Blok 1 Gedichten

Beoordeling 9.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 622 woorden
  • 18 januari 2015
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 9.8
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting Gedicht blok 1 

 

Eindrijm: Woorden die op het eind van een versregel rijmen.

 

Gedichten die helemaal geen rijmende woorden bevatten, noemen we rijmloos.

 

We onderscheiden drie soorten eindrijm:

 

Wat voor soort

Definitie

Voorbeeld

Mannelijk of staand rijm

Na de rijmende lettergreep volgt geen andere lettergreep meer

rok – stok, verdergaan – overslaan, lief – dief

Vrouwelijk of slepend rijm

Na de lettergreep met de klemtoon volgt nog een lettergreep zonder klemtoon

zeuren – kleuren, boeren – loeren

Glijdend rijm

Na de lettergreep met de klemtoon volgen nog twee lettergrepen zonder klemtoon

kinderen – hinderen, huwelijk - afschuwelijk

 

Beginrijm of alliteratie: Het rijmt niet echt zoals de anderen, alleen de eerste letters zijn gelijk.

 

Voorbeelden: Hele, hoge, hakken – heerlijk, helder, Heineken – wie weet waar Willem Wever woont

 

Rijmschema: De manier waarop de rijmwoorden aan het eind van de versregels geordend zijn.

  • Gepaard rijm: Bij dit rijmschema staan de rijmwoorden in paren:

 

Op een dag vroeg in de morgen                               a

Maakte oom Wilfried zich grote zorgen                   a

Zijn vrouw probeerde hem te sussen                       b

Door hem zachtjes op zijn hoofd te kussen             b

 

  • Gekruist rijm: Hierbij wisselen de rijmwoorden elkaar om en om af:

 

Zijn buurman vond de ganzenjacht                          a

zo’n prachtig mooie sport                                          b

Dus Piet moest mee, hoewel hij dacht                      a

Doe mij maar een ganzenbord                                 b

 

  • Omarmend rijm: De eerste en vierde en de tweede op de derde versregel rijmen op elkaar

 

 

Mijn boer kreeg nieuwe buren                                a

Nieuwsgierig volk, zo bleek                                      b

Want als hij naar binnen keek                                 b

Zag hij ze steeds weer naar buiten gluren              a

 

Strofe: Een alinea in een gedicht

 

 

 

 

 

 

 

 

            

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.