Samenvatting PW NE Blok 3
§2.4 Over lezen: De volgende stijlfiguren kennen:
Herhaling van een woord: stom, stom, stom……..
Twee keer het zelfde: eenzaam en alleen
Twee woorden met dezelfde betekenis: groen gras
Woordgroep die meestal later in een zin voorkomt staat nu vooraan in de zin.
Verschillende woorden worden na elkaar genoemd: mooi, aardig, lief
Van zacht naar hard: fluisteren, praten, roepen
Van hard naar zacht : roepen, praten, fluisteren.
Parallellisme
Eind en begin van de zin verlopen hetzelfde.
§3.1 Bedrijvende en de lijdende vorm:
Bedrijvende zin = actieve zin
Lijdende zin = passieve zin
Ow doet wat in het wwg staat
Ow ondergaat wat in het wwg staat
Onvoltooide tijd geen hww hebben, worden of zijn.
Onvoltooide tijd met hww worden
Voltooide tijd met hww hebben
Voltooide tijd met hww zijn
Worden
Lijdend
Onvoltooid
Zijn
Lijdend
Voltooid
Hebben
Bedrijvend
voltooid
§3.2 Samengestelde zinnen
- Een zin met één pv noem je een enkelvoudige zin.
vb. Het tv programma over het ontstaan van orkanen kun je vanavond zien.
- Een zin met meer pv’s noem je een samengesteld zin.
vb. Voordat je gaat trainen, kun je het programma over het ontstaan van orkanen nog zien.
§3.4 woordsoortbenoeming – het voegwoord
- Voegwoorden verbinden woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Nevenschikkend Onderschikkend
- Nevenschikkende voegwoorden verbinden gelijkwaardige delen. Nevenschikkend betekent naast elkaar plaatsend. Gelijkwaardig betekent dat je de delen onafhankelijk van elkaar kunt gebruiken zonder de woordvolgorde van de zinnen te veranderen.
Voegwoorden: en, want, maar, of.
Vb.1. In deze snackbar verkopen ze heerlijke kroketten en gezonde broodjes.
Vb.2. Morgen kan ik helaas niet komen, want ik moet mijn repetitie leren.
- Onderschikkende voegwoorden verbinden ongelijkwaardige zinnen. Je kunt een van de delen niet onafhankelijk van het andere deel gebruiken zonder de woordvolgorde van de zin te veranderen.
Voegwoorden:
- Het woord dat en worden waarvan de tweede lettergreep dat is, zoals doordat, nadat, omdat, totdat, voordat, zodat;
- Andere woorden zoals aangezien, als, daarom, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, terwijl, toen, ofschoon, zodra;
- Of kan ook als ondersch.vw voorkomen.
Vb.1. klaas kan niet pinnen, omdat zijn saldo te laag is.
Vb.2. els weet niet of ik haar mailtje gisteren heb ontvangen.
Samengestelde zinnen kunnen bestaan uit gelijkwaardige delen of uit ongelijkwaardige delen.
- Als een nevenschikkend voegwoord zinnen met elkaar verbindt, spreek je van een nevenschikking. De delen van een nevenschikking zijn gelijkwaardig. Je kunt de delen als zelfstandige zinnen opschrijven.
Vb.1. Roberto wil heel graag een keer surfen, maar hij vindt het nu te koud.
Deze zin bestaat uit de volgende delen;
a Roberto wil heel raag een keer surfen
b Hij vindt het nu te koud.
- Als en onderschikkend voegwoord zinnen met elkaar verbindt, spreek je van een onderschikking. Van een onderschikking kun je niet elk deel als zelfstandige zin opschrijven.
Vb.2. Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.
Deze zin bestaat uit de volgende delen;
a Het publiek begon te joelen.
b De scheidsrechter de rode kaart liet zien. (niet juist)
§3.3 Woordsoorten
Lw, bnw, znw, kww, hww, zww, telw, vnw, bw, vz, ……
§4.1 Spelling werkwoordsvormen
Opgave 16 (bladzijde 111)
§4.2 Meervoudsvormen
- Zelfstandige naamwoorden die in het enkelvoud eindigen op een s of f, hebben in het meervoudsvorm meestal een z of v.
Vb. lens-lenzen, hals-halzen, brief-brieven, slaaf-slaven.
- Woorden uit het Grieks of Latijn die op –graaf en –soof eindigen, schrijf je in het mv altijd met een f.
Vb. biograaf-biografen, filosoof-filosofen.
- Er zij meer woorden met bijzondere mv. ze zijn soms geleend uit andere talen:
- Vb. historicus-historici, basis- basissen/bases, aquarium-aquariums/aquaria.
Opgave 17:
Accu- accu’s
Café- cafés
Calorie- calorieën
Dommerik- dommeriken
Genie- genieën
Havik- haviken
Jury- jury’s
Kangoeroe- kangoeroes
Loverboy- loverboys
Luiwammes- luiwammesen
Orchidee- orchideeën
Plateau- plateaus
Porie- poriën
Portefeuille- portefeuilles
Radiator- radiatoren
Repetitie- repetities
Shampoo- shampoos
Video- video’s
Virus- virussen
Vitamine- vitamines
Zeeman- zeemannen
Zone- zones
Opgave 18:
Alcoholicus- alcoholici
Antroposoof- antroposofen
Archief- archieven
Fotograaf- fotografen
Catalogus- catalogussen
Centrum- centra/ centrums
Coach- coaches
Octaaf- octaven
Diabeticus- diabetici
Dolfinarium- dolfinariums/ dolfinaria
Jubileum- jubilea/ jubileums
Kluis-kluizen
Laars- laarzen
Podium- podium/ podia
Saldo- saldo’s
Seismograaf- seismografen
Technicus- technici
Tendens- tendensen
Filosoof- filosofen
Kruis- kruizen
Statief- statieven
Territorium- territoriums/ territoria
§4.3 Driedelige samenstellingen
- Een lagedrukgebied is een gebied met een lage (lucht)druk. We noemen zo’n woord een driedelige samenstelling, omdat het uit drie delen bestaat: lage+druk+gebied.
- Samenstellingen die op zijn gebouwd uit een bijvoeglijk nw of telwd plus twee znw, schrijf je aan elkaar.
Vb. vrijetijdskleding- bijv.nw plus twee znw
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden