten door te vergelijken met voorwerpen waarvan de afmetingen gegeven zijn.

Van voorwerpen die op een balk lijken, kun je de inhoud schatten met behulp van de afmetingen van de balk.

Vaak kun je aantalen, afstanden en afmetingen schatten door ze te vergelijken met dingen waarvan de maten ongeveer bekend zijn.

Een hoek een hoek punt en twee benen. Een rechte hoek is 90 ºC. Een gestrekte hoek is 180 ºC. Een volle is 360 ºC.

Een scherpe hoek is kleiner dan 90ºC. Een stompe hoek is groter dan 90ºC en kleiner dan 180ºC.

REACTIES

N.

N.

je uitleg is heel goed en bedankt daarvoor

20 jaar geleden

S.

S.

ik vind het goed prima

12 jaar geleden

M.

M.

Prima uitleg.
Kleine opmerking: "pos. getal x neg. getal = pos. uitkomst -10 x -2= 20" klopt niet. Dat moet natuurlijk zijn: "neg. getal x neg. getal = pos. uitkomst -10 x -2= 20".

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.