Voorkennis
Hieronder staan de 10 standaardfuncties:
fx=c fx=x fx=x² fx=xn fx= 1x
fx= x fx= sin(x) fx= cos(x) fx= gx fx= logg(x)
§2-1 Transformaties
Je kunt op een grafiek een transformatie toepassen, bijvoorbeeld door translatie (verschuiven) of spiegelen.
- Verticale translatie: gx=fx+d - Horizontale translatie: gx=f(x-c)
- Verm. t.o.v. de x-as: gx=fx∙a - Verm. t.o.v. de y-as: gx=f(1b∙x)
Spiegelen in de x-as betekent dat je de grafiek vermenigvuldigt t.o.v. de x-as met -1
Spiegelen in de y-as betekent dat je de grafiek vermenigvuldigt t.o.v. de y-as met -1
§2-2 Absolute waarde
De absolute waarde van x is de afstand tussen het getal x en 0, je noteert dat als x. Alle negatieve waarden van y worden dan omgezet naar het tegenovergestelde getal.
Je kunt de absolute waarde ook schrijven als: x=x als x ≥0-x als x <0
Als de oorspronkelijke grafiek één top/meerdere toppen heeft, komen er extreme waarden bij, namelijk minima die liggen op de punten waar de oorspronkelijke grafiek de x-as sneed.
§2-3 Inverse functie
Bij de inverse functie van een functie geldt dat de x-waarden en y-waarden zijn omgedraaid. Je noteert een inverse functie als finv. De grafieken van f en finv zijn elkaars spiegelbeeld bij spiegelen in de lijn y=x.
Je maakt het functievoorschrift van de inverse van een functie door:
1. Eerst het functievoorschrift te vervangen door een vergelijking in y = x……
2. Vervang overal waar x staat, de x door y, en waar y staat de y door x.
3. Herleid de vergelijking naar een vorm waarin de y is uitgedrukt in x.
4. Schrijf de verkregen vergelijking als een functievoorschrift
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden