3.2 Natuurkunde
De temperatuur bepalen
- Je hebt temperatuur en gevoelstemperatuur.
- De temperatuur is hoe koud of warm het echt is
- De gevoelstemperatuur is hoe je het voelt, dus je hebt koude vingers en je houdt ze onder een lauwe kraan, dan voelt het heet aan.
- Je hebt een thermometer nodig als je de temperatuur van de lucht precies wil bepalen.
De vloeistofthermometer
- Bekende thermometer is de vloeistofthermometer
- Die bestaat uit een reservoir en een stijgbuis waarlangs een schaalverdeling is aangebracht.
- Reservoir en een deel van de stijgbuis zijn gevuld met een vloeistof: vroeger meestal kwik en tegenwoordig vaak alcohol.
- Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit. De vloeistof gaat dan in de buis omhoog.
- Temperatuur daalt: de vloeistof krimpt en draait het vloeistofniveau
- Buis is erg klein: je ziet de vloeistof al stijgen of dalen bij kleine temperatuurverschillen.
- Verschil tussen hoogste en laagste temperatuur die je met een thermometer kunt meten, wordt het meetbereik van de thermometer genoemd.
De Celciusschaal
- Thermometer is pas bruikbaar als hij een schaalverdeling heeft.
- Dagelijkse leven worden thermometers gebruikt met schaalverdeling in graden Celsius
- Niet moeilijk om zo’n schaalverdeling te maken:
- Het nulpunt (0 Graden Celsius) is het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van smeltend ijs.
- Het honderdpunt (100 graden Celsius) is het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van kokend water.
- De afstand tussen deze niveaus wordt met streepjes in honderd gelijke delen (graden) gedeeld
- Ten slotte worden ook streepjes met dezelfde tussenruimte onder het nulpunt en boven het honderdpunt gezet.
Andere soorten thermometers
Koortsthermometer:
- In het verleden meestal een vloeistofthermometer.
- Stijgbuis is nauwer en het reservoir groter dan bij normale thermometers.
Tegenwoordig gebruiken we een digitale koortsthermometer
- Wordt de temperatuur aangegeven in cijfers.
- Bevat geen vloeistof, maar werkt elektronisch
Oor thermometer:
- Na één seconde weet je al je lichaamstemperatuur.
- Onder 37 graden ben je onderkoeld
- Boven 40 graden heb je flinke koorts
PLUS
Water:
- Krimpt net als andere vloeistoffen tot 4 graden Celsius
- Zet uit bij 4 graden tot 0 graden Celsius, andere vloeistoffen doen dat niet, die krimpen juist bij die graden
- Als water bevriest, ontstaat er ongeveer 1,1 dm³ ijs.
- Tijdens bevriezing neemt volume toe met ongeveer 10%
- Dat is de reden dat je moet proberen te voorkomen dat waterleidingen in de winter bevriezen. Ze kunnen dan namelijk kapotvriezen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden