Nieuw Nederlands
Cursus Spellen
Hoofdstuk 1: Werkwoordspelling
Paragraaf 1 (Persoonsvorm):
De persoonsvorm vind je door de zin van tijd te veranderen; de werkwoorden die mee veranderen, zijn persoonsvormen.
- Adinda kon niet geloven dat Saïdjah haar vergeten was.
- Adinda kan niet geloven dat Saïdjah haar vergeten is.
De werkwoorden kon en was veranderen, dus kon en was zijn persoonsvormen.
Tegenwoordige tijd
- Spel de persoonsvorm in tegenwoordige tijd enkelvoud
- als STAM (als er ik bij staat; als er jij (je) achter staat): ik raad, raad jij
- als STAM + T (in alle andere gevallen): jij raadt, zij raadt, Karst raadt
- Spel de persoonsvorm in tegenwoordige tijd meervoud
- als infinitief (hele werkwoord): de mensen raden
Verleden tijd
Gebruik bij zwakke ’t ex-fokschaap:
als de letter voor de uitgang –en van het hele werkwoord een t, x, f, k, s, ch, of p is, schrijf de verleden tijd dan als STAM + te.
- juichde of juichte?
juichen: de ch staat in ’t ex-fokschaap, dus: juichte
- beloofde of beloofte?
beloven: de v staat niet in ’t ex-fokschaap, dus: beloofde
Let op: de ‘e’, de ‘o’ en de ‘aa’ tellen niet mee.
De vervoeging van sterke werkwoorden levert geen spellingproblemen op.
- de auto rijdt – reed; jij wordt – jij werd
Onthoud: in de verleden tijd bij een sterk werkwoord: nooit –dt!
Import-werkwoorden
Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn. Je schrijft: hij showt, hij rugbyt, ik plande, jij hockeyde. Gebruik zo nodig het woordenboek.
Laat Engelse uitgangs-e staan, als je het uitspraakprobleem krijgt:
- racen – ik race, hij racet;
- timen – ik time, hij timet;
- lastig is deleten – ik delete, hij deletet, hij heeft gedeletet.
Gebruik in de verleden tijd gewoon ’t ex-fokschaap. Het is racen – racete – geracet, want racen klinkt als ‘resen’, maar het is e-mailen – e-mailde – ge-e-maild, wandt de ‘l’ zit niet in ’t ex-fokschaap.
Paragraaf 2 (Overige werkwoorden):
Andere werkwoordsvormen dan de persoonsvorm zijn infinitief (hele werkwoord), gebiedende wijs, onvoltooid (of tegenwoordig) deelwoord en voltooid deelwoord.
De infinitief (inf) staat in het woordenboek: oppassen, spelen.
Spel de gebiedende wijs (gw) als STAM: Pas maar op! Speel die bal nu eens!
Spel het onvoltooid deelwoord (od) als infinitief + d(e): oppassend(e), spelend(e).
Gebruik bij zwakke werkwoorden voor het voltooid deelwoord (vd) ’t ex-fokschaap.
Als de letter voor de uitgang –en van het hele werkwoord een t, x, f, s, sch of p is, eindigt het voltooid deelwoord op –t; in andere gevallen op –d.
- oppassen: Ik heb vanmiddag opgepast.
- spelen: Waar wordt de wedstrijd gespeeld?
Van een onvoltooid deelwoord en een voltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken. Spel het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk.
- Jan Peter lijkt op die vergrote (bn) foto toch een flinke jongen.
- De gisteren gespeelde (bn) wedstrijd eindigde teleurstellen (od) in 0-0.
- Maar (voor de uitspraak: de pas gewitte (bn) wanden, de geredde (bn) dieren
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
I.
I.
uhm, heb je ook hoofdstuk 2?
11 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
toppie een g op mijn toets door oefenen op deze site
6 jaar geleden
Antwoorden