Samenvatting ‘Lezen’ havo 4
- Tekstdoelen:
- Informeren
- Uiteenzetten
- Overtuigen ( betogen)
- Beschouwen
- Activeren
- Amuseren ( hoort niet bij een zakelijke tekst)
Informatieve teksten: dingen uitleggen of gegevens verstrekken
Opiniërende teksten: pleiten, activeren, zetten aan tot nadenken
Amuserende teksten voor je vermaak.
- Subjectief: mening van de schrijver wordt naar voren gebracht
Objectief: het verstrekken van informatie met controleerbare feiten.
Wat is de intentie van de schrijver?
- Soort publiek
Bepaald / onbepaald individu of groep
Een ijkpersoon is een denkbeeldig figuur die model staat voor alle lezers van het dagblad/ tijdschrift.
- Presentatie moet je afstemmen op je publiek ( blz. 21)
- Onderwerp: één woord
Hoofdgedachte: de belangrijkste uitspraak die de schrijver doet over het onderwerp. Wat wil de schrijver jou vertellen.
- Functies van een inleiding:
- Belangstelling wekken
- Onderwerp introduceren/ hoofdgedachte naar voren brengen
- Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd
- De aanleiding noemen
- De lezer of luisteraar welwillend stemmen
Hoe kun je de belangstelling van de lezer opwekken?
- Begin met een of meer directe vragen
- Begin met een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag.
- Begin met een retorische vraag.
- Begin met een verrassende, uitdagende, shockerende of sarcastische openingszin.
- Vertel een korte anekdote
In het middenstuk wordt het onderwerp behandeld. De schrijver werkt de hoofdgedachte uit in een aantal deelonderwerpen. ( per alinea/ of alinea’s)
Het slot heeft tot doel de tekst af te ronden. De functies van een slot zijn:
- Een samenvatting
- Trekt een conclusie
- Doet een aanbeveling
- Maakt een afweging ( voor- en nadelen afwegen)
- Doet een oproep
- De functie van een titel is informeren, maar ook motiveren.
Tussenkopjes brengen structuur aan; kunnen de lezer motiveren om door te lezen; snel kunnen scannen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden