Katern 8

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1895 woorden
  • 14 augustus 2005
  • 118 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
118 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
8.1 de grondstof bepaald welke eigenschappen textiel heeft. De basis van textiel zijn vezels. Vezels kunnen verwerkt worden door - spinnen (vezels woorden door te spinnen draden). - Twijnen (meerdere draden om elkaar heen gedraaid). - Brijen. - Samen persen (non-woven = niet geweven) Vezels samen persen.(vilt, fleece). Natuurlijke vezels. - dierlijke vezels. Wol - schapen. Zijde – zijderups. Leer – huid van dieren. - ventileren goed. - Isoleren goed. - Nemen langzaam vocht op. - Zij elastisch en kreuken niet snel. - Zijn gevoelig voor krimpen. - Zijn niet bestand tegen hogen temperaturen. - plantaardige vezels. Katoen – katoenplant. Linnen – vlasplant. - zijn sterk. - Ventileren goed. - Isoleren minder goed (glad) - Nemen veel vocht op. - Kreuken snel. - Krimpen snel. - Zijn bestand tegen hogen temperaturen. Synthetische vezels. Vezels ie in de fabriek gemaakt worden. - polyacryl. - Polyamide. - Polyester. - heel sterk. - Ventileren niet goed. - isoleren goed. - nemen niet veel vocht op. - zijn elastisch en kreuken niet. - zijn niet bestand tegen hogen temperaturen. Halfsynthetische vezels. Worden in de fabriek gemaakt uit natuurlijke vezels.ze worden vooral gekozen omdat de stof zo mooi en bijzonder is. - acetaat. - Viscose. - ventileren goed. - zijn niet zo sterk. - Isoleren minder goed (glad) - Nemen minder goed vocht op. - Kreuken snel. - Zijn niet bestand tegen hogen temperaturen. Mengvezels. Ontstaan door verschillende soorten vezels door elkaar te mengen in een fabriek. Etiketten. - samenstellingsetiket. Hierop kun je lezen waar het textiel van gemaakt is. - Behandelingetiket. 8.2 bewaren van was kan je het beste doen in een goed ventilerend, drogen plaats, als er vocht bij komt kan er schimmel ontstaan op je was.schimmel herken je aan zwarte puntjes, natte textiel moet je daarom altijd eerst laten drogen voordat je het in de wasmand doet. Bij het sorteren van de was moet je op de volgende dingen letten : - let op de kleur. Licht bij licht, donker bij donker. - Let op het behandelingsetiket. - Let op de vervuiling van het textiel. Erg vuil wasgoed heeft een extra behandeling nodig. Als je goed sorteert verkom je dat je was gaat krimpen,verkleuren of vervormen. Voor je de was gaat doen moet je hier op letten : - zakken leeg zijn. - Vuile randen van zakken en kragen eerst uitborstelen. - Doe alle ritsen dicht. - Controleer de knopen. - Draai de kleding binnenstebuiten. - Denk aan mogelijke voorbehandeling van vlekken.
8.3 een wasprogramma bestaat uit : - voorwas – voor extra vuile was.vuil wordt losgeweekt en afgevoerd. - Hoofdwas – vuil uit textiel gewassen en afgevoerd. - Spoelen – vuil en wasmiddel worden weggevoerd. Je kunt wasverzachter toevoegen om antistatisch te maken en zachter. - Centrifugeren – spoelwater zo veel mogelijk te verwijderen. Wasmachines hebben 4 soorten hoofdwas. - Witte was of kookwas. Geschikt voor wit of lichtgekleurde textiel dat tegen hogen temperaturen kan. 60-95 graden. - Bonte was. Geschikt voor gekleurd textiel. 40-60 graden - Kreukherstellend programma. Geschikt voor textiel dat snel kreukt.kreukherstellend programma gebruikt meer water en beweegt wasgoed minder,en het wordt ook voorzichtig gecentrifugeerd. - Wolwasprogramma. Is geschikt voor wol. Er komt meer water bij en de trommel beweegt minder, de overgang van warm naar koud sop is niet zo groot,dan vervilt het niet. Verschillende manieren om was droog te krijgen : - centrifugeren. - Aan een waslijn hangen. - In de wasdroger. Bij het strijken begin je met het wasgoed dat op de laagste temperatuur gewassen moet worden.Vouw het wasgoed net zo als de rest van het wasgoed,dat al in de kast ligt. 8.4 stoffen in wasmiddel. - wasactieve stoffen. Taak was schoon maken. - Waterontharders. Duitse graden (dh). Er zit kalk in water en die kan de wasmachine kappot maken. - Bleekmiddel. Bleken de vlekken uit het textiel (witwasmiddelen) - Enzymen. Vlekken zoals bloed,ontlasting enz. ze breken vlekken af. - Optische witmiddelen. Ze maken niet schoon alleen witter. - Schuimremmers. Zorgen dat er niet te veel schuim in de machine komt. - Parfums. Dat het lekker ruikt. Wasmiddel verdeeld in 6 groepen. - voorwas- en inweekmiddelen. Geschikt voor extra vuile was. - Totaalwasmiddelen
