Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

Hoofdstuk 6 en 9

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 2146 woorden
  • 14 november 2007
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
Verzorging Hoofdstuk 6 en 9
Hoofdstuk 6 » Gezondheid

• Paragraaf 1 » Op je gezondheid
Gezond zijn betekent onder andere ook dat je je goed voelt (zowel geestelijk als lichamelijk), je hebt plezier in je leven, je bent actief bezig, je betekent iets voor andere en je bent niet (vaak) ziek. In Nederland wordt de mens steeds ouder doordat:
- Er voor iedereen genoeg te eten is
- Het drinkwater veilig is
- De meeste mensen goede woonruimte hebben
- Er veel mogelijkheden zijn om ziekten te behandelen
- De meeste kinderen ingeënt worden tegen gevaarlijke kinderziekten.
In de derdewereldlanden komt diaree vaak voor bij kinderen, jaarlijks sterven 3,5 miljoen kinderen aan de gevolgen van diaree. De situatie in die landen is te vergelijken met de situatie in Nederland van 100 jaar geleden. Dit heeft invloed op je gezondheid:
- Je eigen lichaam: Zelf heb je invloed op je gezondheid, behalve bij een aangeboren ziekte
- Je leefstijl: Hier gaat het om je eigen gedrag, je gewoonten en je keuzes.
- De omgeving: Waar je woont, de mensen met wie je omgaat en de lucht die je inademt
- De voorzieningen: Dit is iets of iemand waar je naartoe kunt gaan als je hulp nodig hebt
Te veel spanningen, verontreiniging van het milieu en veranderde eetgewoonten zijn belangrijke oorzaken van de gezondheidsproblemen van nu. Deze hebben vaak te maken met het gedrag van de mensen. Stress kan invloed hebben op je gezondheid. Klachten die een gevolg kunnen zijn van spanningen zijn bijvoorbeeld: hoofdpijn, misselijkheid, weinig eetlust, overdreven eetlust, stijve spieren, slapeloosheid, huiduitslag, benauwdheid, gebrekkige concentratie, irritatie, plotselinge huilbuien. Om te zorgen dat stress geen “schade meer kan aanrichten” moet je je ontspannen (sporten, of met iemand praten enz.) Spanningen hoeven niet altijd slecht te zijn (denk maar aan je sollicitatiegesprek etc.) Zonlicht bestaat o.a. uit ultraviolette straling (uv-straling), deze is niet zichtbaar en niet te voelen. Het zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat er vitamine D wordt gevormd, maar het is ook schadelijk voor de huid (verbranden/uitdrogen). Door te veel uv-straling kan ook huidkanker ontstaan. Bescherm jezelf tegen te veel zon:
- Bedek je huid of gebruik een parasol
- Zorg dat je niet verbrandt
- Ga niet tussen 11 en 15 uur zonnen, dan is de uv-straling het grootst
- Gebruik crèmes met een hoge beschermingsfactor
In Nederland hebben we een goede gezondheidszorg met veel voorzieningen, maar deze gezondheidszorg is wel erg duur. De huisarts bewaart alle gegevens over je gezondheidstoestand in een medisch dossier. Alternatieve behandelwijzen zijn anders dan normale behandelwijzen, denk maar aan acupunctuur, acupressuur en homeopathie. Acupunctuur is het “prikken met scherpe naaldjes”. Deze naalden zorgen ervoor dat de storing in de energiestroom weg gaat. Acupressuur is een bepaalde druk met je vingertoppen op bepaalde punten uitoefenen. Bij homeopathie moet je met iemand over verschillende dingen praten, en uit deze gegevens bepaald die persoon dan welke stof de patiënt moet inslikken waardoor het lichaam aangezet wordt zichzelf te genezen.

• Paragraaf 2 » Oorzaken van ziekte
Infectieziekten worden veroorzaakt door virussen, bacteriën of schimmels die in het lichaam komen. Het lichaam reageert op de vermenigvuldiging van deze stoffen in het lichaam, en maakt dan afweerstoffen aan.
Infectieziekte Veroorzaakt door
Griep Virus
Mazelen Virus
Longontsteking Bacterie
Aids Virus
Voedselvergiftiging Bacterie/Schimmel
Zwemmerseczeem Schimmel
Chlamydia Bacterie/Virus
Incubatietijd: de tijd waarin je wel besmet bent, maar nog niet ziek.
Sommige ziekten krijg je maar één keer in je hele leven (denk maar aan een aantal kinderziektes). Dit komt door antistoffen die vroeger zijn aangemaakt en nu nog steeds in je lichaam zitten. Door antistoffen wordt je dus immuun. Je kunt ook immuun worden door een inenting. Dan wordt een verzwakte of dode bacterie in je lichaam gespoten, deze kunnen geen schade meer aanrichten maar je lichaam maakt er wel antistoffen tegen. Bij een verkoudheid is het slijmvlies in de neus en keel ontstoken. Een beetje rustig aandoen en het gaat meestal wel over. Bij een flinke griep is je hele lichaam ziek. Een griep duurt meestal langer dan een verkoudheid. Een virus of bacterie kan vooral toeslaan wanneer je een slechte conditie hebt. Je weerstand is dan minder groot. Pijn geeft aan dat er iets aan de hand is. Het is een waarschuwingssignaal. De tien meest voorkomende oorzaken van hoofdpijn zijn:
- Te weinig slaap
- De veel drank
- Ongesteldheid
- Roken
- Chocolade
- Oude kaas
- Wijn en noten
- Honger
- Felle zon
- Weersveranderingen
- Een verkeerde bril
Medicijnen zijn er in vele vormen zoals poeders, tabletten, capsules, zetpillen, drankjes, zalfjes en druppels. Niet alle medicijnen genezen, sommige medicijnen nemen alleen de pijn weg en niet de oorzaak. Als je een reis naar een ver land maakt, moet je vaak een prikje krijgen of medicijnen slikken zodat je immuun wordt tegen buitenlandse ziekten. Verschillende bijwerkingen van medicijnen zijn bijvoorbeeld: jeuk, je wordt slaperig of je begint minder snel te reageren, je wordt suf en je kunt ook aan medicijnen verslaafd raken. Een transplantatie houdt in dat het hart, de nier, het netvlies en andere organen van iemand anders in jouw lichaam geplaatst worden. Alleen als iemand toestemming heeft gegeven mogen zijn/haar organen en weefsels na het overlijden voor transplantatie worden gebruikt. Je moet hiervoor een registratieformulier invullen. Astma en kleurenblind zijn voorbeelden van erfelijke ziekten. Deze heb je dan al bij je geboorte. Bij een allergie herkent het lichaam een niet schadelijke stof als een schadelijke. Je lichaam maakt dan overbodige anti-stoffen aan. De reactie van je lichaam kan dan heel heftig zijn. Stoffen waarvan bekend is dat ze een allergie veroorzaken zijn:
- Stof
- Voeding
- Verzorgingsproducten
• Paragraaf 3 » Genotmiddelen
Genotmiddelen zijn middelen die je niet echt nodig hebt, maar die je gebruikt omdat je ervan geniet. Je kunt eraan verslaafd raken.
Lichamelijke afhankelijkheid: het lichaam kan niet meer normaal zonder het genotmiddel werken. Je gaat de stof steeds beter verdragen (tolerantie).
Geestelijke afhankelijkheid: Je gaat steeds sterker naar het middel verlangen, dat je je niet meer prettig kunt voelen zonder het middel.
In tabaksrook zitten schadelijke stoffen:
- Nicotine: verslavende stof die het moeilijk maakt om te stoppen met roken. Nicotine versnelt de hartslag en maakt de bloedvaten nauwer.
- Koolmonoxide: dit zorgt ervoor dat je bloed minder zuurstof kan vervoeren naar alle delen van je lichaam. Ook beschadigt het de wanden van de bloedvaten.
- Teer: Dit blijft aan de binnenkant van de longen kleven en het veroorzaakt het “rokershoestje”.
Er zitten ook kankerverwekkende stoffen in de rook van de tabak.
Alcohol komt via het bloed in de hersenen. Deze stof heeft een verdovende werking op de hersenen. Als je veel drinkt, raak je aangeschoten. Je denkt dan dat je meer kunt, maar in werkelijkheid is het juist het omgekeerde. Als je heel veel drinkt wordt je dronken. Alles gaat dan nog slechter. De volgende ochtend wordt je wakker met een kater, soms weet je niet eens meer wat er gebeurd is. Een bijwerking van alcohol is dat je er dikker van word. Drugs hebben invloed op het denken, voelen en waarnemen van de gebruiker. Verdovende middelen: deze verdoven de hersenen. Opwekkende middelen: deze hebben een opwekkend effect. Bewustzijnsveranderende middelen: deze hebben invloed op wat je ziet, hoort of voelt. Softdrugs zijn bijvoorbeeld: hasj en marihuana (wiet). Harddrugs zijn bijvoorbeeld: Cocaïne, LSD, heroïne en XTC.
Onder gokken wordt verstaan ‘het spelen om geld’. De uitkomst staat van te voren nooit vast. Voor advies en informatie over verslavingen en dergelijke kun je de drugsinformatielijn bellen.
Hoofdstuk 9 » Weet wat je eet

• Paragraaf 1 » Het etiket
Op een etiket van een product moet het volgende opstaan:
- Het soort product
- De ingrediënten
- De hoeveelheid product (als er een e achter staat dan betekent het dat er minstens die hoeveelheid inzit).
- De houdbaarheidsdatum
- De gebruiksaanwijzing en/of het bewaarvoorschrift
- De naam en het adres van de fabrikant of verkoper.
Melk bestaat uit:
- Water
- Vet
- Eiwit
- Melksuiker
- Vitamines
- Mineralen
- Bekende en onbekende melksmaakstoffen
- Bacteriën
Men bewerkt voedsel omdat:
- De consument bewerkt voedsel gemakkelijker in gebruik en lekkerder vindt
- De voedingsmiddelenindustrie er dan meer aan verdiend
De kwaliteit van de voedingsmiddelen hang af van verschillende factoren:
- De hoeveelheid ingrediënten
- De soort ingrediënten
- De voedingswaarde
- De versheid
- De kleur, geur en de smaak
- De productiewijze
- De aan- of afwezigheid van schadelijke stoffen
**********Lees bladzijde 207 over ‘chocolade’**********
Een voedingsmiddel met sinaasappel kan op 3 manieren de kleur, geur en smaak van een sinaasappel hebben gekregen:
1. Er zit sinaasappel in het product
2. De kleur- geur- en smaakstoffen van de sinaasappel worden uit de vrucht gehaald en toegevoegd aan het product.
3. De kleur- geur- en smaakstoffen worden helemaal nagemaakt in een chemische fabriek. Er komt dan geen vrucht aan te pas.
Een additief is een toevoeging. Voorbeelden hiervan zijn:
- Kleur-, geur- en smaak stoffen
- Anti-oxidanten
- Stabilisatoren
- Emulgatoren
- Conserveermiddelen
Voedselovergevoeligheid wordt vaak een allergie genoemd. Medisch gezien is dit niet altijd juist. Als je voor een voedingsmiddel allergisch bent, kan je lichaam reageren door:
- Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree
- Loopneus, astma, bronchitis
- Eczeem, jeuk, oedeem (vochtophoping)
Intolerantie is een verzamelnaam voor alle andere abnormale reacties op voedingsmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn: aardbeien, chocolade, melk, varkensvlees en schaal- en schelpdieren. Ook van bepaalde kleurstoffen, conserveermiddelen, smaakversterkers en aromastoffen is het bekend dat ze intolerantie veroorzaken. Bij intolerantie krijg je pas bij grotere hoeveelheden last.

• Paragraaf 2 » Voeding bewaren
Er zijn twee soorten aanduidingen van de houdbaarheidsdatum:
- Op producten die niet zo snel bederven: ten minste houdbaar tot …
- Op producten die wel snel bederven: te gebruiken tot …
Meestal kun je zien of ruiken of een product nog wel goed is, soms kun je dit ook niet dien. Je kunt voedselvergiftiging krijgen door kip, varkensvlees of een rauw ei. Er kunnen op verschillende manieren bacteriën op het vlees komen:
- Door hetzelfde snijplankje te gebruiken
- Door huisdieren
- Door insecten
- Door bacteriën die op je hand zitten
- Door een vies mes, een vieze lepel of een vieze handdoek
Sommige verpakte producten zijn gesteriliseerd, dat betekent dat er geen bacteriën of schimmels in zitten totdat er weer lucht bij komt.

Je kunt bederf van voedingsmiddelen voorkomen als je ervoor zorgt dat:
- Er geen bacteriën en schimmels op terecht komen (hygiëne)
- Eventueel aanwezig bacteriën en schimmels zich niet kunnen vermeerderen (op de juiste manier bewaren).
Bij kruisbesmetting komt een besmet product in contact met een ander product dat daardoor besmet raakt. De kans op een voedselvergiftiging is om een aantal redenen vrij groot geworden:
- De afstand tussen producent en consument is aanzienlijk.
- In voedingsmiddelen worden ingrediënten uit alle delen van de wereld verwerkt
- In veevoer worden ingrediënten uit alle delen van de wereld verwerkt
- Eetgewoonten veranderen
- Op braderieën en Koninginnedagmarkten wordt veel voedsel niet koud genoeg of niet warm genoeg bewaard.
- Veel voedsel wordt thuis te lang en niet koel bewaard.
- De magnetron warmt voedsel snel op.
******Lees blz 217********

• Paragraaf 3 » Kiezen wat je eet
Op landbouwbedrijven wordt heel verschillend gewerkt:
- De soort mest die gebruikt wordt: dierlijke mest, compost of kunstmest
- De manier waarop onkruid en insecten bestreden worden: met de hand, met chemische of met biologische bestrijdingsmiddelen
- De hoeveelheid dieren die gehouden worden
- De inrichting van het bedrijf
- De manier waarop rekening gehouden wordt met het welzijn van dieren
De keuze die de landbouwer maakt heeft gevolgen voor:
- De opbrengst
- De hoeveelheid werk
- De bodem- en waterverontreiniging
- De inkomsten van het bedrijf
- De prijs van het product
- De kwaliteit van het product
Veel voedingsmiddelen worden verpakt verkocht. Dat heeft voordelen:
- De verpakking beschermt tegen licht, lucht, vocht en/of bacteriën.
- Je kunt er info op kwijt
De verpakking heeft ook nadelen:
- Het maken van een verpakking kost grondstoffen, energie en water
- Bij het maken van verpakkingen ontstaan afvalstoffen
- De verpakking zelf wordt afval
Sommige mensen houden bij het kopen van producten rekening met het milieu. Meestal staat op zulke producten een logo, dat betekent dan dat het milieuvriendelijk “gemaakt” is. ******Leer “keurmerken” en “controle” op blz 220******
In de derdewereldlanden worden producten gemaakt onder zeer slechte arbeidsomstandigheden. De producten worden aan o.a. Nederland voor een hele goedkope prijs verkocht. Fair-trade en Max Havelaar zijn keurmerken die garanderen dat de ingrediënten voor een rechtvaardige prijs en tegen rechtvaardige voorwaarden bij kleine boerenbedrijven in Afrika, Azië of Midden- en Zuid-Amerika gekocht zijn. Iedereen hecht waarde aan bepaalde aspecten van voeding. Die waarden kunnen strijdig zijn:
- Je vindt lekker eten bijvoorbeeld belangrijk en houdt vooral veel van vlees. Maar je geeft ook om dieren. Wat doe je? Uit je keuze blijkt welke waarde voor jou het belangrijkste is. Niet altijd ben je je daarvan bewust.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.