Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

NE: Woordenschat: Stijlfiguren

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 308 woorden
  • 24 maart 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 10
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Stijlfiguren – taalgebruik waarbij je gevoel legt in woorden, door te overdijven, afzwakken of een verzachten

Beeldspraak – figuurlijke taalgebruik om tekst mooier, krachtiger of duidelijker te maken
‘’die stijve hark kan nog geen koprol maken’’

Stijlfouten – als je dingen onnodig herhaald
‘’APK Keuring – Algemenen Periodieke Keuring’’

Vergelijking – vergelijkt beeld met object
‘’Maria (o) lijkt wel een prinses (b)

Spreekwoorden meestal vergelijking:
‘’als de kat (o) van huis is dansen de muizen (b) op tafel

Werkwoorden kunnen ook een vergelijking zijn:
‘’de overheid (o) gaat snoeien in de uitgaven

Metafoor – een vergelijking zonder object meer
‘’de prinses (b) van de klas’’

Personificatie – je geeft een levenloos ding persoonlijke eigenschappen
‘’de zon streelde onze wangen’’

Metonymie – bijzonder verband tussen beeld en object

  • Deel in plaats van geheel
    ‘’Even de neuzen tellen’’
  • Geheel in plaats van deel
    ‘’Nederland heeft gewonnen’’
  • Producent
    ‘’Een Apple is fijner dan Samsung’’
  • Eigenschap
    ‘’Hé lange!’’
  • Materiaal
    ‘’Hij won zilver’’
  • Voorwerp
    ‘’Mag ik nog een kopje?’’
  • Aardrijkskundige naam
    ‘’Ik eet het liefs Edammer’’

Hyperbool – als je iets overdrijft:
‘’Hij barst van het geld’’

Understatement – als je iets onderdrijft:
‘’Mijn 10 voor geschiedenis is niet zo slecht’’

Eufemisme – als je iets minder hard laat overkomen
‘’Wij hebben onze hond laten inslapen’’

Tautologie – als je dezelfde soort woorden herhaald:
‘’Haastig liep ik snel naar het vliegtuig’’

Pleanasme – als je een eigenschap of zaak herhaald:
‘’Een houten boomstam’’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.