Geschikt voor alle soorten was. - Witwasmiddelen. Zijn geschikt voor de wittewas. - Colorwasmiddelen
Zijn als het waren totaalwasmiddelen zonder bleekmiddel en optische witmiddelen. - Fijnwasmiddelen. Zijn geschikt voor fijne was en wolwas.weinig stoffen die het textiel kan beschadigen. - Wolwasmiddelen
Zijn geschikt voor wol,bevatten geen stoffen die schadelijk zijn voor wol. 8.5 bovenlader = vul je aan de bovenkant. Voorlader = vul je aan de voorkant. Wasmachines hebben een zeef die zorgt ervoor dat er geen haren steentjes in de afvoer komen, je moet de zeef controleren. Centrifugeren. De trommel draait snel rond, daardoor wordt de was droog geslingerd. Bij een losse centrifuge moet je letten op. - wasgoed goed verdelen in de trommel. (wandelen) - teiltje onder afvoer zetten. - Als de trommel stil staat de deksel open doen. - Niet te veel in de centrifuge. - Let op de tijd. Er zijn 3 soorten droogtrommels : - Luchtafvoer droger. De lucht met waterdamp word afgevoerd via een buis naar buiten. - De condensdroger. Het water wordt opgevangen in een reservoir die je kunt legen. - De gastdroger. Gas wordt in warmte omgezet,de droogtijd is veel korter dan bij een normale droger. Gewone strijkijzer. Gemakkelijk in gebruik, en weegt niet zo veel. Stoomstrijkijzer. Kun je als gewoon strijkijzer gebruiken. Je kan er ook mee stomen in het strijkijzer zit en reservoir waar je water in kan doen.je kan het strijkijzer op stomen zetten,dan komt er stoom vrij uit de zoolplaat,dan wordt het wasgoed gemakkelijk glad, ontkalk het regelmatig,het is wel wat zwaarder dan het gewonen strijkijzer. 8.6 4 redenen om schoon te maken : - hygiënische redenen. Beschermt je gezondheid. - Veiligheid. Zorgt ervoor dat er geen ongelukken gebeuren. - Onderhoudskundige redenen, beschermd tegen slijtage. - Sfeer en gezelligheid. Je voelt je prettiger. Eisen waaraan schoonmaken moet voldoen zijn reinheidseisen. - ruwschoon. De ruimte kan schoner maar is niet nodig. - Huishoudelijk schoon. Ruimte lijkt schoon, al het zichtbare vuil is verwijderd. - Smetschoon. Heel erg schoon, er worden desinfecterende middelen gebruikt. Met superschoonmaakmiddelen hou je altijd nog bacteriën over ook al denken mensen van niet, ze doden alleen bacteriën en geen virussen. Desinfecterende middelen kunnen 99,9 % uitroeien. Desinfecterende middelen verstoord het evenwicht tussen goede en slechte bacteriën.
8.7 bij het maken van een werkplan ga je als volgt te werk : - overzicht van werkzaamheden. - Overzicht van tijd. - Zet alles in een logische volgorde. Je hebt soorten beurten. - dagelijkse beurt. - Tussenbeurt. - Eindbeurt. Met het maken van een planning houd je rekening met : - werk van schoon naar vies. - werk met schonen materialen en gebruik de juiste schoonmaakmiddelen. - Doe eerst de droge werkzaamheden en daarna pa de natte. - Werk van boven na beneden. - Denk aan logisch voorwerk. - Werk per verdieping. - Wissel de verschillende werkzaamheden af. - Doe wat het meest belangrijk is. - Houd rekening met de mensen om je heen. - Maak het gebruikte materiaal schoon en berg het op. Als je klaar bent met schoonmaken voer je een kwaliteitscontrole uit. 8.8 schoonmaakmiddelen kun je in 4 soorten onderverdelen. - reinigingsmiddelen. - Onderhoudsmiddelen. - Desinfecterende middelen. - Oplosmiddelen. Voorschriften op een etiket van een schoonmaak middel geven aan : - waarvoor het middel geschikt is.’ - Hoe je het middel kunt gebruiken. - Hoeveel je nodig hebt. - Hoe je het veilig kunt gebruiken.(nooit 2 middelen mengen.) 8.9 verschillende borstels. - luiwagen. - Plumeau. - Ragebol. Verschillende doeken : - Microvezel doek. De microvezel in de doek is klein en houden vuil vast.weinig reinigingsmiddel nodig. - Werkdoek. Gebruik je om klamvochtig te reinigen.maakt het een beetje nat en knijpt het uit, je vouwt het steeds op zodat je het niet vaak uit hoeft te spoelen. - Dweil. Is gemaakt van katoen en neemt veel vocht op, je kan met een dweil een gladde vloer afnemen i.p.v een dweil kun je ook een mop gebruiken. Stofwisser word ook wel stofwis apparaat genoemd. Het bestaan uit een lange steel met daaronder een wendbare plaat.onder de plaat is een zacht kunststof laagje bevestigd, daarom bevestig je een stofwisdoekje. Je kan er vaak beter stof mee verwijderen dan met een stofzuiger. Sponzen en zemen gebruik je voor het reinigen van glas of kunststof, je moet sponzen en zemen altijd goed uitspoelen. Als je een trap gaat kopen let dan op . - is de trap stevig en stabiel. - Kun je de trap makkelijk uitklappen. - Hoe zwaar of licht is de trap. - Heeft de trap antisliptreden en antislipdoppen. - Kun je de hoogte van de trap aanpassen. - Kun je, jezelf goed vasthouden aan de trap. - Is er een plateau die groot genoeg is om je emmer op te zetten. Hoe moet je met een trap omgaat : - zet de trap altijd stevig en opeen gelijkmatige vloer neer. Dan staat de trap stabiel. - Zet de trap zo neer dat je niet hoeft te buigen of te strekken bij je werk. 8.10 stofzuiger zuigt stof op via een zuigende luchtstroom, de lucht wordt gefilterd en stof komt in de stofzuigerzak of in een reservoir. Na het stoffen kun je het beste luchten. Het meest gebruikte model stofzuiger is een slangstofzuiger (sledestofzuiger). Er is ook een steelstofzuiger, het motordeel en het reservoir aan de stel daardoor is het werk zwaarder., je kunt ook moeilijker in kleine hoekjes komen. Ook is er een klop-veegzuiger, die kloppen het stof uit de vloerbekleding los, daardoor is het makkelijker op te zuigen. Als je het reservoir niet regelmatig leegt komt het stof terug in de lucht.in het ergste geval in de motor. Stofzuigers geven aan wanneer de zak vol is. Er zijn 4 hulpstukken bij een stofzuiger - combinatiemondstuk. - Meubelmondstuk. - Spleetmondstuk - Zuigkwast. Afwasmachine doet zijn werk met 3 middelen. - afwasmiddel – verwijderd vet en andere etensresten. - Glansspoel middel – vlek en streeploos opdrogen van de vaat. - Speciale zout – helpt kalk in leidingwater onschadelijk te maken. Bij het volladen van de machine let je op : - voldoende glansspoel middel en zout aanwezig is. - Verwijder grove etensresten. - Spoel de vuile pannen even voor. Bij het uitladen van de machine : Controleer je de zeef en maak je deze schoon als het nodig is. Controleer je of de sproeiarmgaatjes nog altijd goed open zijn. 9.12 veiligheid controleer je op 3 momenten. - voordat je gaat werken. - Tijdens de werkzaamheden. - Na afloop van de werkzaamheden. Normale hygiëne. - handschoenen gebruiken bij het sorteren van de was. - Werkkleding. - Korthouden van nagels. Ergonomisch werken. - Maak niet te drukke bewegingen. - Is de stofzuigstang voldoende ? - Ga je door je knieën als je ergens onder moet stofzuigen ? - Strek je snel door ? 2 dingen wat ergonomie betreft. - Het is gemakkelijk om klachten te verkomen dan te genezen. - Een verkeerd aangeleerde werkmethode is moeilijk te veranderen. Neem de goede werkhouding dus vanaf het begin aan. Als je aan het schoonmaken bent is het belangrijk om rekening te houden met de mensen om je heen.. Je moet ook rekening houden met de wensen van de cliënt. Goede beroepshouding. - klop of bel voordat je de kamer inkomt. - Groet de mensen als je binnenkomt. - Vertel wat je komt doen. - Wees vriendelijk en belangstellend, maar werk ondertussen wel door. - Houd je aan de opgedragen werkzaamheden.

REACTIES

L.

L.

ik mis 8.6 de nummer ing klopte niet en er staat 9.12 ipv 8.11 dus nogal wat foutjes voorde rest besdankt kus felic

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.