Licht.....
Zien.
Licht wordt uitgestraald door een lichtbron.. De zon en de sterren zijn natuurlijke lichtbronnen. Kunstmatige lichtbronnen zijn door de mens gemaakt.
Bij het zien komt er licht in je oog. Dit licht kom van een lichtbron of van een verlicht voorwerp.
Licht verspreidt zich vanuit een lichtbron in alle richtingen rechtlijnig. Een schaduw is een plaats waar het licht van een lichtbron niet kan komen. Voor het ontstaan van een schaduwbeeld zijn een lichtbron, een ondoorzichtig voorwerp een scherm nodig.
Infrarood straling en ultraviolette zijn onzichtbaar.
Infrarood straling is warmte-straling.
Ultraviolette straling heeft een scheikundige werking.
Een gekleurde voorwerp absorbeert uit het licht alle kleuren behalve de eigen kleur. De eigen kleur wordt doorgelaten of teruggekaatst. Die kleur zie je dan. In het verkeer moet je ook in het donker goed zichtbaar zijn. Reflectoren en reflecterende kleding kunnen hierbij helpen.
Spiegels.
Voor een vlakke spiegel geldt :
- Een punt en zijn spiegelbeeld liggen even ver van een spiegel af.
- De verbindinglijnen tussen een punt en zijn spiegelbeeld staat loodrecht op de spiegel.
- De verbidingslijnen tussen een punt en zijn spiegelbeeld heet een normaal.
Bij een spiegel geldt voor de terugkaatsing van een lichtstraal:
Hoek van inval = Hoek van terugkaatsing.
Een hoek wordt bij licht gemeten tussen de lichtstraal en zijn eigen normaal.
Een teruggekaatste lichtstraal van een lichtpunt lijkt te komen uit het spiegelbeeld van dat lichtpunt.
Een teruggekaatste lichtstraal van een lichtpunt lijkt te komen uit het spiegelbeeld van dat lichtpunt.
De gang van lichstralen is omkeerbaar.
Het gedeelte van je omgeving dat je in een spiegel kunt zien, is je gezichtsveld in die spiegel. Het gezichtsveld hangt af van je plaats ten opzichte van de spiegel.
Zien.
Licht wordt uitgestraald door een lichtbron.. De zon en de sterren zijn natuurlijke lichtbronnen. Kunstmatige lichtbronnen zijn door de mens gemaakt.
Bij het zien komt er licht in je oog. Dit licht kom van een lichtbron of van een verlicht voorwerp.
Licht verspreidt zich vanuit een lichtbron in alle richtingen rechtlijnig. Een schaduw is een plaats waar het licht van een lichtbron niet kan komen. Voor het ontstaan van een schaduwbeeld zijn een lichtbron, een ondoorzichtig voorwerp een scherm nodig.
Infrarood straling en ultraviolette zijn onzichtbaar.
Ultraviolette straling heeft een scheikundige werking.
Een gekleurde voorwerp absorbeert uit het licht alle kleuren behalve de eigen kleur. De eigen kleur wordt doorgelaten of teruggekaatst. Die kleur zie je dan. In het verkeer moet je ook in het donker goed zichtbaar zijn. Reflectoren en reflecterende kleding kunnen hierbij helpen.
Spiegels.
Voor een vlakke spiegel geldt :
- Een punt en zijn spiegelbeeld liggen even ver van een spiegel af.
- De verbindinglijnen tussen een punt en zijn spiegelbeeld staat loodrecht op de spiegel.
- De verbidingslijnen tussen een punt en zijn spiegelbeeld heet een normaal.
Bij een spiegel geldt voor de terugkaatsing van een lichtstraal:
Hoek van inval = Hoek van terugkaatsing.
Een hoek wordt bij licht gemeten tussen de lichtstraal en zijn eigen normaal.
Een teruggekaatste lichtstraal van een lichtpunt lijkt te komen uit het spiegelbeeld van dat lichtpunt.
Een teruggekaatste lichtstraal van een lichtpunt lijkt te komen uit het spiegelbeeld van dat lichtpunt.
De gang van lichstralen is omkeerbaar.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden