Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 7

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 302 woorden
  • 21 juni 2010
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
40 keer beoordeeld

Een kracht werkt op een voorwerp. Een kracht kun je niet zien, de uitwerking van een kracht wel. Mogelijke uitwerkingen van een kracht op een voorwerp zijn : verandering van vorm, van snelheid en van richting.

Er zijn verschillende soorten krachten.

Voorbeelden :

- spierkracht

- zwaartekracht

- gewicht

- windkracht

- wrijving

Zwaartekracht : de kracht waarmee de aarde een voorwerp aantrekt.

Gewicht van een voorwerp : de kracht die dat voorwerp op zijn ondersteuning of hangpunt uitoefent.

Kracht (F) is een grootheid met de eenheid newton (N).

Een kracht kun je door een vector voorstellen. Daarmee kun je de grootte, de richting en het aangrijpingspunt aangeven. Je hebt dan een krachtenschaal nodig.

Krachten meet je met een unster.

Met een unster toon je het verband tussen massa en zwaarte kracht aan : Fz = 10 N / kg x m

(9,81 is de preciezere waarde).

De uitrekking van een veer is evenredig met de kracht op die veer, mits de kracht op de veer niet te groot is.

In formule : veerconstanten = F/u

Elke veer heeft zijn eigen veerconstante.

De resultante of netto kracht van een aantal krachten is de kracht die hetzelfde resultaat geeft als die kracht samen. Als een voorwerp in rust is, is de resultanten van alle krachten op dat voorwerp gelijk aan 0 N.

Het effect bij krachten om een draaipunt wordt bepaald door het moment.

Het moment is het product van kracht en arm.

In formule : M = F x l

De arm is de loodrechte afstand tussen de kracht en het draaipunt.

Bij een hefboom in evenwicht geldt de momenten wet : de som van de linksdraaiende momenten is gelijk aan de som van de rechtsdraaiende momenten.

Met een kleine kracht op een grote arm kun je een grote kracht op een kleine arm uitoefenen.

Voor werktuigen met hefboomwerking geldt daardoor de gulden regel : wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.