In het verhaal gaat het over 5 hoofdpersonen - Klaas en kees: de 2 oudste broers en tweeling - Gerson: de 3 jaar jongere broer die later blind word - Gerard: de vader - Daan: de Foxterriër De 3 broers spelen vaak hun zelfbedachte spel: ‘’zwart’’ Hierbij moet je met je ogen dicht zo snel mogelijk een van tevoren afgesproken doel bereiken. Het gezin heeft 2 auto’s; een kleine groene en een blauwe glanzende. Op een dag is de moeder (Marianne) weggereden met de Blauwe glanzende. Nu hebben ze alleen de kleine groene. Gerard is erg gek op deze wagen. Op een dag rijden ze met z’n vieren naar oma toe, ze rijden langs perenbomen en discussiëren over de kleur van de bloesem. Vervolgens komt bij een kruising een auto van rechts en Gerard ziet hem niet aankomen. Gerson is er het ergst aan toe, letterlijk word gezegd: ‘’de auto zit in Gerson’’. Gerard heeft glassplinters in zijn hoofd en hals, Kees heeft zijn arm gebroken, en Klaas heeft alleen maar last van een stijve nek. Zowel Klaas, Kees, en Gerard zijn kort na hun operatie aanspreekbaar behalve Gerson; hij ligt in coma. De verpleger Harald verteld Klaas en Kees uiteindelijk dat ze tegen hem moeten praten. Dit hoort Gerson allemaal, maar hij word er niet wakker van. Uiteindelijk nemen ze Daan mee naar het ziekenhuis en als Daan over Gerson heen loopt word hij eindelijk wakker. Gerson kan zijn blindheid slecht aanvaarden en is erg ongelukkig. Hij heeft het alsmaar druk in zijn hoofd en kan geen rust vinden. Eén keer gaat Gerson nog zwart spelen, hierbij valt hij in de sloot. Maar op de 1 of andere manier vind Gerson het wel fijn om daar zo te liggen. Op een dag zijn Gerson, Gerard, Kees en Klaas weer bij oma en opa. Het onweert hard, toch wil Gerson een rondje om het meer wandelen. Het verhaal is verteld vanuit Daan en Daan ziet zijn baasje kopje onder gaan en niet meer boven komen… Na Gerson’s dood besluit Gerard om Marianne te gaan zoeken.