Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Lezen en Argumenteren

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 435 woorden
  • 13 januari 2012
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 5
9 keer beoordeeld

Samenvatting lezen

Betrouwbaarheid
Letten op:
1. Auteur (Autoriteit op gebied of niet)
2. Publicatieplaats (publiek)
3. Actualiteit (Recentelijkheid, zijn er nieuwe feiten?)
4. Gebruikte bronnen (alles van dit rijtje)
5. Objectiviteit bij beschouwingen (is het niet eenzijdig?)
6. Correctheid argumenten bij betogen (Expliciet, weerleggen, standpunt)

Tekstsoorten
•    Uiteenzetting – bepaald onderwerp objectief uitwerken, alleen informeren
•    Beschouwing – lezer mogelijkheid geven tot nadenken, voor- en nadelen, verschillende meningen geven (Dus niet argumenten weerleggen!)

•    Betoog – overtuigen en activeren, standpunt en argumentatie

Bepaling mengvorm
1. Hoofdgedachte bepalen voor hoofdvorm.
2. Middelen om hoofdgedachte te ondersteunen, let op de functie!

Samenvatting argumenteren

Verzwegen argumenten
Deze formuleer je door als (argument), dan (standpunt). Altijd aanvallen op het niet feitelijke deel.

Drie types verzwegen argumenten
•    Gebaseerd op kenmerken (let op, kan lijken op oorzaak/gevolg!) Kritische vraag: Bestaan er geen gevallen zonder (kenmerk)?
•    Gebaseerd op vergelijking. Kritisch: belangrijke verschillen noemen
•    Gebaseerd op oorzaak/gevolg relatie. Kritisch: Leidt (oorzaak) automatisch tot (gevolg)? Kan (gevolg) niet op een andere manier bereikt worden?

Drogredenen
•    Beroep op autoriteit (iemand met aanzien, mening meerderheid). Aangehaalde persoon wel een autoriteit op dat gebied? Heeft deze autoriteit er zelf belang bij?

•    Beroep op traditie (altijd al zo gegaan) Tegen verzwegen argument richten.
•    Persoonlijke aanval (niet inhoudelijk, vaak verleden, uiterlijk, omgeving etc.) Tegen verzwegen argument richten.
•    Cirkelredenering (mening en argument zijn inhoudelijk hetzelfde) Erop wijzen dat argument en standpunt/mening gelijk zijn.
•    Verschuiven van bewijslast (zelf geen argument geven) Ik hoef daarvoor geen argument te geven, geef jij er maar 1 waarom jij gelijk hebt!
•    De ander woorden in de mond leggen (uitspraak verdraaien) Ik vind (mening) inderdaad, maar dat zegt toch niks over (verkeerd associatie)?
•    Jij ook-argument (2 verschillende dingen door mensen gelijkstellen) Wat heeft dat er nou mee te maken?
•    Onjuist oorzakelijk verband (geen echte oorzaak) Leidt (oorzaak) echt tot (gevolg)? Wordt (gevolg) niet (ook) veroorzaakt door iets anders?
•    Verkeerde vergelijking (2 verschillende dingen vergelijkbaar maken) Erop wijzen dat er te grote verschillen zijn
•    Overhaaste generalisatie (te weinig waarnemingen maar wel algemene conclusie) Een/enkele gevallen zeggen niets over alle gevallen.
•    Voorkomen afwijkende mening (geen argumenten, standpunt ontmoedigend geformuleerd) Of het inderdaad zo is, of niemand eraan twijfelt.
•    Stok achter de deur (chantage, dreigen) Vervelend genoeg het gevolg? Dan akkoord.


Argumenten beoordelen
Drie soorten vragen:
1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
2. Is de argumentatie volledig? Niet belangrijke argumenten weggelaten/niet weerlegd/niet genoemd?
3. Is de argumentatie betrouwbaar? Is de schrijver/spreker betrouwbaar en heeft hij zelf nog belangen bij het onderwerp?
Bij niet-feitelijk: Is het aannemelijk?
Bij feitelijk: controleren

Let op! Verzwegen argument apart beoordelen!
Bij foutief argument moet je opletten waar in de argumentatiestructuur (blokjesschema) het staat. Bij enkelvoudig is gelijk de hele argumentatie slecht, hetzelfde voor onderschikkend of nevenschikkend. Bij meervoudig blijft de argumentatie nog overeind.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.