Hoofdstuk 7

H7

§1   Aardgas = gasvormige fossiele brandstof, thuis verbrand je aardgas om eten te koken.

Reagens = gebruik je als je een herkenningsreactie uitvoert

Herkenningsreactie = specifieke reactie om een bepaalde stof aan te tonen.

Volledige verbranding = een verbrandingsreactie die verloopt in aanwezigheid van voldoende zuurstof

Onvolledige verbranding = een verbrandingsreactie die verloopt in aanwezigheid van te weinig zuurstof

Als methaan verbrandt ontstaan:

• Koolstofdioxidegas: CO2 (g)
• Waterdamp: H2O (g)
• Veel warmte

Methaangas + zuurstofgas à koolstofdioxidegas + waterdamp (+ warmte)

CH4 (g) + 2 O2 (g) à CO2 (g) + 2 H2O (g)

• Wit kopersulfaat à blauw à in contact met water
• Kleurloost kalkwater à troebel à koolstofdioxidegas doorheen leiden.

§2   Steenkool = vaste fossiele brandstof, wordt gebruikt in elektriciteitscentrales, ijzerbereiding, chemische industrie

Aardolie = vloeibare fossiele brandstof. Grondstof waaruit we brandstoffen maken & veel andere stoffen, bestaat voornamelijk uit koolwaterstoffen.

Koolwaterstoffen = stoffen die alleen bestaan uit elementen: koolstof en waterstof

Zure regen = wordt veroorzaakt door verontreinigen als SO2 NOx in de lucht. Deze gassen reageren met water & zuurstof en bij die reacties ontstaan zuren. Deze zuren komen in opgeloste vorm weer als neerslag op aarde neer.

Cokesfabriek levert:

• Cokes: wordt in hoogovens gebruikt bij bereiding van ijzer
• Gas: dat als brandstof kan dienen
• Teer: waarmee BV asfalt voor de wegenbouw gemaakt kan worden
• Ammoniak en zwavelzuur: voor chemische industrie

§3   Smog = engelse samenvoeging van SMoke & fOG: rook & mist. Treedt op door aanwezigheid van

       vervuilende verbrandingsgassen in de lucht à SO2 NOx & koolwaterstoffen

Versterkte broeikaseffect = doordat er steeds meer koolstofdioxidegas in de atmosfeer komt, geeft de aarde minder makkelijk warmte af aan het heelal, daardoor zal temperatuur stijgen op aarde en het klimaat veranderen

Snelle verbranding = verbrandingsreactie met vuur,rook,hitte,as & brandlucht

Ontbrandingstemperatuur = de temperatuur waarbij een stof gaat branden

Om een brand te blussen moet je minimaal 1 van de voorwaarden voor verbranding wegnemen:

• De brandstof weghalen
• De aanvoer van lucht onmogelijk maken
• De brandende ‘’materialen’ afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur.

§4   Fotosyntheseproces = proces dat in planten plaatsvindt. Planten nemen koolstofdioxidegas & water op

       en maken daaruit zuurstof & glucose. Er is energie nodig à halen planten uit zonlicht.

Langzame verbranding = een verbranding zonder vuurverschijnselen

Biobrandstoffen = van plantaardige oorsprong, zoals plantaardige oliën of (bio)alcohol, die uit rietsuiker gemaakt wordt.

(zonne-energie +) koolstofdioxide + water à glucose + zuurstof

6 CO2 + 6 H2O à C6H12O6 + 6 O2

glucose + zuurstof àkoolstofdioxide + water (+energie)

C6H12O6 + 6 O2 à 6 CO2 + 6 H2O