1.1
Mengsel bestaat uit verschillende stoffen
Zuivere stof is één stof, dus geen mengsel
mengen
vaste stof-vloeistof
oplossing->helder
suspensie->troebel
vloeistof-vloeistof
oplossing->helder
emulsie->troebel
emulsie ontmengt snel->emulgator toevoegen
zuivere stof bestaat uit een soort moleculen
mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen
scheiden
vaste stof-vloeistof
indampen (kookpunt)
vloeistof-vloeistof mengbaar (oplossing)
destilleren (kookpunt)
vloeistof-vloeistof niet-mengbaar (emulsie)
bezinken (dichtheid)
filtreren (deeltjesgrootte)
adsorptie->kleine hoeveelheden kleurstof uit een oplossing verwijderen
extractie->bij mengsels van vaste stoffen, lossen op.
uitkristalliseren->zuiveringsmethode voor vaste stof
centrifugeren
rendement= verkregen hoeveelheid stof : totale hoeveelheid vd stof i.h. mengsel x 100%
1.2
scheikundige/chemische reactie->verdwijnen stoffen, ontstaan nieuwe
beginstoffen->reactieproducten
ontleding-> bepaald type scheikundige reactie-> één beginstof – twee of meer reactieproducten
-thermolyse ontleding dmv warmte
-elektrolyse ontleding dmv elektrische stroom
-fotolyse ontleding dmv licht
synthese-> omgekeerde van ontleding->vorming van een gewenste stof uit 2 of meer andere stoffen
synthese van ammoniak uit stikstof en waterstof
verbranden-> reageren met zuurstof -> als een niet-ontleedbare stof reageert met zuurstof ontstaat het oxide van de stof.
koolstof+zuurstof->koolstofdioxide
reagens->stof waarmee je een andere stof aantoont
atoomtheorie van Dalton
a; moleculen zijn opgebouwd uit atomen
b; atomen zijn ondeelbaar
c; als moleculen van een stof zijn opgebouwd uit een soort atomen is de stof een niet-ontleedbare stof
d; als moleculen van een stof zijn opgebouwd uit verschillende atomen is de stof een ontleedbare stof
niet-ontleedbare stoffen-> elementen (atoomsoort & niet-ontleedbare stof)
ontleedbare stoffen-> verbindingen
lood -> plumbum (Pb)
ijzer -> ferrum (Fe)
goud -> aurum (Au)
koper -> cuprum (Cu)
kwik -> hydrargyrum (Hg)
zilver -> argentum (Ag)
zwavel -> sulfur (S)
water: H2O
helium: He
suiker: C12H22O11
glucose: C6H12O6
zuurstof: O2
koolstof: C
koolstofdioxide: CO2
stikstof: N2
waterstof: H2
(s) solid; vast
(l) liquid; vloeibaar
(g) gaseous; gasvormig
(aq) aqua; opgelost in water
reactievergelijkingen
1.
koolstof+zuurstof->koolstofdioxide
C(s)+O2(g)-> CO2(g)
2.
synthese ammoniak
stikstof+waterstof ->ammoniak
N2+H2-> NH3 2x N 2x H -> 1x N 3x H
N2+H2 -> 2 NH3 2x N 2x H -> 2x N 6x H
N2+3H2->2 NH3 2x N 3x H -> 2x N 6x H
3.
verbranding methaan (CH4) ontstaan de oxiden van koolstof en van waterstof
methaan+zuurstof -> koolstofdioxide + water
CH4+O2 -> CO2+H2O 1xC 4xH 2xO -> 1xC 3xO 2xH
CH4+O2 -> CO2+2H2O 1xC 4xH 2xO -> 1xC 4xO 4xH
CH4+2O2 -> CO2+2H2O 1xC 4xH 4xO -> 1xC 4xO 4xH
4.
verbranding ethaan C2H6, ontstaan koolstofdioxide en water
ethaan + zuurstof -> koolstofdioxide + water
C2H6 + O2 -> CO2 + H2O 2xC 6xH 2xO -> 1xC 3xO 2xH
C2H6 + O2 -> 2CO2 + H2O 2xC 6xH 2xO -> 2xC 4xO 2xH
C2H6 + 2O2 -> 2CO2 + H2O 2xC 6xH 4xO -> 2xC 4xO 2xH
C2H6 + 2O2 -> 2CO2 + 3H2O 2xC 6xH 4xO -> 2xC 7xO 6xH
C2H6 + 3,5O2 -> 2CO2 + 3H2O 2xC 6xH 7xO -> 2xC 7xO 6xH
2C2H6 + 7O2 -> 4CO2 + 6H2O 2xC 6xH 7xO -> 2xC 7xO 6xH
1.3
mengen, scheiden, scheikundige reacties
wet v. behoud van massa -> totale massa vd stoffen voor het proces is gelijk aan de massa vd stoffen na het proces
reacties
wet v. elementbehoud ->de massa v.e. element voor het proces is gelijk aan de massa v. dat element na het proces
reacties
wet v. behoud v energie -> de totale energie voor een proces is gelijk aan de energie na het proces
bij het verbreken van bindingen is energie nodig, terwijl er bij het ontstaan van nieuwe bindingen energie vrijkomt.
exotherme reactie -> reactie waarbij energie uit de stoffen vrijkomt
endotherme reactie -> reactie waarbij energie in de stoffen word opgeslagen
fotosynthese -> koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
1.4
significante cijfers-> cijfers die betekenis hebben
1km->10hm->100dam->1000m->10.000dm->100.000cm->1.000.000mm
1.5
hoe zwaar (massa), hoe groot (volume,inhoud), hoeveel (aantal)
massa->materie
volume->hoeveel ruimte de stof inneemt
dichtheid = massa:volume
P=M:V
1.6
massapercentage=massa deel:massa geheel x 100%
volumepercentage=volume deel:volume geheel x 100%
massa-ppm=massa deel:massa geheel x 10^6
volume-ppm=volume deel:volume geheel x 10^6
kg-hg-dec.gram-gram-decigram-centigram-milligram
Kiloliter- Hectoliter- Decaliter-Liter-deciliter-centiliter-milliliter
1.7
mate waarin een stof giftig is -> toxiciteit
acute vergiftiging-> plotseling en gevolgen verlopen snel
chronische vergiftiging -> verloopt langzaam en slepend
Hb neemt in de longen zuurstof op en geeft het af aan cellen
Hb+O2->HbO2
koolstofmonooxide CO hecht zich aan Hb op dezelfde plaats als zuurstof.
MAC-waarde -> maximaal aanvaardbare concentratie
ADI -> aanvaardbare dagelijkse inname
problemen bij toxicologisch onderzoek
*proefdieren reageren niet hetzelfde als mensen
*bij sommige stoffen is het ‘no toxic effect level’ niet vast te stellen.
mutagene stoffen-> stoffen die in het lichaam een verandering in het DNA teweegbrengen
carcinogene stoffen -> stoffen die kanker verwekken
Mengsel bestaat uit verschillende stoffen
Zuivere stof is één stof, dus geen mengsel
mengen
vaste stof-vloeistof
oplossing->helder
suspensie->troebel
vloeistof-vloeistof
oplossing->helder
emulsie->troebel
emulsie ontmengt snel->emulgator toevoegen
zuivere stof bestaat uit een soort moleculen
mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen
scheiden
vaste stof-vloeistof
indampen (kookpunt)
vloeistof-vloeistof mengbaar (oplossing)
destilleren (kookpunt)
bezinken (dichtheid)
filtreren (deeltjesgrootte)
adsorptie->kleine hoeveelheden kleurstof uit een oplossing verwijderen
extractie->bij mengsels van vaste stoffen, lossen op.
uitkristalliseren->zuiveringsmethode voor vaste stof
centrifugeren
rendement= verkregen hoeveelheid stof : totale hoeveelheid vd stof i.h. mengsel x 100%
1.2
scheikundige/chemische reactie->verdwijnen stoffen, ontstaan nieuwe
beginstoffen->reactieproducten
ontleding-> bepaald type scheikundige reactie-> één beginstof – twee of meer reactieproducten
-thermolyse ontleding dmv warmte
-elektrolyse ontleding dmv elektrische stroom
-fotolyse ontleding dmv licht
synthese-> omgekeerde van ontleding->vorming van een gewenste stof uit 2 of meer andere stoffen
synthese van ammoniak uit stikstof en waterstof
koolstof+zuurstof->koolstofdioxide
reagens->stof waarmee je een andere stof aantoont
atoomtheorie van Dalton
a; moleculen zijn opgebouwd uit atomen
b; atomen zijn ondeelbaar
c; als moleculen van een stof zijn opgebouwd uit een soort atomen is de stof een niet-ontleedbare stof
d; als moleculen van een stof zijn opgebouwd uit verschillende atomen is de stof een ontleedbare stof
niet-ontleedbare stoffen-> elementen (atoomsoort & niet-ontleedbare stof)
ontleedbare stoffen-> verbindingen
lood -> plumbum (Pb)
ijzer -> ferrum (Fe)
goud -> aurum (Au)
koper -> cuprum (Cu)
kwik -> hydrargyrum (Hg)
zilver -> argentum (Ag)
zwavel -> sulfur (S)
water: H2O
helium: He
suiker: C12H22O11
glucose: C6H12O6
zuurstof: O2
koolstofdioxide: CO2
stikstof: N2
waterstof: H2
(s) solid; vast
(l) liquid; vloeibaar
(g) gaseous; gasvormig
(aq) aqua; opgelost in water
reactievergelijkingen
1.
koolstof+zuurstof->koolstofdioxide
C(s)+O2(g)-> CO2(g)
2.
synthese ammoniak
stikstof+waterstof ->ammoniak
N2+H2-> NH3 2x N 2x H -> 1x N 3x H
N2+H2 -> 2 NH3 2x N 2x H -> 2x N 6x H
N2+3H2->2 NH3 2x N 3x H -> 2x N 6x H
3.
verbranding methaan (CH4) ontstaan de oxiden van koolstof en van waterstof
methaan+zuurstof -> koolstofdioxide + water
CH4+O2 -> CO2+H2O 1xC 4xH 2xO -> 1xC 3xO 2xH
CH4+O2 -> CO2+2H2O 1xC 4xH 2xO -> 1xC 4xO 4xH
4.
verbranding ethaan C2H6, ontstaan koolstofdioxide en water
ethaan + zuurstof -> koolstofdioxide + water
C2H6 + O2 -> CO2 + H2O 2xC 6xH 2xO -> 1xC 3xO 2xH
C2H6 + O2 -> 2CO2 + H2O 2xC 6xH 2xO -> 2xC 4xO 2xH
C2H6 + 2O2 -> 2CO2 + H2O 2xC 6xH 4xO -> 2xC 4xO 2xH
C2H6 + 2O2 -> 2CO2 + 3H2O 2xC 6xH 4xO -> 2xC 7xO 6xH
C2H6 + 3,5O2 -> 2CO2 + 3H2O 2xC 6xH 7xO -> 2xC 7xO 6xH
2C2H6 + 7O2 -> 4CO2 + 6H2O 2xC 6xH 7xO -> 2xC 7xO 6xH
1.3
mengen, scheiden, scheikundige reacties
wet v. behoud van massa -> totale massa vd stoffen voor het proces is gelijk aan de massa vd stoffen na het proces
reacties
wet v. elementbehoud ->de massa v.e. element voor het proces is gelijk aan de massa v. dat element na het proces
reacties
bij het verbreken van bindingen is energie nodig, terwijl er bij het ontstaan van nieuwe bindingen energie vrijkomt.
exotherme reactie -> reactie waarbij energie uit de stoffen vrijkomt
endotherme reactie -> reactie waarbij energie in de stoffen word opgeslagen
fotosynthese -> koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
1.4
significante cijfers-> cijfers die betekenis hebben
1km->10hm->100dam->1000m->10.000dm->100.000cm->1.000.000mm
1.5
hoe zwaar (massa), hoe groot (volume,inhoud), hoeveel (aantal)
massa->materie
volume->hoeveel ruimte de stof inneemt
dichtheid = massa:volume
P=M:V
1.6
massapercentage=massa deel:massa geheel x 100%
volumepercentage=volume deel:volume geheel x 100%
massa-ppm=massa deel:massa geheel x 10^6
volume-ppm=volume deel:volume geheel x 10^6
kg-hg-dec.gram-gram-decigram-centigram-milligram
Kiloliter- Hectoliter- Decaliter-Liter-deciliter-centiliter-milliliter
1.7
mate waarin een stof giftig is -> toxiciteit
acute vergiftiging-> plotseling en gevolgen verlopen snel
chronische vergiftiging -> verloopt langzaam en slepend
Hb neemt in de longen zuurstof op en geeft het af aan cellen
Hb+O2->HbO2
koolstofmonooxide CO hecht zich aan Hb op dezelfde plaats als zuurstof.
MAC-waarde -> maximaal aanvaardbare concentratie
ADI -> aanvaardbare dagelijkse inname
problemen bij toxicologisch onderzoek
*proefdieren reageren niet hetzelfde als mensen
*bij sommige stoffen is het ‘no toxic effect level’ niet vast te stellen.
mutagene stoffen-> stoffen die in het lichaam een verandering in het DNA teweegbrengen
carcinogene stoffen -> stoffen die kanker verwekken
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden