CURSUS SPELLEN
Werkwoordspelling
1. Persoonsvorm
Hoe vindt je een pv?
- In vt zetten
- Vraag maken
Tegenwoordige tijd (ev)
- STAM >> bij ik, en jij achter pv.
- STAM+ T >> in alle andere gevallen.
Tegenwoordige tijd (mv)
- Het hele ww.
Verleden tijd (zwakke ww)
- Neem stam >> staat laatste letter in ’T eX – FoKSCHaaP ? >> t anders d.
2. Overige werkwoordsvormen
- Infinitief (inf) : hele ww + d
- VD ( zwakke ww) ’T eX- FoKSCHaaP
- Bn : zo kort mogelijk
Overige spellingregel
1. Leestekens
Punt
- Einde zin
- Achter afkortingen (behalve maten/gewichten en afkortingen die als woorden worden uitgesproken)
Komma
- Tussen onderdelen opsomming
- Tussen 2 pv’s
- Voor of na een aanspreking/tussenwerpsel
- Voor en na een bijstelling
- In een lange zin, voor een voegwoord waarmee de bijzin begint
Puntkomma
- Tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen
- Tussen delen van een opsomming als het om zinnen gaat
Dubbele punt
- Om een opsomming aan te kondigen
- Om een directe reden aan te kondigen
- Om een verklaring aan te kondigen
Aanhalingstekens
- Bij een citaat
- Bij een directe reden
Vraagteken
- Aan het einde van een letterlijk gestelde vraag
Uitroepteken
- Aan het eind van een zin met een bevel of uitroep
Haakjes
- Zet de haakjes om een toelichting, uitleg of voorbeeld
Beletselteken (3 puntjes…)
- Aan het eind van een zin die niet af is
- Om onvolledige citaten aan te duiden
2. Hoofdletters
Gebruik een hoofdletter:
- Aan het begin van een zin
- Bij persoonsnamen >> Jan van den Hof; J.van den Hof; de heer Van den Hof; Ellen van den Hof-ten Berge
- Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten
- Bij aardrijkskundige namen en namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen,gebouwen, feestdagen en bij titels van boeken en films.
Geen hoofdletter
- Bij soortnamen
- Bij historische periodes
- Bij afleidingen van feestdagen
- Bij maanden
- Bij jaargetijden
- Bij windstreken
- Bij geloven
3. Meervoudsvormen
Meervoud met ‘s = om uitspraak problemen te voorkomen:
- Bij afkortingen
- Bij woorden die eindigen op : a, i, o, u, y (ik hou van y’s)
ALEEN BIJ UITSPRAAKPROBLEEM
Meervouden op –en
-als een woord eindigt op een onbeklemtoonde ik,es of et, verdubbelt de laatste medeklinker niet.
4. tussen klank in samengestelde woorden
Tussen -e
- 1e deel mv op –s
- 1e deel heeft 2 meervouden
- 1e deel heeft geen mv
- 1e deel is een uniek exemplaar
- Eerste deel versterkt bn
- Eerste deel is geen zn
- Woord wordt niet meer als een samenstelling gezien
Tussen –s
- Vervang het 2e deel door een ander woord personeelSchef want personeelSfeest
Tussen –en
- Als het 1e deel een zn is met een –en meervoud
5. Verkleinwoorden
- Verkleinwoorden maak je door : je,kje , pje, tje of etje achter een zn te zetten.
- Bij afkortingen gebruik je een ‘
6. Aan elkaar of los?
Aan elkaar:
- Samenstellingen van 2 / 3 woorden
- Getallen tot honderd ( in letters) en samenst. Met honderd en duizend
- voornaamwoordelijke bijwoorden ( hier, er, daar, waar + voorzetzel)
7. liggend streepje
als koppelteken
- om uitspraakproblemen te voorkomen
- in de naam van getrouwde vragen
- in woorden met de voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, ex-, interim-, niet-, non-, oud-.
- Voor een hoofdletter
- In combinaties van titels/ beroepen
- Bij aardrijkskundige namen( of afgeleide woorden)
- Bij letters,cijfers,tekens en St. of Sint
- In woorden die anders onoverzichtelijk woorden
Weglatingsteken.
- Binnen- en buitenbanden
Afbreekstreepje
- Bij een alleenstaande medeklinker ervoor afbreken
- Tussen medeklinker = i? na de i waai-en
- Bij 2 medeklinkers, tussen die 2
- Bij 3 of meer tussen medeklinkers, zoveel mogelijk naar volgende regel, zolang dit kan worden uitgesproken
- Bij samenstelling tussen de oorspronkelijke woorden
8. Trema
9. Apostrof
- Op de plaats van een weggelaten letter
- Op de plaats van een weggelaten bezits-S
- Om uitspraak problemen bij meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen
- In de afleiding van een letter- en cijferwoord
- Bij verkleinwoorden
10. Accenten
11. Getallen
Cijfers
- Bij getallen boven de 20 (geen ronde getallen)
- Voor maten, data, adressen en rekeningsnummers
Letters
- Getallen t/m 20 en ronde getallen
- Getallen als honderd, duizend, miljard enz.
12. Sommige of sommigen?
Sommige
- Als ze bijvoegelijk gebruikt woorden vele vriendinnen
- Als ze betrekking hebben op zaken/ dieren
- Als het woord betrekking heeft op personen die al eerder genoemd zijn in dezelfde zin
Sommigen
- Als ze zelfstandig gebruikt worden en betrekking hebben op personen
13. Probleemwoorden
Goed doorlezen
Werkwoordspelling
1. Persoonsvorm
Hoe vindt je een pv?
