Hoofdstuk 7

lke atoomsoort heeft een afkorting waarmee je ook de soort en het aantal atomen in een molecuul kunt weergeven.

Een elektrisch neutraal voorwerp heeft evenveel positieve als negatieve lading. Deze twee soorten lading heffen elkaars werking op. Elktrisch geladen voorwerpen oefenen krachten op elkaar uit. Gelijknaming geladen voorwerpen stoten elkaar af. Ongelijknamige geladen voorwerpen trekken elkaar aan.

Een atoom bestaat uit een positief geladen kern en negatief geladen elektronen die in een wolk om die kern bewegen. Verschijnselen als lading en elektrische stroom kun je met behulp van elektronen beschrijven.

De kern van een atoom bestaat uit protonen en neutronen:

Elk atoom heeft evenveel protonen als elektronen, daardoor is een atoom elektrisch neutraal, het aantal elektronenm, dus ook het aantal protonen, ligt voor elke atoomsoort vast.

Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen in de kern. De massa van een atoom is (vrijwel) gelijk aan de totale massa van de protonen en neutronen van dat atoom. Het massagetal van een atom is gelijk aan het aantal protonen + het aantal neutronen.

3 soorten straling

• γ-straling ( gammastraling ) = elektromagnetische straling
• α-straling ( alfastraling ) = helium kernen
• β-straling ( bètastraling ) = elektronen = e-

Alfastraling > heeft een zeer beperkt doordringend vermogen en wordt al tegengehouden door een vel papier of door menselijke huid.

Gammastraling > kan cellen in het lichaam vernietigen en is dus uiterst gevaarlijk (!)

Bètastraling > veel groter doordringend vermogen

Radioactieve stoffen worden gebruikt op medisch gebied, voor het opwekken van energie en voor het ontwikkelen van vernietigene wapes. Risico’s bij het werken met radioactiviteit zijn bestraling en besmetting.

Bij radioactiviteit veranderen de atoomkernen, je spreekt daarom van kernreacties. De halfwaardetijd van een radioactieve stof is de tijd waarin de helft van die stof omgezet wordt.