Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1 + 2: Lezen

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 945 woorden
  • 6 januari 2017
  • 43 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
43 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Leesstrategieën:

  • Verkennend lezen
  • Nauwkeurig lezen
  • Studerend lezen
  • Zoekend lezen

Verkennend lezen:

  1. Bekijk de tekst
  2. Lees titel, eerste en laatste alinea
  3. Lees de tussenkopjes en de vetgedrukte woorden
  4. Eerste zin lezen van alle alinea’s tussen de inleiding en slot
  5. Bekijk de eventuele afbeeldingen
  6. Lees de bronvermelding

Stel jezelf de volgende vragen:

  • Wat is waarschijnlijk het onderwerp?
  • Wat voor soort tekst is het?
  • Met welk doel is de tekst geschreven?
  • Hoe is de tekst opgebouwd? Is er een duidelijke inleiding of slot?
  • Wie heeft de tekst geschreven en wat is de bron?

Nauwkeurig lezen:

  1. Lees de tekst helemaal
  2. Let op de informatie die de inleiding en slot geven
  3. Vraag je af wat het belangrijkste is wat er over het onderwerp wordt gezegd
  4. Stel de betekenis vast van belangrijke moeilijke woorden
  5. Kijk naar het verband tussen de tekstdelen

Studerend lezen:

Je leest een tekst bijvoorbeeld een paragraaf uit een schoolboek. Het doel is om de informatie te onthouden.

Zoekend lezen:

Je hebt een vraag en je wilt het antwoord erop weten. Je zoekt gericht naar het antwoord.

Titels en onderwerp:

Bijna elke tekst heeft een titel. Die noemt soms letterlijk het onderwerp en geeft bijna altijd wel een aanwijzing.

Kranten à vaak onder- of boventitel toegevoegd

Om het onderwerp van een tekst te vinden, heb je meestal genoeg aan de titels en de eerste alinea.

Hoofdgedachte:

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.                 Hoofdgedachte à vaak in inleiding of slotalinea à soms informatie uit beide alinea’s combineren

Hoofdgedachte informatieve tekst à altijd feitelijke informatie                                            Hoofdgedachte betogende tekst à altijd een mening, meestal gevolgd door het belangrijkste argument.

Tekstverbanden:

Tekstverband

Signaalwoorden

voorbeelden

Opsommend

Ten eerste, ook, eveneens, bovendien, verder, tevens, zowel … als, ten slotte

We gaan niet alleen zwemmen, maar ook barbecueën.

Tijdsvolgorde

Eerst, intussen, terwijl, toen, vervolgens, daarna, voordat, nadat, zodra, ten slotte

Mijn vader braadt het vlees, terwijl mijn moeder kletst met de familie.

Tegenstellend

Maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, integendeel, enerzijds … anderzijds

Mijn broer doet alsof hij pure cola drinkt, maar hij heeft die aangelegd met gin.

Uitleggend

Bijvoorbeeld, dat wil zeggen, zoals, met andere woorden

Jongens zoals mijn broer moeten altijd stoer doen.

Redengevend

Want, omdat, immers, daarom, namelijk

Tante Fie vertrekt vroeg, want ze haat feestjes.

Concluderend

Dus, dan ook, concluderend, de slot som is, hieruit volgt

Pim heeft gewonnen, jij is dus terecht kampioen.

Vergelijkend

Net als, zoals, evenals

Diana is zwijgzaam, net als haar moeder.

Samenvattend

Kortom, al met al, samenvattend, om kort te gaan

Het was kortom een dag om nooit meer te vergeten.

 

Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen:                                                                                                           Een tekstdoel geeft aan wat de schrijver wil bereiken. Elke tekstsoort heeft verschillende tekstvormen. Een tekst kan meer tekstdoelen hebben, maar er is er altijd een het belangrijkst.

Tekstdoelen

Tekstsoorten

Tekstvormen

Informeren

Informatieve teksten

Nieuwsbericht, verslag, instructie

Overtuigen

Betogende teksten

Ingezonden brief, filmrecensie

Activeren

Activerende teksten

Advertentie, poster, oproep

Amuseren

Amuserende teksten

Jeugdboek, strip, cabarettekst

 

Informatieve tekst:

Een informatieve tekst is een tekst die als belangrijkste doel heeft de lezer te informeren, terwijl de mening van de schrijver er niet of amper een rol speelt.  Daardoor onderscheid het zich van de betogende tekst. Je vind vooral feitelijke informatie.

Informatieve tekst à nieuwsbericht, sportverslag, artikel, handleiding, schoolboektekst, interviewverslag 

Interviewverslag:

De informatieve teksten die je vaak aantreft in een krant of tijdschrift, is het interviewverslag: een verslag van een vraag- en antwoord gesprek.

  • Letterlijk interviewverslag à alles letterlijk
  • Samenvattend interviewverslag à vragen weggelaten en vat de antwoorden samen en wisselt af met letterlijke antwoorden.

Een interviewverslag wordt vaak voorafgegaan met een inleiding met informatie over de geïnterviewde persoon.

Tekstopbouw: inleiding en slot:

Tweedeling à inleiding, kern                                                                                                                                   Driedeling à inleiding, kern, slot

Functies van de inleiding:

Aandacht trekken

  • Het onderwerp
  • De aanleiding
  • De centrale vraag
  • De mening
  • Een samenvatting

Functies van het slot:

  • Een conclusie
  • Een samenvatting
  • Een advies

  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.