Hoofdstuk 1

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 453 woorden
  • 2 januari 2016
  • 54 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
54 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Rep Scheikunde Hoofdstuk 1.

Enkele veiligheidsvoorschriften zijn:

  1. Raak stoffen niet met je handen aan
  2. Werk rustig en geconcentreerd en houd je aan de proefvoorschriften
  3. Richt een reageerbuis niet naar jezelf of een ander
  4. Was na afloop je handen

Een stof is iets wat massa heeft. Stofeigenschappen zijn eigenschappen die bij een stof horen. Voorbeelden zijn kleur, smaak, oplosbaarheid, brandbaarheid en fase.

Stoffen bestaan uit moleculen, de kleinste bouwstenen van een stof. Een zuivere stof is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen. Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen die door elkaar zijn gemengd. Op bijvoorbeeld een verpakking kun je ook zien of het een samenstelling is of niet. Een zuivere stof heeft een kook- en een smeltpunt, een mengsel een kook- en smelttraject.

Om van een mengsel een zuivere stof te maken, moet je de stoffen scheiden. Dat kan op drie manieren.

Extraheren is het oplossen van stoffen in een extractiemiddel.Meestal is dat water. Bij zout water lost het water bijvoorbeeld op in het water, maar het zand niet, zodat dat overblijft.

Filteren is het gebruik maken van grootteverschil in deeltjes. Enkele stoffen zullen door de filter passen, andere niet. Deze blijven dus over. De opgeloste zanddeeltjes stromen dus door de filter heen, het zand niet. De zoutoplossing heet het filtraat, het zand het residu.

Indampen is het gebruik maken van verschillende kookpunten. Bij zout water is water eerder verdampt dan het zout, en zal dat dus op de bodem achterblijven. Dan heb je de stof gescheiden.

Een metaal is een stof waar maar één atoomsoort in voorkomt. Het is dus een element.

Moleculen bestaan uit atomen. Deze zijn bedacht door Dalton in 1805. Er zijn ongeveer 110 atoomsoorten bekend. Twee of meer atomen samen vormen een molecuul, en het kan bestaan uit atomen van één soort maar ook van verschillende.

Om atoomsoorten te onderscheiden is het periodiek systeem opgebouwd. Atoomsoorten die in dit systeem onder elkaar staan lijken in eigenschappen sterk op elkaar.

Elementen zijn stoffen waarvan de bouwstenen bestaan uit een atoomsoort. Dus bijvoorbeeld zwavel, koolstof en zuurstof. Verbindingen zijn stoffen waarvan de bouwstenen bestaan uit twee of meer verschillende atoomsoorten. Alcohol en azijn zijn een verbindingen.

Metalen zijn stoffen met maar één atoomsoort. Alle metalen

  1. hebben een glimmend oppervlak
  2. geleiden warmte en elektrische stroom
  3. kunnen vervormd worden
  4. kunnen in gesmolten toestand gemengd worden met andere metalen

Op grond van hoe snel ze reageren met andere stoffen, corrosie, bepalen we wat edele en niet-edele metalen zijn. Zilver, platina en goud zijn de edele metalen, zeer onedele metalen zijn natrium en kalium. Samengestelde metalen zijn dus metalen die samengesmolten zijn. Messing en brons zijn daar een voorbeeld van. 

℃ -> K + 273

K -> ℃ - 273

REACTIES

Guideon

Guideon

Slecht

6 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.