Deelonderwerp: een alinea of een groep alinea’s behandelt een stukje van het onderwerp. Je schrijft dat altijd zo kort mogelijk.
Hoofdgedachte: van een tekst is het antwoord op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
1. Zoek het onderwerp van de tekst
2. Schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt. Gebruik geen vraagzin.
3. Let daarbij op de titel, de inleiding, kernzinnen en het slot.
Een alinea is een tekststuk dat een deel van het onderwerp behandelt. Je kunt alinea’s gemakkelijk herkennen:
- de laatste regel is vaak niet helemaal vol;
- soms springt de eerste regel in;
- soms staat er tussen 2 alinea’s een regel wit.
Tekstbouw en tekststructuur is de manier waarop een tekst is opgebouwd.
De tekstbouw kun je herkennen aan:
- een tekst kan een indeling in inleiding-kern-slot hebben
- sommige teksten hebben een tweedeling: inleiding-kern zoals een krantenbericht
de functies van inleiding zijn:
- aandacht trekken
- het onderwerp aankondigen
- aanleiding noemen
- mening geven
- een centrale vraag stellen
- een hoofdgedachte / samenvatting geven
- de opbouw aangeven
verwijswoorden: verwijzen naar iets wat al in de tekst genoemd of naar iets wat verderop in de tekst staat.
Vb. in de volgende zinnen is zo’n verwijswoord.
sommige teksten hebben de driedeling inleiding-kern-slot. Zo’n tekst heeft dan ook ten minste 3 alinea’s .
Vraag: Wat voor tekst heeft ten minste drie alinea`s?
Antwoord: een tekst met de driedeling inleiding-kern-slot
Dus een tekst met de driedeling inleiding-kern-slot
Publiek: de lezer voor wie de tekst geschreven is.
Tekstdoel: het doel waarmee de tekst geschreven is
Tekstsoort: een verzameling teksten met hetzelfde tekstdoel
Een informatieve tekst is een tekst waarin de schrijver de lezer informatie geeft. In informatieve teksten staan vooral feiten. Je vindt er vaak signaalwoorden die wijzen op een uitleggend tekst (bijvoorbeeld, d.w.z., m.a.w).
Een tekst waarin de schrijver laat zien wat hij van iets of iemand vindt, is een betogende tekst. In zo’n tekst maakt de schrijver zijn mening duidelijk.
Een betoog kan op verschillende manieren opgebouwd zijn:
1. Inleiding. Hierin kondigt de schrijver het onderwerp aan en laat hij zien wat hij ervan vindt, en hoe hij erover denkt.
2. Kern. Hierin verdedigd de schrijver zijn standpunt, door het geven van argumenten. Soms geeft de schrijver ook tegenargumenten.
3. Slot. Hierin staat de conclusie of een samenvatting.
BETOGENDE TEKST
Tekstdoel: overtuigen
Vb. ingezonden briefen, klachtenbrief, recensie.
Feit: is iets wat werkelijk zo is.
Mening: is datgene wat een persoon van iets of iemand vindt of hoe hij over iets denkt.
Argument: is datgene wat een schrijver gebruikt om te bewijzen dat hij gelijk heeft, dat hij de juiste mening heeft, dat zijn standpunt klopt.
Tegenargument: als je het niet met hem eens bent moet je een tegenargument geven.
Voorbeeld:
Mening: Ik vind mijn lesrooster nergens op slaan.
Argument(want): Ik heb op maandag een achtste uur.
Tegenargument (maar): Je bent woensdag na het vierde uur al vrij.
Kritisch lezen is het beoordelen van een tekst:
Je stelt jezelf vragen:
1 Kloppen de argumenten van de schrijver?
2 Is de informatie actueel?
3 Waar/ hoe kan ik de informatie controleren?
Tekstdoelen:
Informeren:
in een informatieve tekst geeft een schrijver vooral FEITEN. Vb. een handleiding, een interviewverslag.
Overtuigen:
In een betogende (overtuigende) tekst verdedigt de schrijver zijn mening door middel van argumenten. Vb. een ingezonden brief, klachtenbrief of recensie
Activeren:
In een activerend tekst probeert de schrijver de lezer tot handelen aan te sporen. Bijv. een reclametekst, of een affiche. Ook heb je op internet reclame de ‘banner’ of ‘pop up’ genoemd.
Amuseren:
De schrijver van een amuserende tekst wil dat de lezer zich ontspant, bijv. een leesboek, stripboek.
Je hebt 5 leestrategieen:
- verkennend lezen, je bekijkt de tekst om bepaalde dingen vast te kunnen stellen vb. Wat voor soort tekst is het?
- zoekend lezen, je hebt een vraag die wil je snel beantwoorden. Je gaat dan naar het antwoord op zoek in de tekst.
- nauwkeurig lezen, je wilt de tekst begrijpen en je leest dus nauwkeurig.
- studerend lezen, je leest de tekst om bijv. een proefwerk te leren
- kritisch lezen, je onderzoekt de informatie die een schrijver geeft in een betogende tekst. Vb. kloppen de argumenten wel? Is de informatie actueel?
Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6 alleen § lezen
6.3
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!
Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.
Meer informatie
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
vet goed!
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
super goede site!!!
leer ik veel van!
xx
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
handig heb morgen pwweek dankje
11 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
handig
11 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Nice, alleen geen tekstverbanden enz,
11 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Goed! Alleen sommige dingen kloppen niet.
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
handig alleen jammer dat alles door elkaar zit
9 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Is dit van lezen hoofdstuk 1,2,3,4,5 en 6?
8 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
In mijn boek staat vet veel maar hier best weinig dus ik denk dat deze samenvatting helaas niet uitgebreid genoeg is?
8 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
heel goed
8 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Deze site is langdradig en het antwoord op mijn vraag is nog steeds niet gesteld. ):
5 jaar geleden
Antwoorden