Nederlands Samenvatting Cursus 11
H1
1.1
- 1945 einde 2de wereldoorlog Koude oorlog. (VS vs Sovjet-Unie + Europa)
- Dekolonisatieproces door 2de WO. = Einde koloniën Onafhankelijk.
- Nederlands-Indie in 1949 onafhankelijk.
- 1963 moord op John F. Kennedy. 1968 Martin Luther King. 1.2
- Wederopbouw in jaren 50. (problemen)
- Er kwam jeugdcultuur (bijv. luisteren naar muziek van Elvis Presley.) 1.3
- Nederland werd in jaren 60 welvarend. consumptiemaatschappij
- Eind jaren 60 eind verzuiling.
- Emancipatie en gelijkheid werden belangrijke waarden. (bijv. homoseksualiteit)
- Voorbeelden jeugdcultuur: The Beatles, The Doors, Bob Dylan, The Rolling Stones en The Who.
- Muzikanten werden nieuwe helden.
- Er ontstond een mondiale jeugdcultuur waarvan de popmuziek een duidelijke uiting is. H2
2.1
- Francis Bacon (kunstenaar van 1909 tot 1992) was een naoorlogse vertegenwoordiger.
- Zijn schilderijen waren geuit op eenzame en lichamelijk kwetsbare naoorlogse mensen. 2.2
- Karel Appel, Corneille en Constant vormden samen in 1948 met Deense en Belgische collega’s de groep Cobra.
- Schilderden spontaan en improviserend in felle kleuren.
- Cobra schilders waren tegen westerse kunst.
- In 1949 produceerde Constant Het Laddertje. 2.3
- Popart was een dominante stroming in de jaren 60.
- Voorbeelden van schilders: Andy Warhol (1930-1987). Roy Lichtenstein (1923-1997)
- Popart ontstond in New York. Onderwerpen als stripverhalen, reclames, consumptiegoederen, Coca cola of filmidolen waren ontleend aan de massacultuur.
H3
3.1
- Kenmerken die schrijvers hadden na de II WO was verzet tegen verzuiling, restauratie, preutsheid en burgerlijke braafheid.
- Taboes werden doorbroken.
- Soms was er kritiek op de naoorlogse literatuur. Een kenmerk daarvan is de verwerking van het oorlogstrauma.
H1
1.1
- 1945 einde 2de wereldoorlog Koude oorlog. (VS vs Sovjet-Unie + Europa)
- Dekolonisatieproces door 2de WO. = Einde koloniën Onafhankelijk.
- Nederlands-Indie in 1949 onafhankelijk.
- 1963 moord op John F. Kennedy. 1968 Martin Luther King. 1.2
- Wederopbouw in jaren 50. (problemen)
- Er kwam jeugdcultuur (bijv. luisteren naar muziek van Elvis Presley.) 1.3
- Nederland werd in jaren 60 welvarend. consumptiemaatschappij
- Emancipatie en gelijkheid werden belangrijke waarden. (bijv. homoseksualiteit)
- Voorbeelden jeugdcultuur: The Beatles, The Doors, Bob Dylan, The Rolling Stones en The Who.
- Muzikanten werden nieuwe helden.
- Er ontstond een mondiale jeugdcultuur waarvan de popmuziek een duidelijke uiting is. H2
2.1
- Francis Bacon (kunstenaar van 1909 tot 1992) was een naoorlogse vertegenwoordiger.
- Zijn schilderijen waren geuit op eenzame en lichamelijk kwetsbare naoorlogse mensen. 2.2
- Karel Appel, Corneille en Constant vormden samen in 1948 met Deense en Belgische collega’s de groep Cobra.
- Schilderden spontaan en improviserend in felle kleuren.
- Cobra schilders waren tegen westerse kunst.
- In 1949 produceerde Constant Het Laddertje. 2.3
- Popart was een dominante stroming in de jaren 60.
- Voorbeelden van schilders: Andy Warhol (1930-1987). Roy Lichtenstein (1923-1997)
3.1
- Kenmerken die schrijvers hadden na de II WO was verzet tegen verzuiling, restauratie, preutsheid en burgerlijke braafheid.
- Taboes werden doorbroken.
- Soms was er kritiek op de naoorlogse literatuur. Een kenmerk daarvan is de verwerking van het oorlogstrauma.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden