Hoofdstuk 1

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 263 woorden
  • 31 maart 2010
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Middeleeuwen (500-1500) Blz. 9, 12, 13


Bestuur: Ontstaan Germaanse Koninkrijken

Karel de Grote => Frankische Rijk: verzameling van onafhankelijke staatjes.

Feodale Stelsel (leenstelsel):
De koning (leenheer) gaf land leen aan adel (leenmannen)
Adel moest trouw zijn als tegenprestatie voor het lenen.
Vaak ook naar onderleen mannen.

Hofdag: rechtspreken, beleid bepaling en feestvieren door alle ridders en Koning

Na dood Karel de Grote => oost en westelijk deel


Westelijk deel in de 12de eeuw centraal geregeerd door Frankrijk

Oostelijk deel in de 19de eeuw centraal geregeerd door Duitsland

Nederland en België bestonden uit graafschappen en hertogdommen. In 1500-1550 onder leiding van heer Karel V.

Cultureel.
3 Perioden:
• Vroege ME (500-1000)
Theocentrisch: Christelijk geloof enorme invloed op de samenleving.
- 1ste stand: Priesters, geestelijke macht
- 2de stand: Adel, wereldlijke macht

Ridderlijk karakter: alles gericht op adel/kerk

• Hoge ME (1000-1300)
- Eerste steden
- Steden zelfstandig door stadrechten

- 3de stand: Stedelijke burgerij (handel, nijverheid)
- Begin Literatuur Geschiedenis

• Late ME (1300-1500)
Burgerlijk: Burgerij steeds machtiger

- nationale staat i.p.v. leenstelsel
(- Brabant nu ook cultureel en economisch belangrijk)

Literatuur.
In het begin werd alleen in Latijn geschreven (priesters en geleerde)

Vanaf 11de eeuw werd ook de volkstaal opgeschreven => begin literatuur geschiedenis.
Vanaf 13de eeuw didactische literatuur voor de burgerij (literatuur waarbij je iets kunt leren)

Schrijvers/componisten: troubadours
Uitvoerders: jongleurs/minstrelen

Rijmende literatuur: makkelijk te onthouden

Handschriften: door monniken overgeschreven tekst, vaak met versieringen  Miniaturen

Boekdrukkunst (1450) = Poëzie naar Proza
Boeken gedrukt in 1450-1500 = Wiegendruk/incunabelen => nabootsing van de handschriften.

Taal.
Diets: overkoepelende term voor alle dialecten in Nederland (Middelnederlands)

NB. Oudste tekst: Hebban olla vogela nestas hagunnan hinase hic anda hthu unbidan we nu?
Liefdes gedicht.


REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.