Poëzie
Poëzie:
- rijm en metrum(maat) spelen grote rol
- veel soorten van herhaling komt voor (woorden,regels,refreinen)
- versregels,meer wit, maat, regels lopen niet tot aan de rechterkant
- meer mogelijkheden om woorden of zinsdelen er extra uit te laten komen, achter of vooraan in versregel zetten, te laten rijmen, metrisch benadrukken, herhalen.
- Geneigd langzaam te lezen
- Gemiddelde tekst korter -> beroep doen op aandacht en nauwkeurigheid vd lezer.
Proza:
- rijm en metrum spelen geen rol
- wordt sneller gelezen
- gemiddelde tekst langer (boek)
- helemaal volgeschreven, niet veel wit, fictie
Epiek: verhalen met een plot, personages en allerlei ontwikkelingen
Lyriek: beschrijven van gevoelens, stemming,beeld of inzicht. Blance verse: gedichten die niet rijmen
Eindrijm: herhaling van de klank aan het einde van de regel. Rijm: plaats; waar het in de regel staat : eindrijm, middenrijm,beginrijm
Als je rijm ordent op klank kun je die onderscheiden in: - volrijm: de rijmende woorden inclusief de beklemtoonde klinker eindigen hetzelfde. - Alliteratie /beginrijm: verschillende woorden binnen een zin hebben eenzelfde medeklinker aan het begin. ( heerlijk helder heineken) - Rime riche: de rijmende klanken zijn gelijk - Staand rijm: de laatste,beklemtoonde lettergreep rijmt. - Slepende rijm: de beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door 1 onbeklemtoonde. - Glijdend rijm: de beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door 1 onbeklemtoonde. Rijmschema’s: Gepaard rijm : a a b b c c
Omarmend rijm: a b b a c d d c
Gekruist rijm: a b a b c d c d
Slagrijm: a a a a a a
Gebroken rijm: a b c b d e f e
Metrum: de regelmatige afwisseling, volgens een vast patroon, van beklemtoonde en minder beklemtoonde klanken
Scanderen: regelmaat aangeven door middel van versvoeten die we tussen staande streepjes zetten, beklemtoond met een liggend streepje, beklemtoond met boogje. Soorten metrum: - jambe: afwisselend zwak- sterk - trochee : afwisselend sterk – zwak - anapest: zwak- zwak -sterk
Enjambement: als een versregel wordt af gebroken op een plaats waar geen natuurlijke pauze in de zin is. Effecten van enjambement: - meer aandacht voor de woorden waarbij het enjambement optreedt - een aardelender ritme - een minder eentonig ritme - opvoeren van spanning
We onderscheiden strofen naar het aantal versregels:
2 regels: distichon
3 r : terzine of terzet
4 r : kwatrijn
5 r: kwintijn of quinter
6 r : sextet
7 r : septet
8 r: octaaf
Oosterse kwatrijn: 4 regels met vast rijmschema: aaba. Het bevat vaak een levenswijsheid. Sonnet: 14 versregels. Italiaanse sonnet: verdeeld in 2 kwatrijnen of 1 octaaf gevolgd door 2 terzinen of 1 sextet * tussen octaaf en sextet bestaat een tegenstelling;’algemeen –bijzonder/persoonlijk, oorzaak-gevolg, optimistisch – pessimistisch, dag - nacht, Ronddeel: gedicht van 9,12 of 13 regels. Het is gebouwd op 2 rijmklanken en 1 versregel wordt er in herhaald. Chute = wending = volta
Beeldspraak: ontstaat als er een verbinding wordt gelegd tussen 2 zaken
Beeldspraak op basis van overeenkomst:
1) vergelijking met als
2) vergelijking zonder verbindingswoord
3) metafoor
4) personificatie
beeldspraak kun je onderscheiden in: - iets wat beschreven moet worden - een verbindingswoord: als, van - een beeld
Beeldspraak opb een ander verband - metonymia: gaat niet om de overeenkomst maar om een ander verband tussen het te benoemen gegeven en het beeld. 2 gevallen van metonymie: 1) pers pro toto: een deel als aanduiding van een geheel
2) totum pro parte: een geheel als aanduiding van een deel
Allegorie: als het hele gedicht of verhaal beeld is. Stijlfiguren: afwijkingen van gangbaar taalgebruik, ze hebben vaak het effect extra aandacht te vestigen op de woord, zinnen of zinsdelen die erbij betrokken zijn
Voorkomende stijlfiguren: Inversie: omkering. In hoofdzinnen is de grammaticale volgorde van de zinsdelen: ond-pv – rest
Voorop plaatsing: een wordt of zinsdeel wordt aan het begin van de zin apart genoemd, en met een verwijswoord in het vervolg van de zin herhaald. Herhaling: een word of zinsdeel wordt ongewijzigd herhaald. Parallellisme: een aantal opeenvolgende zinnen verloopt op dezelfde wijze, het zinspatroon wordt herhaald. Opsomming: een aantal woorden of zinsdelen achterelkaar hebben dezelfde grammaticale functie
Retorische vraag: heeft de vorm van een vraag maar is bedoeld als een mededeling
Hyperbool: overdrijving , veel gehanteerd door humoristen
Climax: kracht neemt toe., anti-climax: kracht neemt af. (ook voor een wending in het verhaal, die niet hooggespannen verwachtingen beantwoordt)
Lyriek: beschrijven van gevoelens, stemming,beeld of inzicht. Blance verse: gedichten die niet rijmen
Eindrijm: herhaling van de klank aan het einde van de regel. Rijm: plaats; waar het in de regel staat : eindrijm, middenrijm,beginrijm
Als je rijm ordent op klank kun je die onderscheiden in: - volrijm: de rijmende woorden inclusief de beklemtoonde klinker eindigen hetzelfde. - Alliteratie /beginrijm: verschillende woorden binnen een zin hebben eenzelfde medeklinker aan het begin. ( heerlijk helder heineken) - Rime riche: de rijmende klanken zijn gelijk - Staand rijm: de laatste,beklemtoonde lettergreep rijmt. - Slepende rijm: de beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door 1 onbeklemtoonde. - Glijdend rijm: de beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door 1 onbeklemtoonde. Rijmschema’s: Gepaard rijm : a a b b c c
Omarmend rijm: a b b a c d d c
Gekruist rijm: a b a b c d c d
Slagrijm: a a a a a a
Gebroken rijm: a b c b d e f e
Metrum: de regelmatige afwisseling, volgens een vast patroon, van beklemtoonde en minder beklemtoonde klanken
Scanderen: regelmaat aangeven door middel van versvoeten die we tussen staande streepjes zetten, beklemtoond met een liggend streepje, beklemtoond met boogje. Soorten metrum: - jambe: afwisselend zwak- sterk - trochee : afwisselend sterk – zwak - anapest: zwak- zwak -sterk
Enjambement: als een versregel wordt af gebroken op een plaats waar geen natuurlijke pauze in de zin is. Effecten van enjambement: - meer aandacht voor de woorden waarbij het enjambement optreedt - een aardelender ritme - een minder eentonig ritme - opvoeren van spanning
3 r : terzine of terzet
4 r : kwatrijn
5 r: kwintijn of quinter
6 r : sextet
7 r : septet
8 r: octaaf
Oosterse kwatrijn: 4 regels met vast rijmschema: aaba. Het bevat vaak een levenswijsheid. Sonnet: 14 versregels. Italiaanse sonnet: verdeeld in 2 kwatrijnen of 1 octaaf gevolgd door 2 terzinen of 1 sextet * tussen octaaf en sextet bestaat een tegenstelling;’algemeen –bijzonder/persoonlijk, oorzaak-gevolg, optimistisch – pessimistisch, dag - nacht, Ronddeel: gedicht van 9,12 of 13 regels. Het is gebouwd op 2 rijmklanken en 1 versregel wordt er in herhaald. Chute = wending = volta
Beeldspraak: ontstaat als er een verbinding wordt gelegd tussen 2 zaken
2) vergelijking zonder verbindingswoord
3) metafoor
4) personificatie
beeldspraak kun je onderscheiden in: - iets wat beschreven moet worden - een verbindingswoord: als, van - een beeld
Beeldspraak opb een ander verband - metonymia: gaat niet om de overeenkomst maar om een ander verband tussen het te benoemen gegeven en het beeld. 2 gevallen van metonymie: 1) pers pro toto: een deel als aanduiding van een geheel
2) totum pro parte: een geheel als aanduiding van een deel
Allegorie: als het hele gedicht of verhaal beeld is. Stijlfiguren: afwijkingen van gangbaar taalgebruik, ze hebben vaak het effect extra aandacht te vestigen op de woord, zinnen of zinsdelen die erbij betrokken zijn
Voorkomende stijlfiguren: Inversie: omkering. In hoofdzinnen is de grammaticale volgorde van de zinsdelen: ond-pv – rest
Voorop plaatsing: een wordt of zinsdeel wordt aan het begin van de zin apart genoemd, en met een verwijswoord in het vervolg van de zin herhaald. Herhaling: een word of zinsdeel wordt ongewijzigd herhaald. Parallellisme: een aantal opeenvolgende zinnen verloopt op dezelfde wijze, het zinspatroon wordt herhaald. Opsomming: een aantal woorden of zinsdelen achterelkaar hebben dezelfde grammaticale functie
Retorische vraag: heeft de vorm van een vraag maar is bedoeld als een mededeling
Climax: kracht neemt toe., anti-climax: kracht neemt af. (ook voor een wending in het verhaal, die niet hooggespannen verwachtingen beantwoordt)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden