Verboden te zoenen door Gonneke Huizing

Verboden te zoenen (samenvatting)

Het boek gaat over Berber die verliefd is op haar nieuwe Nederlands leraar. Berber is 16 en Djanno (haar leraar) is 24. Berber vindt hem leuk en vindt het leeftijdsverschil niet heel groot. Maandag heeft ze het eerste uur Nederlands, Djanno vraagt hoe de hockeytraining ging en ze moet huilen. Djanno neemt haar mee de gang op en Berber vertelt dat ze uit de selectie is gezet, omdat ze de laatste tijd haar hoofd er niet meer zo goed bij kan houden en omdat haar broertje, Boy, elke nacht huilt. Hij troost haar en ze voelt zich al wat beter.
Dan later wil ze hem opzoeken en gaat naar zijn huis. Na veel aarzelen loopt ze toch door de voordeur die hij open heeft laten staan. Ze loopt de trap op, maar als ze op de hal staat, vindt ze het toch wel een dom idee. Ze gaat weer terug, maar de deur gaat net open en krijgt de deur tegen haar neus. Djanno’s huisgenoot (Paul) neemt haar mee naar boven voor een natte doek erop en Djanno kijkt verbaasd op. Berber ziet een grote kast met heel veel boeken die netjes op alfabetische volgorde gerangschikt staan. Dat is natuurlijk omdat hij zoveel van lezen houdt. Op een gegeven moment is Paul weg, en zijn Berber en Djanno aan de praat geraakt. En dan begint Berber hem te zoenen en hij zoent terug. Dan duwt hij haar weg en zegt dat het niet mag omdat hij haar leraar is en het leeftijdsverschil te groot is.
Berber wordt ook leerlingenmentor, dat houdt in dat zij ook een soort mentor is van de brugklassers, aan wie ze alles kwijt kunnen.
Dan gaan de leerlingenmentoren met de gewone mentoren en de brugklassers op kamp. Op een avond gaan Berber en Djanno het bos in en zoenen ze weer en ze gaan wat verder. Eigenlijk wil Berber niet. Door het horen van een gil gaan ze terug en zien ze dat een van de meiden haar voet heeft gebroken. Djanno gaat met het meisje naar de eerste hulp en Berber gaat slapen. De volgende dag biedt Djanno zijn excuses aan en zegt dat zij zich als het ware ‘aanbood’. Berber wordt heel kwaad en als ze weer thuis zijn koopt ze zes goedkope boeken die ze helemaal kapot maakt, dan gaat ze op een schooldag naar Djanno’s huis en verzint een smoesje tegen Paul zodat ze Djanno’s kamer in komt. Daar verspreidt ze alle boeken door de kamer heen en zet de zes kapotte boeken in de kast. Verder schrijft ze met rode lippenstift op de witte muur: ‘Ze boden zich als het ware aan’. De dag daarna is Djanno vertrokken van school, voor een andere baan. En als Berber thuis is heeft ze een pakketje bij de post. De zes boeken zitten erin en een briefje met excuses van Djanno.