Stijlfiguren – taalgebruik waarbij je gevoel legt in woorden, door te overdijven, afzwakken of een verzachten
Beeldspraak – figuurlijke taalgebruik om tekst mooier, krachtiger of duidelijker te maken
‘’die stijve hark kan nog geen koprol maken’’
Stijlfouten – als je dingen onnodig herhaald
‘’APK Keuring – Algemenen Periodieke Keuring’’
Vergelijking – vergelijkt beeld met object
‘’Maria (o) lijkt wel een prinses (b)
Spreekwoorden meestal vergelijking:
‘’als de kat (o) van huis is dansen de muizen (b) op tafel
Werkwoorden kunnen ook een vergelijking zijn:
‘’de overheid (o) gaat snoeien in de uitgaven
Metafoor – een vergelijking zonder object meer
‘’de prinses (b) van de klas’’
Personificatie – je geeft een levenloos ding persoonlijke eigenschappen
‘’de zon streelde onze wangen’’
Metonymie – bijzonder verband tussen beeld en object
- Deel in plaats van geheel
‘’Even de neuzen tellen’’ - Geheel in plaats van deel
‘’Nederland heeft gewonnen’’ - Producent
‘’Een Apple is fijner dan Samsung’’ - Eigenschap
‘’Hé lange!’’ - Materiaal
‘’Hij won zilver’’ - Voorwerp
‘’Mag ik nog een kopje?’’ - Aardrijkskundige naam
‘’Ik eet het liefs Edammer’’
Hyperbool – als je iets overdrijft:
‘’Hij barst van het geld’’
Understatement – als je iets onderdrijft:
‘’Mijn 10 voor geschiedenis is niet zo slecht’’
Eufemisme – als je iets minder hard laat overkomen
‘’Wij hebben onze hond laten inslapen’’
Tautologie – als je dezelfde soort woorden herhaald:
‘’Haastig liep ik snel naar het vliegtuig’’
Pleanasme – als je een eigenschap of zaak herhaald:
‘’Een houten boomstam’’
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden