Hoofdstuk 9

Beoordeling 9.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1784 woorden
  • 13 januari 2015
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 9.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Historische achtergrond

1875-1914: ontstaan moderne Europa, Fin de Siècle

  • Afsluitende periode waarin de kiemen van een nieuwe periode aanwezig zijn

Vanaf 1875 in Europa: agrarische samenlevingen worden industriestaten

  • Daarnaast ontstonden de stromingen liberalisme, confessionalisme, socialisme

Techniek werd belangrijk vanaf de 19e eeuw door een aantal uitvindingen:

  • 1875 – Telefoon door Bell
  • 1879 – Gloeilamp door Edison
  • 1883 – Benzinemotor door Daimler
  • 1895 – Draadloze telegrafie door Marconi
  • 1903 – Vliegtuig door Wright
  • gevolg: economische bloei (kapitalisme)

Gevolgen kapitalisme:

  1. Negatief: Men wilde zo goedkoop mogelijk produceren en lage loonkosten
  2. Positief: Men begon in te zien dat men beter kon concurreren met gezonde en geschoolde arbeiders
  • Dit argument gebruikte liberale politicus Sam van Houten bij het doorvoeren van zijn ‘kinderwetje van Van Houten’ in 1874 (kinderarbeid <12 verboden)

Deze eerste sociale wet had niet zo veel effect maar in 1889 kwam er een 2e sociale wet: de Arbeidswet -> regelde werk van vrouwen en jeugdigen

  • Hierbij kwam ook een arbeidsinspectie die controleerde

2e oorzaak ontstaan sociale wetten: angst voor opkomend socialisme

  • Onder invloed van Das Kapital van Karl Marx en Friedrich Engels ontstonden tegen het eind van de 19e eeuw linkste partijen en vakbonden

1894: Nederland – oprichting Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP, na 2e wereldoorlog PVDA)  -> in 1909 splits hiervan een radicale vleugel af: Sociaal Democratische Partij (1918 herdoopt tot Communistische Partij Holland)

Nederland

Er waren diverse oproeren en stakingsacties (zoals grote spoorwegstaking 1903)

  • de regering o.l.v. de confessionele premier Abraham Kuyper worgwetten op: verbod op stakingen van overheidspersoneel -> reactie: ontstaan eerste ‘vakcentrale’ (1905, organisatie van vakbonden): het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV)
  • Tegenreactie: 1909 - andere zuilen richtten eveneens vakcentrales op: CNV, NKV
  • 1976: NVV en NKV werden samen de FNV: Federatie Nederlandse Vakbeweging, het CNV bleef zelfstandig

Wetenschap

Dit wil je ook lezen:

1859: Charles Darwin publiceerde zijn evolutietheorie in ‘On the origin of species

  • the struggle for life, survival of the fittest

1871: hij schreef ‘The descent of man’ waarin ook de mens in het evolutiemodel werd ondergebracht -> vanaf toen kwam er vooral uit religieuze hoek veel verzet

Rond 1885 begon de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud zijn theorieën over het onderbewuste te formuleren.  

  • 1900: publicatie ‘Die Traumdeutung’ waarin hij aantoonde dat dromen voortkomen uit het onderbewuste en dat de kinderjaren van belang zijn bij de latere persoonlijkheid

Net als socialisme werden de evolutietheorie en de theorieën van Freud ervaren als een aantasting van de bestaande orde en gevaar voor de macht van de heersende klasse -> tastte het wereldbeeld aan

  • er heerste ook zelfvoldaanheid -> in de natuurkunde vond men dat het belangrijkste werk nu wel gedaan was, op een paar kleine probleempjes na
  • Max Planck stortte zich in 1895 op een van die probleempjes in het lichtspectrum -> hierdoor kon de kwantummechanica ontstaan en stortte de klassieke fysica ineen.

In 1896 ontdekte Antoine-Henri Becquerel de radioactiviteit en in 1905 publiceerde Albert Einstein zijn speciale relativiteitstheorie -> weinig over van traditionele natuurkunde.

Kunst

Fin de siècle -> leidde tot vlucht uit de realiteit in een wereld van kunst, overbeschaving, luxe- en genotzoekerij -> daarom wordt het ook wel La belle époque genoemd (het mooie tijdperk)

  • In de kunsten kwam dit escapisme tot uiting als het estheticisme (schoonheidsleer): de opvatting dat kunst uitsluitend iets moois moest zijn en geen andere functie mocht hebben dat kunst te zijn. Het gaat niet om inhoud.
  • Werd ook L’art pour l’art genoemd.

Beeldende kunst

Impressionisme: was een voortzetting van en een reactie op het realisme uit het midden van de 19e eeuw -> ging uit van de veronderstelling dat er zoiets bestaat als een objectie waarneming -> opbloeiende psychologie leerde dat dit onjuist is omdat je kijkt met je hersenen en niet met je ogen

  • Leidde in de kunst tot het impressionisme: de kunstenaar probeerde de zintuiglijke indrukken van kleur, licht en vorm weer te geven, de werkelijkheid uitbeelden zoals hij dit ervaart
  • Impressionisme -> nauw verbonden met het estheticisme: het draait om de sfeer van het uitgebeelde -> leidde tot verandering van de schildertechniek: veel kleur, korte penceelstreken

Representanten:

  1. Manet
  2. Renoir
  3. Monet: Impression soleil levant 1872, naam impressionisme aan ontleend

-> Beste voorbeeld is Vincent van Gogh, wiens latere werk verwijst naar het expressionisme (ook Rodin)

Muziek

Niet langer melodie en vorm staan centraal -> allerlei klankcombinaties zodat er een soort mozaïek van klanken ontstaat -> roept een bepaalde sfeer op

Representanten:

  1. Claude Debussy
  2. Maurice Ravel -> schreef de Boléro

Literatuur

Overbrengen van sfeer -> gebeurde door het toepassen van bepaalde stijlmiddelen

  • Bijvoorbeeld het gebruik van veel bijvoeglijke naamwoorden, zelf verzonnen woorden (neologismen) of ouderwetse, in onbruik geraakte woorden (archaïsmen).

Ook beeldspraak was belangrijk -> synesthesie werd veel toegepast, ook alliteraties en enjambementen (vaak werd het Sonnet gebruikt)

Literaire impressionisme -> is vooral een poëziestroming -> gebruik van zoveel bijvoeglijk naamwoorden is in een lange proza tekst vermoeiend -> zulke proza wordt woordkunst of lyrisch proza genoemd.

Naturalisme

Uitwerking realisme in roman- en toneelkunst.

  • Men wilde laten zien hoe het leven van de mens was, maar ook hoe het zo geworden was -> leven werd bepaald door 3 factoren:
  1. Erfelijke aanleg
  2. Milieu waarin je opgroeit
  3. Tijd waarin je leeft
  • In romans probeerden de naturalisten te laten zien hoezeer de mens hiervan afhankelijk is, 3 soorten romans:
  1. Familieroman, waarin een familie gedurende generaties wordt gevolgd
  2. Psychologische roman, waarin ze vooral mensen toonden die het psychisch moeilijk hadden
  3. Sociale roman, waarin men kon laten zien hoezeer de mens gevormd wordt door zijn plaats op de sociale ladder  -> had vaak een maatschappelijk doel: veel naturalisten waren socialisten en hoopten de maatschappij te verbeteren

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Uitwerking realisme in roman- en toneelkunst.

  • Men wilde laten zien hoe het leven van de mens was, maar ook hoe het zo geworden was -> leven werd bepaald door 3 factoren:
  1. Erfelijke aanleg
  2. Milieu waarin je opgroeit
  3. Tijd waarin je leeft
  • In romans probeerden de naturalisten te laten zien hoezeer de mens hiervan afhankelijk is, 3 soorten romans:
  1. Familieroman, waarin een familie gedurende generaties wordt gevolgd
  2. Psychologische roman, waarin ze vooral mensen toonden die het psychisch moeilijk hadden
  3. Sociale roman, waarin men kon laten zien hoezeer de mens gevormd wordt door zijn plaats op de sociale ladder  -> had vaak een maatschappelijk doel: veel naturalisten waren socialisten en hoopten de maatschappij te verbeteren

Bij het naturalisme hoort ook het fatalisme: de opvatting dat het leven van de mens geheel bepaald wordt door het noodlot en dat een vrij wil niet bestaat. Noodlot was niet goddelijk maar juist heel menselijk volgens naturalisten.

Nauwe band tussen naturalisme en impressionisme, omdat veen naturalistische werken geschreven zij in de impressionistische stijl.

  • Naturalisme was niet echt geliefd in de 19e eeuw

Beweging van Tachtig

Impressionisme + naturalisme -> kwam in Nederland naar voren in een groepje schrijvers die rond 1880 debuteerden en daarom de ‘Tachtigers’ worden genoemd.

  • Zetten zich af tegen literatuur van hun voorgangers: het taalgebruik was ouderwets en de inhoud moraliserend

Belangrijkste representanten:

  1. Willem Kloos – serieus criticus die een boek op grond van argumenten beoordeelde
  2. Lodewijk van Deyssel – ging alleen op zijn gevoel af, kon grof zijn

Ze kregen hun werk maar moeilijk geplaatst -> daarom begonnen ze in 1885 een eigen tijdschrift: De Nieuwe Gids. -> duurde niet lang, groep viel uiteen door ruzies

  • 1893: Kloos bleef als enige redacteur over en maakte er een soort privé-tijdschrift van -> stopte in 1943

Belangrijkste principes: vorm en inhoud moeten één zijn en kunst dient een persoonlijke uiting te zijn -> individualisme

Frederik van Eeden

Tachtiger, psychiater, bekendste boek: De kleine Johannes (1887)

  • een sprookjesachtige roman waarin de ontwikkeling van een kind wordt uitgebeeld

Andere roman is Van de koele meren des doods (1900) – psychologische roman over een aan morfine verslaafde vrouw

Hij was een maatschappijhervormer: in de buurt van Bussum stichtte hij de idealistische landbouwcoöperatie Walden, waar mensen autarkisch leefden.

Herman Gorter

Grootste dichter onder de Tachtigers, beroemd door zijn 1ste boek: Mei (1889)

  • een episch-lyrisch dichtwerk dat begint met de beroemde regel: ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’. Het gaat over het meisje Mei dat geboren wordt en vol verrukking door de Hollandse natuur dwaalt en ten slotte sterft om plaats te maken voor haar zus Juni.

Zijn gedichten werden verzameld in de bundel ‘Verzen’ (1890)

  • Hierna veranderde zijn poëzie van karakter: de inhoud werd sterk politiek- en maatschappijkritisch. -> hierdoor groeide hij uit tot een internationaal gerespecteerd socialistisch politicus en theoreticus

Louis Couperus

Tachtiger, maar deed niet mee aan De Nieuwe Gids

Zijn romans kunnen ingedeeld worden in 3 groepen: de naturalistisch-realistische, de sprookjesachtige en de historische romans.

  • 1e roman: ‘Eline Vere’ (1889): gaat over een jonge vrouw die, mede door een lichamelijke kwaal, tot zelfmoord komt. Het boek is een grote schildering van de Haagse ‘chic’ uit het fin de siècle.

Ook schreef hij romans in de richting van de neoromantiek: sprookjesroman Psyche (1898) over prins Eros, koning van het Heden, die naar de hand van de 3 dochters van de koning van het Verleden dingt.

  • Na 1905 schreef hij nog wat historische romans die zich afspelen in de Klassieke Oudheid, maar dit zijn niet zijn beste werken

Symbolisme, art nouveau, Jugendstil

Symbolisme: probeerde niet de werkelijkheid weer te geven maar was opzoek naar de wereld achter de alledaagse realiteit

  • Met behulp van symbolentaal probeerde men die ‘ware’ werkelijkheid te ontdekken of zelfs te creëren

Komt ook voor in de (Franse) schilderkunst -> voorloper was Gustave Moreau

  • Echte symbolisten waren Odilon Redon en Fernand Khnopff (verwant schilder is Gaugain)

-> deze schilderstijl heeft nauwe banden met de Jugendstil of art nouveau (wordt gekenmerkt door het gebruik van motieven uit planten- en dierenwereld) -> begrippen die gebruikt worden voor de kunstnijverheid.

Representanten: Ontwerper Hector Guimard en glaskunstenaar Emile Gallé en architect Antonio Gaudi.

A. Roland Holst

Voornaamste symbolist -> schiep in zijn poëzie een geheel eigen ‘mythe’: een dichter moet het ‘lied van de zaligen’ aan de mensheid laten horen, maar wordt daarin gehinderd door de techniek beheerste massa en zijn eigen aardsheid en zinnelijkheid waardoor hij het contact met het geestelijke en Verborgene verliest. -> verwant aan deze mythe is zijn novelle ‘Deirde en de zonen van Usnach’.

  • Dit maakte zijn poëzie ingewikkeld, eveneens als zijn archaïsche taalgebruik

Neoromantiek

Het fantasievolle, wonderlijke en lieflijke gaat weer de overhand krijgen op het zakelijke en sombere -> nadruk op het sombere blijft echter bestaan maar ipv in het naturalisme beschreven als iets menselijks werd het noodlot in de neoromantiek weer iets bovennatuurlijks, geheimzinnigs.

In de muziek spreekt men van de ‘Late Romantiek’ omdat de romantiek in de muziek zonder onderbreking bleef doorbestaan en dus niet ‘herontdekt’ werd.

Representanten:

  1. Arthur van Schendel – ‘De zwerver verliefd’ 1904 met vervolg ‘Een zwerver verdwaalt’ . Begon als neoromanticus maar schreef later realistisch-naturalistische romans.
  2. J.H. Leopold – werd bekend met zijn ‘Oostenrijkse kwatrijnen’: vierregelige gedichtjes met een zwaarmoedige, cynische inhoud. Rijmschema: aaba
  3. J.C. Bloem 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.