- In vt zetten
- Vraag maken
Tegenwoordige tijd (ev)
- STAM >> bij ik, en jij achter pv.
- STAM+ T >> in alle andere gevallen.
Tegenwoordige tijd (mv)
- Het hele ww.
Verleden tijd (zwakke ww)
- Neem stam >> staat laatste letter in ’T eX – FoKSCHaaP ? >> t anders d.
2. Overige werkwoordsvormen
- Infinitief (inf) : hele ww + d
- VD ( zwakke ww) ’T eX- FoKSCHaaP
- Bn : zo kort mogelijk
Overige spellingregel
1. Leestekens
Punt
- Einde zin
- Achter afkortingen (behalve maten/gewichten en afkortingen die als woorden worden uitgesproken)
Komma
- Tussen onderdelen opsomming
- Tussen 2 pv’s
- Voor of na een aanspreking/tussenwerpsel
- Voor en na een bijstelling
- In een lange zin, voor een voegwoord waarmee de bijzin begint
Puntkomma
- Tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen
- Tussen delen van een opsomming als het om zinnen gaat
Dubbele punt
- Om een opsomming aan te kondigen
- Om een directe reden aan te kondigen
- Om een verklaring aan te kondigen
Aanhalingstekens
- Bij een citaat
- Bij een directe reden
Vraagteken
Uitroepteken
- Aan het eind van een zin met een bevel of uitroep
Haakjes
- Zet de haakjes om een toelichting, uitleg of voorbeeld
Beletselteken (3 puntjes…)
- Aan het eind van een zin die niet af is
- Om onvolledige citaten aan te duiden
2. Hoofdletters
Gebruik een hoofdletter:
- Aan het begin van een zin
- Bij persoonsnamen >> Jan van den Hof; J.van den Hof; de heer Van den Hof; Ellen van den Hof-ten Berge
- Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten
- Bij aardrijkskundige namen en namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen,gebouwen, feestdagen en bij titels van boeken en films.
Geen hoofdletter
- Bij historische periodes
- Bij afleidingen van feestdagen
- Bij maanden
- Bij jaargetijden
- Bij windstreken
- Bij geloven
3. Meervoudsvormen
Meervoud met ‘s = om uitspraak problemen te voorkomen:
- Bij afkortingen
- Bij woorden die eindigen op : a, i, o, u, y (ik hou van y’s)
ALEEN BIJ UITSPRAAKPROBLEEM
Meervouden op –en
-als een woord eindigt op een onbeklemtoonde ik,es of et, verdubbelt de laatste medeklinker niet.
4. tussen klank in samengestelde woorden
Tussen -e
- 1e deel mv op –s
- 1e deel heeft 2 meervouden
- 1e deel heeft geen mv
- 1e deel is een uniek exemplaar
- Eerste deel is geen zn
- Woord wordt niet meer als een samenstelling gezien
Tussen –s
- Vervang het 2e deel door een ander woord personeelSchef want personeelSfeest
Tussen –en
- Als het 1e deel een zn is met een –en meervoud
5. Verkleinwoorden
- Verkleinwoorden maak je door : je,kje , pje, tje of etje achter een zn te zetten.
- Bij afkortingen gebruik je een ‘
6. Aan elkaar of los?
Aan elkaar:
- Samenstellingen van 2 / 3 woorden
- Getallen tot honderd ( in letters) en samenst. Met honderd en duizend
- voornaamwoordelijke bijwoorden ( hier, er, daar, waar + voorzetzel)
7. liggend streepje
als koppelteken
- om uitspraakproblemen te voorkomen
- in de naam van getrouwde vragen
- Voor een hoofdletter
- In combinaties van titels/ beroepen
- Bij aardrijkskundige namen( of afgeleide woorden)
- Bij letters,cijfers,tekens en St. of Sint
- In woorden die anders onoverzichtelijk woorden
Weglatingsteken.
- Binnen- en buitenbanden
Afbreekstreepje
- Bij een alleenstaande medeklinker ervoor afbreken
- Tussen medeklinker = i? na de i waai-en
- Bij 2 medeklinkers, tussen die 2
- Bij 3 of meer tussen medeklinkers, zoveel mogelijk naar volgende regel, zolang dit kan worden uitgesproken
- Bij samenstelling tussen de oorspronkelijke woorden
8. Trema
9. Apostrof
- Op de plaats van een weggelaten letter
- Op de plaats van een weggelaten bezits-S
- Om uitspraak problemen bij meervoud en bezitsaanduidingen te voorkomen
- Bij verkleinwoorden
10. Accenten
11. Getallen
Cijfers
- Bij getallen boven de 20 (geen ronde getallen)
- Voor maten, data, adressen en rekeningsnummers
Letters
- Getallen t/m 20 en ronde getallen
- Getallen als honderd, duizend, miljard enz.
12. Sommige of sommigen?
Sommige
- Als ze bijvoegelijk gebruikt woorden vele vriendinnen
- Als ze betrekking hebben op zaken/ dieren
- Als het woord betrekking heeft op personen die al eerder genoemd zijn in dezelfde zin
Sommigen
- Als ze zelfstandig gebruikt worden en betrekking hebben op personen
13. Probleemwoorden
Goed doorlezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden